Algebra I: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Arne (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
Arne (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5: Regel 5:
==== Theorievraag 1 ====
==== Theorievraag 1 ====


Zij G een groep en zij <math>N \lhd G</math>. Bewijs dat er een bijectie bestaat tussen de normaaldelers van G die N omvatten en de normaaldelers van G/N. Je mag hierbij het feit gebruiken dat het beeld en het inverse beeld van eendeelgroep onder een groepsmorfisme weer een deelgroep is. Al de rest moet bewezen worden.
Zij G een groep en zij N een normaaldeler van G. Bewijs dat er een bijectie bestaat tussen de normaaldelers van G die N omvatten en de normaaldelers van G/N. Je mag hierbij het feit gebruiken dat het beeld en het inverse beeld van eendeelgroep onder een groepsmorfisme weer een deelgroep is. Al de rest moet bewezen worden.


==== Theorievraag 2 ====
==== Theorievraag 2 ====
Regel 14: Regel 14:
==== Theorievraag 3 ====
==== Theorievraag 3 ====


Bewijs de stelling van Kronecker: ``Zij K een veld en zij <math>f \in K\left[X\right]</math> een
Bewijs de stelling van Kronecker:  
niet-constante veelterm. Dan heeft f een wortel in een velduitbreiding van K."
``Zij K een veld en zij <math>f \in K\left[X\right]</math> een niet-constante veelterm, dan heeft f een wortel in een velduitbreiding van K."


==== Snelheidsvragen ====
==== Snelheidsvragen ====

Versie van 6 jun 2006 15:30

Eerste zit 2005-06, Wiskunde

Theorievragen

Theorievraag 1

Zij G een groep en zij N een normaaldeler van G. Bewijs dat er een bijectie bestaat tussen de normaaldelers van G die N omvatten en de normaaldelers van G/N. Je mag hierbij het feit gebruiken dat het beeld en het inverse beeld van eendeelgroep onder een groepsmorfisme weer een deelgroep is. Al de rest moet bewezen worden.

Theorievraag 2

Veronderstel dat R een hoofdideaaldomein is, en zij r een irreducibel element in R. Bewijs dat (r) dan een maximaal ideaal van R is. Geef ook een voorbeeld van een ring R, commutatief en met eenheidselement, en een irreducibel element r in R, zodat (r) geen maximaal ideaal van R is.

Theorievraag 3

Bewijs de stelling van Kronecker: ``Zij K een veld en zij fK[X] een niet-constante veelterm, dan heeft f een wortel in een velduitbreiding van K."

Snelheidsvragen

Dit zijn de verraderlijke vraagjes die Veys op het mondeling examen stelt en die je *niet* mag voorbereiden, je krijgt er ongeveer 1 minuut tijd voor. Vaak zit er een addertje onder het gras.

  • Bestaat er een algebraïsch gesloten veld dat strikt omvat?
  • Waar of fout? "Een groep is eindig als en slechts als alle elementen eindige orde hebben.