Statistische Mechanica: verschil tussen versies
Regel 14: | Regel 14: | ||
==De afgelopen examens== | ==De afgelopen examens== | ||
===26 januari 2009=== | ===26 januari 2009=== | ||
1. Op welke fysische principes is het metropolis algoritme gebaseerd? | 1. Op welke fysische principes is het metropolis algoritme gebaseerd? Toegepast op het twee dimensionaal Ising model zonder uitwendig magnetisch veld vinden we e resultaten van de figuren (11.2) en (11.3). Bespreek deze figuren. | ||
2. Bepaal met de techniek van decimatie, tot op tweede orde in <math> K = \beta J </math>, een benaderde waarde voor de kritische exponent <math> \mu </math> voor het naaste nabuur Ising model zonder uitwendig magnetisch veld in twee dimensies op een vierkant rooster. Bespreek het bewegingspatroon van de interactiepartners. | 2. Bepaal met de techniek van decimatie, tot op tweede orde in <math> K = \beta J </math>, een benaderde waarde voor de kritische exponent <math> \mu </math> voor het naaste nabuur Ising model zonder uitwendig magnetisch veld in twee dimensies op een vierkant rooster. Bespreek het bewegingspatroon van de interactiepartners. |
Versie van 27 jan 2009 10:00
Algemene informatie
Dit vak wordt gedoceerd door professor D. Bollé aan 3e bachelor en 1ste master fysica.
Informatie over het examen
- Het examen bestaat uit 2 theorievragen en een oefening.
- Het examen is open boek. dwz: cursus, eigen notities en oefeningen. geen andere boeken ofzo
- Je krijgt een schriftelijke voorbereidingstijd voor de theorie die mondeling afgelegd wordt.
- De oefening is volledig schriftelijk. Indien je (bijvoorbeeld bij een herexamen) met niet veel personen bent, kan hij je ook vragen om ze mondeling uit te gaan leggen.
Professor Bolle is heel rustig op het examen; hij laat je uitspreken en een uiteenzetting van de leerstof houden. Hij stelt wel gedetailleerde bijvragen: je moet echt wel begrijpen waarover het gaat. Zorg dat je alle kenmerken van de figuren in de cursus kan uitleggen; figuren zijn vaak de inspiratiebron voor bijvragen.
Voor de theorie mag je gewoon je cursus meenemen naar de mondelinge verdediging. Gebruik dus best je voorbereidingstijd om nog eens goed na te gaan hoe je je antwoord gaat opbouwen. Indien je nog vraagtekens in je cursus hebt staan, gom je die best even weg ;-).
De afgelopen examens
26 januari 2009
1. Op welke fysische principes is het metropolis algoritme gebaseerd? Toegepast op het twee dimensionaal Ising model zonder uitwendig magnetisch veld vinden we e resultaten van de figuren (11.2) en (11.3). Bespreek deze figuren.
2. Bepaal met de techniek van decimatie, tot op tweede orde in , een benaderde waarde voor de kritische exponent voor het naaste nabuur Ising model zonder uitwendig magnetisch veld in twee dimensies op een vierkant rooster. Bespreek het bewegingspatroon van de interactiepartners.
3. Beschouw een kristal met N atomen met spin 1/2 gericht volgens de z-as (). het magnetisch moment van het i-de atoom is met g de Lande-factor en het Bohr magneton. Onderstel dat de atomen niet interageren, maar in evenwicht zijn op een temperatuur T. het kristal wordt in een magnetisch veld geplaatst
- Bereken de toestandssom als een functie van
- Bepaal de entropie S van het kristal (enkel de bijdrage van de spintoestanden) en ga na wat ze wordt voor sterke en zwakke magnetische velden. Bespreek.
- Bepaal de magnetisatie M en de susceptibiliteit . Evalueer de uitdrukkingen voor zwakke magnetische velden
- Onderstel dat elk atoom interageert met zijn naaste n naburen en aldus een extra veld genereert met K de interactiesterkte en M het totaal magnetisch moment. Verklaar deze formule. Bereken de susceptibiliteit voor zwakke velden (i.e. hoge temperatuur). Voor welke temperatuur, wordt oneindig?
23 januari 2009
1. Wat is Universitaliteit? en hoe wordt dit verklaart met behulp van de renormalisatie groep?
2. Bespreek de correlatiefunctie algemeen, en specifiek het kritisch gedrag voor het Ising model. Bereken en leg uit wat er precies gebeurt in het 1-dim model. (Dit laatste moest blijkbaar met behulp van transfermatrices exact worden opgelost)
3. Een systeem van N vaste deeltjes met spin 1/2. En een uniform constant magneetveld. De spins interageren enkel met het extern veld, niet met elkaar. Schrijf de energie op. Bepaal voor dit systeem in evenwicht op temperatuur T de toestandssom, de totale magnetisatie, de energie, de warmtecapaciteit en de entropie.
24 januari 2008
1. Op welke fysische principes is het Metropolis algoritme gebaseerd? Toegepast op het twee dimensionaal Ising model zonder uitwendig magnetisch veld vinden we e resultaten van de figuren (11.2) en (11.3). Bespreek deze figuren.
2. De Hamiltoniaan van het eendimensionaal Ising model met naaste nabuur interacties is gegeven door Onderstel periodische rvw. Bereken de toestandssom, de magnetisatie en de spontane magnetisatie door gebruik te maken van de methode van de transfermatrices. Is er een faseovergang? Vergelijk met de resultaten van de gemiddelde-veld benadering.
3. Een metaaloppervlak bevat N absorptie punten waarop telkens 1 gasmolecule kan geabsorbeerd worden. Het oppervlak staat in contact met een ideaal gas met een chemische potentiaal (bepaald door de druk en de temperatuur); Een geabsorbeerde molecule heeft een energie in vergelijking met een vrije molecule. Bereken de toestandssom van het systeem. Welk ensemble ga je gebruiken en waarom? Berken de bezettingsgraad, i.e., de verhouding van het aantal geabsorbeerde moleculen en absorptie punten op het oppervlak. Schrijf deze als functie van en met de thermische golflengte. Bespreek.
22 januari 2008
1. Bespreek de theorie van Van der Waals voor een reëel gas. Wat zegt precies de Maxwell constructie in verband met evenwicht? Zegt deze theorie ook iets over universaliteit? Leg uit.
2. Bespreek, in het algemeen, de correlatiefunctie voor het Ising model en, specifiek, haar kritisch gedrag. Bereken en leg uit wat er precies gebeurt in 1 dimensie.
3. Beschouw een kristal met N atomen met spin 1/2 gericht volgens de z-as (). het magnetisch moment van het i-de atoom is met g de Lande-factor en het Bohr magneton. Onderstel dat de atomen niet interageren, maar in evenwicht zijn op een temperatuur T. het kristal wordt in een magnetisch veld geplaatst
- Bereken de toestandssom als een functie van
- Bepaal de entropie S van het kristal (enkel de bijdrage van de spintoestanden) en ga na wat ze wordt voor sterke en zwakke magnetische velden. Bespreek.
- Bepaal de magnetisatie M en de susceptibiliteit . Evalueer de uitdrukkingen voor zwakke magnetische velden
- Onderstel dat elk atoom interageert met zijn naaste n naburen en aldus een extra veld genereert met K de interactiesterkte en M het totaal magnetisch moment. Verklaar deze formule. Bereken de susceptibiliteit voor zwakke velden (i.e. hoge temperatuur). Voor welke temperatuur, wordt oneindig?
Wo 04/09/2007
1. Bespreek de essentie van het twee-niveau systeem in één van de mogelijke ensembles. Is er een verband met het Isingmodel?
2. Bespreek Bose-Einsteincondensatie experimenteel.
- Bespreek de experimenten die dit fenomeen verklaren.
- Interpreteer het resultaat fig. 6.4.
- Wat is de relevantie van fig. 6.5 in dit verband?
3. Een systeem wordt beschreven door een Hamiltoniaan met twee vrije parameters (x,y). Onder een renormalisatiegroep transformatie gaan deze parameters over in , Is er een niet-triviaal vast punt? Zo ja, bespreek het gedrag van de renormalisatiegroep in de omgeving van dit punt. Zijn er relevante, irrelevante parameters? Schets een stroompatroon. Interpreteer.
januari 2007 reeks 3
1. Bespreek de correlatiefunctie voor het Ising model en, specifiek, haar kritisch gedrag. Leert Kadanoff schaling ons iets extra over dit kritisch gedrag? Leg uit.
2. Bepaal met de techniek van decimatie, tot op tweede orde in , een benaderde waarde voor de kritische exponent voor het naaste nabuur Ising model zonder uitwendig magnetisch veld in twee dimensies op een vierkant rooster. Bespreek het bewegingspatroon van de interactiepartners. Situeer deze berekening in de algemene structuur van de renormalisatiegroep.
3. Beschouw N niet-interagerende atomen met magnetische moment . Het systeem is in thermisch evenwicht op temperatuur T en wordt in een uniform extern magnetisch veld B geplaatst. Elk magnetisch moment kan enkel parallel of anti-parallel georiënteerd zijn met B. Bereken de partitiefunctie, de specifieke warmte bij constant magnetisch veld, het thermisch gemiddeld magnetisch moment en de susceptibiliteit. Wat worden deze grootheden voor groot en klein veld?
Neem vervolgens aan dat een deeltje interageert met n andere deeltjes. Toon aan dat dit een extra veld oplevert indien de interactieconstante K is.
Bereken de susceptibiliteit bij klein veld en bereken bij welke temperatuur deze divergeert. Noot: er kan ergens in de formule hierboven wel een factor ontbreken.
januari 2007 reeks 2
1. Bespreek Bose-Einsteincondensatie experimenteel.
2. Oefening over het Heisenberg model (oef 9.6 in de cursus)
3. Oefening over een rits, eigenlijk een herformulering van oefening van DNA hieronder.
januari 2007 reeks 1
1. Bespreek fysische onderbouw van Monte Carlo simulatie.
2. Vanderwaelsgas: Maxwell, welke evenwichten volgen er? En nog iets extra over afleiden.
3. Oefening
30 januari 2006 voormiddag
1. Bespreek de correlatiefunctie voor het Ising model en, specifiek, haar kritisch gedrag. Leert Kadanoff schaling ons iets extra over dit kritisch gedrag? Leg uit.
2. Bespreek de gemiddelde-veld benadering voor het ééndimensionaal Ising model vertrekkend van de Hamiltoniaan
met q het coördinatiegetal van het rooster. Hoe komt men aan deze benaderde Hamiltoniaan? Onderstel periodische randvoorwaarden. Bereken de toestandssom, de magnetisatie per spin, de spontane magnetisatie en de kritische temperatuur. Vergelijk met de theorie van Landau.
3. Beschouw N niet-interagerende atomen met magnetische moment . Het systeem is in thermisch evenwicht op temperatuur T en wordt in een uniform extern magnetisch veld B geplaatst. Elk magnetisch moment kan enkel parallel of anti-parallel georiënteerd zijn met B. Bereken de partitiefunctie, de specifieke warmte bij constant magnetisch veld, het thermisch gemiddeld magnetisch moment en de susceptibiliteit. Bespreek het gedrag van deze fysische grootheden als functie van . Wat leren we hieruit?
24 augustus 2005 voormiddag
1. Bespreek de essentie van het twee-niveau systeem in één van de mogelijke ensembles. Is er een verband met het Isingmodel?
2. Bepaal met de techniek van decimatie, tot op tweede orde in , een benaderde waarde voor de kritische exponent voor het naaste nabuur Ising model zonder uitwendig magnetisch veld in twee dimensies op een vierkant rooster. Bespreek het bewegingspatroon van de interactiepartners. Situeer deze berekening in de algemene structuur van de renormalisatiegroep.
3. Eén streng van een DNA helix bestaat uit N moleculen. Om een volledige DNA helix te bekomen uit 2 strengen moet er molecule per molecule een complementair basepaar gevormd worden. Op de oorspronkelijke DNA streng heeft ieder molecule dus 2 mogelijke toestanden: met of zonder een basepaar. Zonder basepaar heeft een molecule een energie , met basepaar een energie . We nemen aan dat het vormen van baseparen enkel één per één en in 1 richting gebeurt, namelijk vanuit de linkerkant, en dat molecule slechts een paar kan vormen als de moleculen links ervan een paar gevormd hebben. Bereken de toestandssom van dit systeem. Welk ensemble ga je hierbij gebruiken? Bereken hoe lang de helix gemiddeld wordt. Wat wordt dit bij lage temperatuur?