Medische Beeldvorming -en analyse: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Joke.binst (overleg | bijdragen)
Rutger.moons (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Ontvangen via VTK (meeste mensen die dit vak volgen zijn Master Burgerlijk Ingenier: Biomedische Technologie):
=Samenvattingen=
[[Medische Beeldvorming -en analyse/Samenvattingen| Klik hier om de samenvattingen te bekijken]]
 
=Examenvragen=
Ontvangen via VTK (meeste mensen die dit vak volgen zijn Master Burgerlijk Ingeniuer: Biomedische Technologie):


==18 juni 2008 (14u00)==
==18 juni 2008 (14u00)==
Regel 10: Regel 14:
3. Oefening dynamisch programmeren: gradiënt en doelfunctie gegeven. Bereken het kortste pad, waarvoor kan dit algoritme gebruikt worden, wat betekenen de verschillende termen van de doelfunctie, wanneer kan men gebruik maken van dynamisch programmeren?
3. Oefening dynamisch programmeren: gradiënt en doelfunctie gegeven. Bereken het kortste pad, waarvoor kan dit algoritme gebruikt worden, wat betekenen de verschillende termen van de doelfunctie, wanneer kan men gebruik maken van dynamisch programmeren?


==Oude examenvragen==
=Oude examenvragen=
Kijk op de site van VTK.
Kijk op de site van VTK.



Versie van 15 aug 2013 20:43

Samenvattingen

Klik hier om de samenvattingen te bekijken

Examenvragen

Ontvangen via VTK (meeste mensen die dit vak volgen zijn Master Burgerlijk Ingeniuer: Biomedische Technologie):

18 juni 2008 (14u00)

1. Een CT-scanner met 64 detectoren met breedte 0.5mm wordt gebruikt bij pitch 1 voor een perfusie-opname van de hersenen (een gebied van 16 cm). a) gegeven het schema voor een cardiale CT. Pas dit aan voor het hierbovenstaande geval. b) hoeveel omwentelingen zijn er nodig om het gehele gebied in beeld te brengen? Duid dit ook aan op het aangepaste schema.

2. Gegeven 2 (onvolledige) pulsschemas voor diffusie-MRI (enkel de beginpuls en het uiteindelijke signaal zijn gegeven, het gaat om een spin en gradiëntsequentie). Vul ze aan en geef het schema in de k-ruimte.

3. Oefening dynamisch programmeren: gradiënt en doelfunctie gegeven. Bereken het kortste pad, waarvoor kan dit algoritme gebruikt worden, wat betekenen de verschillende termen van de doelfunctie, wanneer kan men gebruik maken van dynamisch programmeren?

Oude examenvragen

Kijk op de site van VTK.

18 juni 2008 (9u00)

1)MRI a) (fig. gegeven) Waarom is rand tussen water en vet donker?

b) (andere fig. gegeven) Waarom is die kolom op de figuur verschoven tov werkelijkheid? (bevat andere stof, pc weet dat niet, dus laat dit magnetisch moment overeenkomen met een iets andere locatie)

(bijvragen over artefacten, diffusie, MRA…)

2)CT Oef over dual CT a) Teken X-ray spectrum door verschillende posities (na filter1, na mens, na filter2…) (laagfrequente valt meer en meer weg)

b) Trek 2 detectorbeelden C en D van elkaar af om uiteindelijk bot niet meer te zien op beeld… (2 onbekenden: diktes bot en weefsel. Je bekomt stelsel van 2 vgln, waaruit onbekenden gehaald kunnen worden)

3)Oef met mutual information Werk oef uit met zwarte en witte vakjes (zoals die van oefenzitting, maar met ander aantal vakjes). (bijvragen over: markers, hoe CT op CT leggen? (=Som van kwadratische verschillen), als we geen gigantische matrix willen? (Grijswaarde-transfo en zo kleinere matrix bekomen))

Zowel prof als assistent zijn heel vriendelijk.