Algemene Natuurkunde III: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 24: | Regel 24: | ||
Kleine vragjes | Kleine vragjes | ||
*waar of niet: | *waar of niet: | ||
1. kans om gebonden elektron in kern te vinden is niet nul (gebonden is gebonden aan de kern) | |||
2. kans om gebonden elektron op 10 µm van de kern te vinden is niet nul | |||
3. als meest waarschijnlijke afstand voor het elektron de bohrstraal is, dan is zijn energie niet afhankelijk van een magnetisch veld | |||
* klok op zolder en een in de kelder, welke beweegt sneller (of beide even snel?) als je de effecten van de zwaartekrachtskromming van de ruimte verwaarloosd? | * klok op zolder en een in de kelder, welke beweegt sneller (of beide even snel?) als je de effecten van de zwaartekrachtskromming van de ruimte verwaarloosd? | ||
* aantal emissie en abs lijnen gegeven + ionisatiepotentiaal: geef energiediagramma | * aantal emissie en abs lijnen gegeven + ionisatiepotentiaal: geef energiediagramma | ||
* neutronen vervallen relatief snel, zijn ze dus wel geschikt voor industriele toepassingen? (geef een drietal voorbeelden) | * neutronen vervallen relatief snel, zijn ze dus wel geschikt voor industriele toepassingen? (geef een drietal voorbeelden) |
Versie van 12 jun 2006 11:50
Januari 2006
Reeks 1
- Is de relativteitstheorie nodig voor het begrijpen van de Quantummechanica en omgekeerd? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen beiden? Bespreek
- Dan kwam er een vraagje over het (relativistische) dopplereffect. Er werd gevraagd om de formule zelf af te leiden
- De derde vraag was een oefening
- De vierde vraag was onderverdeeld in allemaal kleinere vraagjes (ik dacht 5). Ik weet ze niet meer allemaal maar enkelen waren:
- met gegeven energieën van uitgestuurd licht zelf de transitietoestanden van atomen opstellen - een klein oefeningetje over muonen - een vraag hoe dat het begrijpen van het allerkleinste (de ontdekkingen met deeltjesversnellers etc) ons kan helpen om de theorie van het allergrootste (de kosmos) te begrijpen - de anderen weet ik niet meer
--Stevie 9 jun 2006 12:54 (CEST)
Reeks 2
- bespreek potentiaalvormen gezien in de cursus die aanleiding geven tot kwantumtoestanden, vergelijk ze en zoek de verschillen, geef genoeg tekeningen
- protonen en neutronen in de kern kunnen ook met de fermi-diracverdeling beschreven worden. Beschouw een kern met N=Z, wat is de fermi energie van neutronen en wat die van protonen (twas iets anders geformuleerd, maar het komt neer op dat systeem van vrije elektronen theorie voor metalen toe te passen op nucleonen) Hoe verandert de massa van de kern als A!=Z?
- oefening: helft van pionen vervalt in bepaalde tijd (5*10^(-8)s of zo). De kinetische energie van de pionen is 240MeV, bereken hun snelheid, hun impuls en de weg die ze afleggen in de tijd dat de helft vervalt.
Kleine vragjes
- waar of niet:
1. kans om gebonden elektron in kern te vinden is niet nul (gebonden is gebonden aan de kern)
2. kans om gebonden elektron op 10 µm van de kern te vinden is niet nul
3. als meest waarschijnlijke afstand voor het elektron de bohrstraal is, dan is zijn energie niet afhankelijk van een magnetisch veld
- klok op zolder en een in de kelder, welke beweegt sneller (of beide even snel?) als je de effecten van de zwaartekrachtskromming van de ruimte verwaarloosd?
- aantal emissie en abs lijnen gegeven + ionisatiepotentiaal: geef energiediagramma
- neutronen vervallen relatief snel, zijn ze dus wel geschikt voor industriele toepassingen? (geef een drietal voorbeelden)