Algebra I: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 47: | Regel 47: | ||
Zijn <math>F \subset E</math> velden. De Galoisgroep Gal(E, F) van E en F wordt gedefinieerd als de groep van alle veldautomorfismen <math>\sigma: E \to E</math> (met andere woorden, ringautomorfismen van E waarvoor geldt dat <math>\sigma(1) = 1</math>) die voldoen aan <math>\sigma(f) = f</math>, voor alle f in F. (Hierbij is de groepsbewerking samenstelling van afbeeldingen.) Toon aan dat <math>\textrm{Gal}(\mathbb{Q}(\sqrt{2}),\mathbb{Q}) | Zijn <math>F \subset E</math> velden. De Galoisgroep Gal(E, F) van E en F wordt gedefinieerd als de groep van alle veldautomorfismen <math>\sigma: E \to E</math> (met andere woorden, ringautomorfismen van E waarvoor geldt dat <math>\sigma(1) = 1</math>) die voldoen aan <math>\sigma(f) = f</math>, voor alle f in F. (Hierbij is de groepsbewerking samenstelling van afbeeldingen.) Toon aan dat <math>\textrm{Gal}(\mathbb{Q}(\sqrt{2}),\mathbb{Q}) | ||
\cong \mathbb{Z}_2</math>. | \cong \mathbb{Z}_2</math>. | ||
==== Oefening 4 ==== | |||
a) Kies een voorstelling van <math>\mathbb{F}_8</math> als <math>\mathbb{F}_2\left[X\right]/(f)</math>, met <math>f \in \mathbb{F}_2[X]</math> een irreducibele veelterm van graad 3. Bepaal een basis van <math>\mathbb{F}_8</math> als <math>\mathbb{F}_2</math>-vectorruimte. Toon aan dat het Frobeniusmorfisme <math>\varphi: \mathbb{F}_8 \to \mathbb{F}_8: x \mapsto x^2</math> een lineaire transformatie van <math>\mathbb{F}_8</math> is, bepaal de matrix van <math>\varphi</math> ten opzichte van de gekozen basis, en bepaal de minimale veelterm van <math>\varphi</math>. | |||
b) Zij p een priemgetal, en zij r een natuurlijk getal verschillend van 0. Laat zien dat het Frobenius-morfisme <math>\varphi: \mathbb{F}_{p^r} \to \mathbb{F}_{p^r}: x \mapsto x^p</math> een lineaire transformatie is van <math>\mathbb{F}_{p^r}</math> als vectorruimte over <math>\mathbb{F}_p</math>. Zoek de minimale veelterm van <math>\varphi</math> en bewijs je vermoeden. |
Versie van 6 jun 2006 15:38
Eerste zit 2005-06, Wiskunde
Theorievragen
Theorievraag 1
Zij G een groep en zij N een normaaldeler van G. Bewijs dat er een bijectie bestaat tussen de normaaldelers van G die N omvatten en de normaaldelers van G/N. Je mag hierbij het enkel feit gebruiken dat het beeld en het inverse beeld van een deelgroep onder een groepsmorfisme weer een deelgroep is. Al de rest moet bewezen worden.
Theorievraag 2
Veronderstel dat R een hoofdideaaldomein is, en zij r een irreducibel element in R. Bewijs dat (r) dan een maximaal ideaal van R is. Geef ook een voorbeeld van een ring R, commutatief en met eenheidselement, en een irreducibel element r in R, zodat (r) geen maximaal ideaal van R is.
Theorievraag 3
Bewijs de stelling van Kronecker:
"Zij K een veld en zij f een niet-constante veelterm in K[X], dan heeft f een wortel in een velduitbreiding van K."
Snelheidsvragen
(Dit zijn de verraderlijke vraagjes die Veys op het mondeling examen stelt en die je *niet* mag voorbereiden, je krijgt er ongeveer 1 minuut tijd voor. Vaak zit er een addertje onder het gras. Wees dus niet te "snel".)
- Bestaat er een algebraïsch gesloten veld dat strikt omvat?
- Waar of fout? "Een groep is eindig als en slechts als alle elementen eindige orde hebben.
Oefeningen
Oefening 1
Zij G een groep met precies twee niet-triviale deelgroepen.
a) Bewijs dat G cyclisch is. b) Bewijs dat de orde van G van de vorm p³ of pq is, voor zekere priemgetallen p en q.
Oefening 2
Met welke ring is isomorf? Bewijs je antwoord.
Oefening 3
Zijn velden. De Galoisgroep Gal(E, F) van E en F wordt gedefinieerd als de groep van alle veldautomorfismen (met andere woorden, ringautomorfismen van E waarvoor geldt dat ) die voldoen aan , voor alle f in F. (Hierbij is de groepsbewerking samenstelling van afbeeldingen.) Toon aan dat .
Oefening 4
a) Kies een voorstelling van als , met een irreducibele veelterm van graad 3. Bepaal een basis van als -vectorruimte. Toon aan dat het Frobeniusmorfisme een lineaire transformatie van is, bepaal de matrix van ten opzichte van de gekozen basis, en bepaal de minimale veelterm van .
b) Zij p een priemgetal, en zij r een natuurlijk getal verschillend van 0. Laat zien dat het Frobenius-morfisme een lineaire transformatie is van als vectorruimte over . Zoek de minimale veelterm van en bewijs je vermoeden.