Wiskunde I: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Pieter Verhoeven (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Pieter Verhoeven (overleg | bijdragen)
Regel 6: Regel 6:
====Oefeningen (Ma 11/01/10)====
====Oefeningen (Ma 11/01/10)====


#*a. Het minimum berekenen van een functie. Iets in de aard van <math>x + cos(\frac{x}{2})</math> (met x element van [0, \pi]).
#*a. Het minimum berekenen van een functie. Iets in de aard van <math>x + cos(\frac{x}{2})</math> (met x element van [0, <math>\pi</math>]).
#*b. Bereken de de afmetingen van een doos zonder deksel om minimale kosten te bekomen. Het volume van de doos is 12m³. De kost van de onderkant is 4 euro/m², de zijkanten kosten 3 euro/m² en de voor-en achterkant kosten 2 euro/m².
#*b. Bereken de de afmetingen van een doos zonder deksel om minimale kosten te bekomen. Het volume van de doos is 12m³. De kost van de onderkant is 4 euro/m², de zijkanten kosten 3 euro/m² en de voor-en achterkant kosten 2 euro/m².
#  
#  

Versie van 11 jan 2010 16:54

Inleiding

Wiskunde I en Wiskunde II zijn de opvolgers van Inleiding tot de hogere wiskunde voor de informaticastudenten. Dit opleidingsonderdeel werd gedurende een aantal academiejaren gedoceerd door professor Kuijlaars, de docent van Wiskunde I. De wikipagina van Inleiding tot de hogere wiskunde bevat dan ook erg veel relevante examenvragen.

Oude examenvragen

Januari 2010

Oefeningen (Ma 11/01/10)

    • a. Het minimum berekenen van een functie. Iets in de aard van x+cos(x2) (met x element van [0, π]).
    • b. Bereken de de afmetingen van een doos zonder deksel om minimale kosten te bekomen. Het volume van de doos is 12m³. De kost van de onderkant is 4 euro/m², de zijkanten kosten 3 euro/m² en de voor-en achterkant kosten 2 euro/m².
    • a. Bewijs met het principe van volledige inductie dat (k=1nk)2=k=1nk3
    • b. Bereken de Taylorveelterm van graad 4, in x=0, van de volgende vergelijking: xx+1
    • a.
    • b. Bereken volgende integraal: x3+2x2xdx
    • c. Wat is de totale massa van een ijzeren staaf met lengte L>0, waarvoor geldt: ρ(x)=3xL2x2
    • a. Geef de partiële afgeleiden en stationaire punten van volgende vergelijking: xyex2y2
    • b. Zeg nu van de stationaire punten van de vgl uit vraag a van welk type ze zijn. Je hoeft dit enkel te doen voor die stationaire punten waarbij zowel x>0 als y>0.