Celbiologie en Biochemie: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Lynn (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
(8 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
=Examen 14juli namiddag=
= Didactisch Team =
*1. Bespreek vetzuren en lipiden
{|
*2. Elektronentransportketen
! Academiejaar
*3. Hoe kunnen we cellen tellen uit een cultuur
! Professor(en)
*4. Wat zijn de verschillen tussen Gram positieve bacteriën en Gram negatieve bacteriën en hoe kan je ze onderscheiden?
! Assistent(en)
*5. Hoeveel mol glucose is er nodig voor 4 mol palmitinezuur en wat is de netto ATP winst?
|-
*6. 2 fototjes
| 2019-2020
| Professor1, Professor2
| Assistent1, Assistent2
|-
| 2020-2021
| Professor1, Professor2
| Assistent1, Assistent2
|}
=Algemene info=
Veel meer examens zijn te vinden op de examenwiki van chemika waar je makkelijk een account kan aanmaken: http://wiki.chemika.be/index.php?title=Celbiologie.
 
=Samenvattingen=
[[Celbiologie en Biochemie/Samenvattingen| Klik hier om de samenvattingen te bekijken]]
 
=Examen 21 juni 2010=
# Rangschik volgende peptideketens volgens hun theoretisch iso-elektrisch punt. (En dan stonden er vijf peptideketens)
# Bespreek de glyoxylzuurcyclus.
# Hoeveel ATP komt er vrij bij de oxidatie van tripalmitine(ofzo) (= tripalmitineglycerol(ofzo)) in <math>CO_2</math> en water?
# Hoe werkt adrenaline?
# Bespreek peroxisomen.
# 2 foto's
 
=Examen 8 juni 2010=
# Bespreek suikers.
# Bespreek pentosefosfaatweg.
# Bespreek SDS-page.
# 6 moleculen palmitinezuur maken en de ATPtjes die je daarvoor nodig had kwamen van een  alfaketoglutaarzuur die je via krebs moest omzetten in fumaarzuur ofzo. Hoeveel alfaketoglutaarzuur heb je nodig?
# 2 foto's
 
=Examen 14 juni 2010 namiddag=
# Bespreek vetzuren en lipiden
# Elektronentransportketen
# Hoe kunnen we cellen tellen uit een cultuur
# Wat zijn de verschillen tussen Gram positieve bacteriën en Gram negatieve bacteriën en hoe kan je ze onderscheiden?
# Hoeveel mol glucose is er nodig voor 4 mol palmitinezuur en wat is de netto ATP winst?
# 2 fotootjes


=Examenvragen Bios site=
=Examenvragen Bios site=
==Hoofdvragen Theorie==
==Hoofdvragen Theorie==
*1. Geef een overzicht van de verschillende menbraamtransportsystemen en de rol van het membraanpotentiaal bij cellulair transport
# Geef een overzicht van de verschillende menbraamtransportsystemen en de rol van het membraanpotentiaal bij cellulair transport
*2. Bespreek de calvincyclus
# Bespreek de calvincyclus
*3. Bespreek de structuur en functie van alle nucle¨ınezuren
# Bespreek de structuur en functie van alle nucleïnezuren
*4. Bespreek de gluconeogenese (tussenproducten, localisatie, reacties,functie, ?)
# Bespreek de gluconeogenese (tussenproducten, localisatie, reacties,functie, ?)
*5. Bespreek de lichtreacties
# Bespreek de lichtreacties
*6. Bespreek structuur en functie nucleinezuren
# Bespreek structuur en functie nucleinezuren
*7. Bespreek regulatie metabolisme
# Bespreek regulatie metabolisme
*8. Bespreek glycolyse en neoglucogenese
# Bespreek glycolyse en neoglucogenese
*9. Bespreek de structuur van aminozuren en prote¨ınen.
# Bespreek de structuur van aminozuren en proteïnen.
*10. Geef de verschillende manieren waarop het metabolisme gereguleerd wordt.
# Geef de verschillende manieren waarop het metabolisme gereguleerd wordt.
*11. Bespreek de glycolyse (functie, deelreacties, cellulaire localisatie,bestemming eindproducten,...)
# Bespreek de glycolyse (functie, deelreacties, cellulaire lokalisatie, bestemming eindproducten,...)
 
==Hoofdvragen Oefeningen==
==Hoofdvragen Oefeningen==
*1. Bespreek PAGE bij prote¨ınen en hoe je de grootte daarop kan bepalen
# Bespreek PAGE bij proteïnen en hoe je de grootte daarop kan bepalen
*2. Bespreek hoe we de stuctuur van plasmides kunnen bepalen met restictie-enzymes aan de hand van een voorbeeld
# Bespreek hoe we de stuctuur van plasmides kunnen bepalen met restrictie-enzymes aan de hand van een voorbeeld
*3. Bespreek de verschillende centrifugatiemethoden
# Bespreek de verschillende centrifugatiemethoden
*4. Bespreek hoe je een ongekend mengsel van aminozuren en suikers kunt ontleden in zijn componenten
# Bespreek hoe je een ongekend mengsel van aminozuren en suikers kunt ontleden in zijn componenten
*5. Duid de stucturen aan op de foto
# Duid de stucturen aan op de foto
*6. Geef de celulaire locatie van veschillende processen (opstapeling reservestoffen, omzetten van water in zuurstof, hemicellulose, histonen,?)
# Geef de celulaire locatie van veschillende processen (opstapeling reservestoffen, omzetten van water in zuurstof, hemicellulose, histonen, ?)
*7. Bespreek restrictie-enzymen.
# Bespreek restrictie-enzymen.
*8. Bespreek de structuur van aminozuren en prote¨ınen.
# Bespreek de structuur van aminozuren en proteïnen.
*9. Geef de verschillende manieren waarop het metabolisme gereguleerd wordt.
# Geef de verschillende manieren waarop het metabolisme gereguleerd wordt.
*10. Bespreek de glycolyse (functie, deelreacties, cellulaire localisatie, bestemming eindproducten,...)
# Bespreek de glycolyse (functie, deelreacties, cellulaire localisatie, bestemming eindproducten,...)
*11. Hoeveel moleculen alfa-KGZ moet een cel omzetten in fumaarzuur om voldoende ATP te hebben om 6 moleculen palmitinezuur te vormen(vanaf acetyl-CoA en in de veronderstelling dat alle andere cofactoren aanwezig zijn)?
# Hoeveel moleculen alfa-KGZ moet een cel omzetten in fumaarzuur om voldoende ATP te hebben om 6 moleculen palmitinezuur te vormen(vanaf acetyl-CoA en in de veronderstelling dat alle andere cofactoren aanwezig zijn)?
*12. Grafiek tekenen van enzymactiviteit in functie van concentratie met Vmax en Km gegeven.
# Grafiek tekenen van enzymactiviteit in functie van concentratie met Vmax en Km gegeven.
*13. Zoveel mogelijk structuren aanduiden op twee EM-foto’s.
# Zoveel mogelijk structuren aanduiden op twee EM-foto's.
*14. Localiseren op die foto’s: vorming van peptidebinding, beta-oxidatie, protonpomp, chromatine.
# Lokaliseren op die foto's: vorming van peptidebinding, beta-oxidatie, protonpomp, chromatine.
*15. polysacchariden: structuur en functie
# polysacchariden: structuur en functie
 
==Bijvragen==
==Bijvragen==
*1. Wat geeft het meeste ATP in aërobe omstandigheden: de glycolyse of de pentosefosfaatweg?
# Wat geeft het meeste ATP in aërobe omstandigheden: de glycolyse of de pentosefosfaatweg?
*2. Bespreek hoe adrenaline het metabolisme van de reservestoffen in levercellen regelt
# Bespreek hoe adrenaline het metabolisme van de reservestoffen in levercellen regelt
*3. Een cel maakt uit oxaalazijnzuur, citroenzuur en NH3 de aminozuren glutaminezuur en asparaginezuur. Geef een reactievergelijking en houd rekening met ATP, NAD, FAD, H2O en CO2.
# Een cel maakt uit oxaalazijnzuur, citroenzuur en NH3 de aminozuren glutaminezuur en asparaginezuur. Geef een reactievergelijking en houd rekening met ATP, NAD, FAD, H2O en CO2.
*4. Bespreek gelfiltratie
# Bespreek gelfiltratie
*5. stearinemolecule afbreken tot co2 en h2o , hoeveel atp?
# stearinemolecule afbreken tot co2 en h2o , hoeveel atp?
*6. Bespreek glyoxisomen en peroxisomen in detail
# Bespreek glyoxisomen en peroxisomen in detail
*7. Geef de verschillende methoden om het aantal cellen in een cultuur van een ´e´encellig micro¨organisme te tellen.
# Geef de verschillende methoden om het aantal cellen in een cultuur van een ééncellig micro-organisme te tellen.
*8. Welke reactie die we in de cursus gezien hebben wordt gekatalyseerd door de volgende enzymen? pyruvaat decarboxylase, pyruvaat dehydrogenase, pyruvaat kinase, pyruvaat carboxylase. Geef telkens de volledige reactie.
# Welke reactie die we in de cursus gezien hebben wordt gekatalyseerd door de volgende enzymen? pyruvaat decarboxylase, pyruvaat dehydrogenase, pyruvaat kinase, pyruvaat carboxylase. Geef telkens de volledige reactie.
*9. Dinitrofenol kan zowel in geprotoneerde als in gedeprotoneerde vorm door membranen. Het maakt membranen dus permeabel voor protonen. Als deze toxische stof in kleine hoeveelheden aan mensen toegediend wordt, daalt deze mensen hun lichaamsgewicht (vooral door afbraak van reservevetten en reservesuikers). Ook wordt een stijging van hun lichaamstemperatuur waargenomen. Verklaar.
# Dinitrofenol kan zowel in geprotoneerde als in gedeprotoneerde vorm door membranen. Het maakt membranen dus permeabel voor protonen. Als deze toxische stof in kleine hoeveelheden aan mensen toegediend wordt, daalt deze mensen hun lichaamsgewicht (vooral door afbraak van reservevetten en reservesuikers). Ook wordt een stijging van hun lichaamstemperatuur waargenomen. Verklaar.
*10. Als een cel in ana¨erobe omstandigheden 24 glucosemoleculen afbreekt(te beginnen met de PP-weg) en ze maximaal omzet in palmitinezuur, hoeveel ATP heeft ze dan geproduceerd? En hoeveel NADPH is er hiervoor tekort?
# Als een cel in anaërobe omstandigheden 24 glucosemoleculen afbreekt(te beginnen met de PP-weg) en ze maximaal omzet in palmitinezuur, hoeveel ATP heeft ze dan geproduceerd? En hoeveel NADPH is er hiervoor tekort?


=Examenvragen forum Bios site=
=Examenvragen forum Bios site=
Regel 66: Regel 103:
*(bijvragen) glyoxylzuurcyclus
*(bijvragen) glyoxylzuurcyclus
*(bijvragen) oefening: bij aanwezigheid van O2 volledige omzetting van glucose in CO2 en glutaminezuur, is er hiervoor genoeg ATP?
*(bijvragen) oefening: bij aanwezigheid van O2 volledige omzetting van glucose in CO2 en glutaminezuur, is er hiervoor genoeg ATP?
[[Categorie:2bi]]
[[Categorie:2bw]]
[[Categorie:2bw]]
[[Categorie:2bf]]

Huidige versie van 4 feb 2021 10:52

Didactisch Team

Academiejaar Professor(en) Assistent(en)
2019-2020 Professor1, Professor2 Assistent1, Assistent2
2020-2021 Professor1, Professor2 Assistent1, Assistent2

Algemene info

Veel meer examens zijn te vinden op de examenwiki van chemika waar je makkelijk een account kan aanmaken: http://wiki.chemika.be/index.php?title=Celbiologie.

Samenvattingen

Klik hier om de samenvattingen te bekijken

Examen 21 juni 2010

  1. Rangschik volgende peptideketens volgens hun theoretisch iso-elektrisch punt. (En dan stonden er vijf peptideketens)
  2. Bespreek de glyoxylzuurcyclus.
  3. Hoeveel ATP komt er vrij bij de oxidatie van tripalmitine(ofzo) (= tripalmitineglycerol(ofzo)) in CO2 en water?
  4. Hoe werkt adrenaline?
  5. Bespreek peroxisomen.
  6. 2 foto's

Examen 8 juni 2010

  1. Bespreek suikers.
  2. Bespreek pentosefosfaatweg.
  3. Bespreek SDS-page.
  4. 6 moleculen palmitinezuur maken en de ATPtjes die je daarvoor nodig had kwamen van een alfaketoglutaarzuur die je via krebs moest omzetten in fumaarzuur ofzo. Hoeveel alfaketoglutaarzuur heb je nodig?
  5. 2 foto's

Examen 14 juni 2010 namiddag

  1. Bespreek vetzuren en lipiden
  2. Elektronentransportketen
  3. Hoe kunnen we cellen tellen uit een cultuur
  4. Wat zijn de verschillen tussen Gram positieve bacteriën en Gram negatieve bacteriën en hoe kan je ze onderscheiden?
  5. Hoeveel mol glucose is er nodig voor 4 mol palmitinezuur en wat is de netto ATP winst?
  6. 2 fotootjes

Examenvragen Bios site

Hoofdvragen Theorie

  1. Geef een overzicht van de verschillende menbraamtransportsystemen en de rol van het membraanpotentiaal bij cellulair transport
  2. Bespreek de calvincyclus
  3. Bespreek de structuur en functie van alle nucleïnezuren
  4. Bespreek de gluconeogenese (tussenproducten, localisatie, reacties,functie, ?)
  5. Bespreek de lichtreacties
  6. Bespreek structuur en functie nucleinezuren
  7. Bespreek regulatie metabolisme
  8. Bespreek glycolyse en neoglucogenese
  9. Bespreek de structuur van aminozuren en proteïnen.
  10. Geef de verschillende manieren waarop het metabolisme gereguleerd wordt.
  11. Bespreek de glycolyse (functie, deelreacties, cellulaire lokalisatie, bestemming eindproducten,...)

Hoofdvragen Oefeningen

  1. Bespreek PAGE bij proteïnen en hoe je de grootte daarop kan bepalen
  2. Bespreek hoe we de stuctuur van plasmides kunnen bepalen met restrictie-enzymes aan de hand van een voorbeeld
  3. Bespreek de verschillende centrifugatiemethoden
  4. Bespreek hoe je een ongekend mengsel van aminozuren en suikers kunt ontleden in zijn componenten
  5. Duid de stucturen aan op de foto
  6. Geef de celulaire locatie van veschillende processen (opstapeling reservestoffen, omzetten van water in zuurstof, hemicellulose, histonen, ?)
  7. Bespreek restrictie-enzymen.
  8. Bespreek de structuur van aminozuren en proteïnen.
  9. Geef de verschillende manieren waarop het metabolisme gereguleerd wordt.
  10. Bespreek de glycolyse (functie, deelreacties, cellulaire localisatie, bestemming eindproducten,...)
  11. Hoeveel moleculen alfa-KGZ moet een cel omzetten in fumaarzuur om voldoende ATP te hebben om 6 moleculen palmitinezuur te vormen(vanaf acetyl-CoA en in de veronderstelling dat alle andere cofactoren aanwezig zijn)?
  12. Grafiek tekenen van enzymactiviteit in functie van concentratie met Vmax en Km gegeven.
  13. Zoveel mogelijk structuren aanduiden op twee EM-foto's.
  14. Lokaliseren op die foto's: vorming van peptidebinding, beta-oxidatie, protonpomp, chromatine.
  15. polysacchariden: structuur en functie

Bijvragen

  1. Wat geeft het meeste ATP in aërobe omstandigheden: de glycolyse of de pentosefosfaatweg?
  2. Bespreek hoe adrenaline het metabolisme van de reservestoffen in levercellen regelt
  3. Een cel maakt uit oxaalazijnzuur, citroenzuur en NH3 de aminozuren glutaminezuur en asparaginezuur. Geef een reactievergelijking en houd rekening met ATP, NAD, FAD, H2O en CO2.
  4. Bespreek gelfiltratie
  5. stearinemolecule afbreken tot co2 en h2o , hoeveel atp?
  6. Bespreek glyoxisomen en peroxisomen in detail
  7. Geef de verschillende methoden om het aantal cellen in een cultuur van een ééncellig micro-organisme te tellen.
  8. Welke reactie die we in de cursus gezien hebben wordt gekatalyseerd door de volgende enzymen? pyruvaat decarboxylase, pyruvaat dehydrogenase, pyruvaat kinase, pyruvaat carboxylase. Geef telkens de volledige reactie.
  9. Dinitrofenol kan zowel in geprotoneerde als in gedeprotoneerde vorm door membranen. Het maakt membranen dus permeabel voor protonen. Als deze toxische stof in kleine hoeveelheden aan mensen toegediend wordt, daalt deze mensen hun lichaamsgewicht (vooral door afbraak van reservevetten en reservesuikers). Ook wordt een stijging van hun lichaamstemperatuur waargenomen. Verklaar.
  10. Als een cel in anaërobe omstandigheden 24 glucosemoleculen afbreekt(te beginnen met de PP-weg) en ze maximaal omzet in palmitinezuur, hoeveel ATP heeft ze dan geproduceerd? En hoeveel NADPH is er hiervoor tekort?

Examenvragen forum Bios site

DEEL 1

puur schriftelijk

  • teken een fosfolipidedubbellaag bij dierlijke cellen en benoem de delen
  • wat is het iso-elektrisch punt van proteinen en hoe kan dit bij toepassingen gebruikt worden

schriftelijke voorbereiding, mondelinge verdediging

  • verklaar nucleinezuren en nucleotiden
  • geef de soorten intercellulaire juncties met hun functie
  • leg uit hoe je een mengsel van aminozuren en suikers kan scheiden en verder kan uitzuiveren
  • benoem de waar te nemem structuren ( twee E. M. foto's, ! bacteriecel, ! plantencel -zeggen wat typisch is-)

DEEL 2

  • (hoofdvraag) leg elektronentransportketen, oxidatieve fosforylatie uit
  • (bijvragen) glyoxylzuurcyclus
  • (bijvragen) oefening: bij aanwezigheid van O2 volledige omzetting van glucose in CO2 en glutaminezuur, is er hiervoor genoeg ATP?