Ioniserende straling en artificiele radioactiviteit: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Joke.binst (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3: Regel 3:
Examen is gesloten boek. Afhankelijk van hoeveel personen er examen moeten afleggen zijn de vragen schriftelijk of mondeling. De proffen zijn zoals gewoonlijk zeer vriendelijk.
Examen is gesloten boek. Afhankelijk van hoeveel personen er examen moeten afleggen zijn de vragen schriftelijk of mondeling. De proffen zijn zoals gewoonlijk zeer vriendelijk.


Vanaf het schooljaar 2012-2013 is er ook een tussentijdse test die meetelt voor 3 van de 20 punten. Hierin wordt vooral gepeild naar algemene kennis over detectoren, om de latere presentaties beter te begrijpen. Er worden tien kleine vragen gesteld, die telkens kort beantwoord moeten worden.


==Examenvragen 13-11-2012 (tussentijds examen) ==
# What causes the backscatter peak in a gamma spectrum?
# What causes the x-ray peak in a gamma spectrum?
# What causes the double escape peak in a gamma spectrum?
# To detect electrons of 100 keV, would you use an Si or Ge-detector?
# You want to measure gamma-rays of 514 keV. The source also emits positrons. What detector would you use?
# Why does a Ge-detector have a better resolution than an NaI detector?
# Why does one use blocking contacts?
# What causes counts between the Compton edge and the full energy peak in a gamma spectrum?
# Why is an activator added to inorganic crystals?
# What is the difference between a proportional counter and a GM counter?


==Examenvragen 20-01-2012 (voormiddag) ==
==Examenvragen 20-01-2012 (voormiddag) ==

Versie van 13 nov 2012 10:22

Vak gedoceerd door professor Severijns en professor Neyens

Informatie over examen

Examen is gesloten boek. Afhankelijk van hoeveel personen er examen moeten afleggen zijn de vragen schriftelijk of mondeling. De proffen zijn zoals gewoonlijk zeer vriendelijk.

Vanaf het schooljaar 2012-2013 is er ook een tussentijdse test die meetelt voor 3 van de 20 punten. Hierin wordt vooral gepeild naar algemene kennis over detectoren, om de latere presentaties beter te begrijpen. Er worden tien kleine vragen gesteld, die telkens kort beantwoord moeten worden.

Examenvragen 13-11-2012 (tussentijds examen)

  1. What causes the backscatter peak in a gamma spectrum?
  2. What causes the x-ray peak in a gamma spectrum?
  3. What causes the double escape peak in a gamma spectrum?
  4. To detect electrons of 100 keV, would you use an Si or Ge-detector?
  5. You want to measure gamma-rays of 514 keV. The source also emits positrons. What detector would you use?
  6. Why does a Ge-detector have a better resolution than an NaI detector?
  7. Why does one use blocking contacts?
  8. What causes counts between the Compton edge and the full energy peak in a gamma spectrum?
  9. Why is an activator added to inorganic crystals?
  10. What is the difference between a proportional counter and a GM counter?

Examenvragen 20-01-2012 (voormiddag)

  • Ioniserende straling
    • Welke detectoren kun je gebruiken om het betaspectrum te bepalen met eindpuntsenergie 520 keV te bepalen als je weet dat die ook gamma's uitstuurt van 480 keV. Welke is de beste keuze?
    • Geef het elektronische schema dat je zou gebruiken om de verhouding te bepalen tussen de bijdrages van kern X en Y tot de totale intensiteit van de 290 keV gamma.

  • Artificiele radioactiviteit
    • Je wil 18F maken met een fusie-evaporatiereactie met als target 18O.
      • Geef de reactie.
      • Welke energie moet je bundel hebben?
      • Welke versneller kun je hiervoor gebruiken?

Examenvragen 24-01-2011

  • Ioniserende straling
    • Bespreek welke bijkomende straling er ontstaat wanneer een alfa-deeltje in materie komt en geabsorbeerd wordt. (schriftelijk)
    • Je wil positronen met een energie tussen 300 en 600 keV detecteren. Welke detectors kan je gebruiken. Wat is de beste keuze? (schriftelijk)
    • Geef elektronisch schema dat je zou gebruiken om halfwaardetijd van isomere toestand met halfwaarde tijd 7.2 seconden te meten. Vervalschema zag er als volgt uit:

Dochterkern had 4 geexciteerde toestanden.

---12 s

---3 fs

---7.2

---7fs

---GS

De twee hoogst gelegen toestanden werden bevolkt door betaverval van de moederkern. De hoogst gelegen toestand deexciteerde met gammaverval naar 3 fs en naar de isomere toestand. De 3 fs verviel met gamma naar isomere toestand. Isomere toestand verviel met gamma naar GS en 7fs. 7fs verviel met gamma naar GS

  • Artificiele straling
    • Hoe kan je Cr-51 maken. Bespreek de twee kernreacties en geef ook informatie over de zuiverheid en de specifieke activiteit.
    • Bespreek elektrostatische versnellers. Geef verschil tussen tandem en van de graaf.

Examenvragen 21-01-2011

  • Ioniserende straling
    • Bespreek welke bijkomende straling er ontstaat wanneer een alfa-deeltje in materie komt en geabsorbeerd wordt. (schriftelijk)
    • Welke detector zou je gebruiken om gamma-straling van 514keV te detecteren? De bron zendt ook positronen uit. (mondeling)
    • Geef het blokschema dat je zou gebruiken om de halfwaardetijd van het rood aangeduidde niveau van een kern te meten. Het vervalschema was gegeven. (mondeling)

Bestand:Vraag 3.PNG‎

  • Artificiële radioactiviteit
    • Geef en twee methoden om 55Fe te produceren. Welke van beide methoden is het meest geschikt voor een hoge specifieke activiteit en hoge zuiverheid? (schriftelijk)
    • Bespreek de gelijkenissen en verschillen tussen een cyclotron en een synchrotron. Welk zijn de karakteristieke energieën die bereikt worden. (schriftelijk)


Examenvragen 15-01-2010

  • Ioniserende straling: bijna identiek aan vorig jaar
    • Je hebt een beta-plus vervaller als bron die een gamma's uitzend met een energie van 514 keV. Welke detector gebruik je en waarom?
    • Geef het elektronisch schema voor een opstelling die de halfwaardetijd van een geëxciteerde toestand kan meten. Het vervalschema wordt gegeven. Antwoord: Je moet het tijdsverschil opmeten van het ogenblik dat het element in die bepaalde geëxciteerde toestand te recht komt (met emissie van een bepaalde gamma) en wanneer die die toestand verlaat (emissie van andere gamma). Gaat blijkbaar best door gebruik te maken van twee detectoren. In je schema moet een trage en snelle tak zitten, waarbij de trage de gate opent van de snelle bij een gepaste opgemeten energie. Let op dat het opgemeten tijdsverschil een exponentieel verval (en geen piek!) vertoont met een tijdsconstante ~ halwaardetijd.
  • Artificiële radioactiviteit
    • Geef 2 types kernreacties waarmee je 51Cr kan bekomen en bespreek de kenmerken van die kernreacties. Ook met betrekking tot de specifieke activiteit van het product.
    • Bespreek het werkingsmechanisme van elektrostatische versnellers. Wat is het verschil tussen een Van de Graaff en een tandem versneller? Verwacht bijvragen over mogelijke toepassingen en grootte-ordes van de opgewekte energieën.


Examenvragen 12-01-2009

  • Ioniserende straling
    • Welke detector zou je gebruiken om positronen met een energie van 500 keV te detecteren? Hou er rekening mee dat je bron ook 511 keV annihilatiefotonen uitzendt. Je wilt ook een goede resolutie van je beta-spectrum. Motiveer je keuze.
    • Geef het elektronisch schema voor een opstelling die de halfwaardetijd van een geëxciteerde toestand kan meten. (Er werd een schema gegeven: Atoom Z heeft een halfwaardetijd van 8.1 uren en kan naar 3 verschillende geëxciteerde niveaus van atoom Y vervallen. Gevraagd was om de halfwaardetijd van een toestand van Y met E = 220 keV te meten). Alle deëxcitaties van atoom Y gebeuren door fotonemissie.
  • Artificiële radioactiviteit
    • Geef 2 types kernreacties waarmee je 55Fe kan bekomen. Welke is de beste methode? Motiveer je antwoord.
    • Bespreek de kwantitatieve aspecten van de productie van radioisotopen via neutronvangst.