Meetkunde II: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Vincent (overleg | bijdragen)
Vincent (overleg | bijdragen)
k typfoutje
Regel 21: Regel 21:
# Zij <math>P^n</math> een projectieve ruimte. Bewijs de volgende uitspraken (die we in de oefenzittingen gebruikt hebben):
# Zij <math>P^n</math> een projectieve ruimte. Bewijs de volgende uitspraken (die we in de oefenzittingen gebruikt hebben):
## De doorsnede van 2 lineaire systemen in <math>P^n</math> is opnieuw een lineair systeem, met als as de som van de assen van de oorspronkelijke lineare systemen.
## De doorsnede van 2 lineaire systemen in <math>P^n</math> is opnieuw een lineair systeem, met als as de som van de assen van de oorspronkelijke lineare systemen.
## De some van 2 lineaire systemen in <math>P^n</math> (gedefinieerd door de som van de overeenkomstige projectieve deelruimten van de duale ruimte te nemen) is opnieuw een lineair systeem, met als as de doorsnede van de assen van de oorspronkelijke lineaire systemen.
## De som van 2 lineaire systemen in <math>P^n</math> (gedefinieerd door de som van de overeenkomstige projectieve deelruimten van de duale ruimte te nemen) is opnieuw een lineair systeem, met als as de doorsnede van de assen van de oorspronkelijke lineaire systemen.
#
#
## Zij <math>m \neq 0</math> een natuurlijk getal. Argumenteer dat de verzameling van alle algebraïsche krommen van graad ''m'' in <math>\mathbb{C}P^2</math> de structuur heeft van een projectieve ruimte. Schrijf de dimensie van deze ruimte in functie van ''m''.
## Zij <math>m \neq 0</math> een natuurlijk getal. Argumenteer dat de verzameling van alle algebraïsche krommen van graad ''m'' in <math>\mathbb{C}P^2</math> de structuur heeft van een projectieve ruimte. Schrijf de dimensie van deze ruimte in functie van ''m''.

Versie van 18 aug 2006 17:12

Wie al eens examen meetkunde heeft gehad weet waaraan zich te verwachten: een uitputtingsstrijd die gemakkelijk een achttal uur kan duren, met een deel theorie, mondeling te verdedigen, en een deel oefeningen die enkel schriftelijk uit te werken zijn. Het examen is openboek. Dillen is hierbij zeer los: je kan steeds gewoon rechtstaan om naar het toilet te gaan, of om drinken of eten uit een nabije automaat te halen.

Examens

2006-06-19

Theorie

  1. Definieer de begrippen enkelvoudig en meervoudig punt voor een willekeurig punt P van een algebraïsche kromme C = V(F) in P2 aan de hand van het begrip snijpuntsmultipliciteit. Voer ook het begrip hoofdraaklijn in. Bespreek het geval dat P een dubbelpunt is grondig.
  2. Beschouw een oppervlak M𝔼3 en een oppervlaksegment x:U2M𝔼3 van M. Zij p=x(u0,v0)M
    1. Als α:IM:tα(t) een kromme is en p=α(t0), toon dan aan dat er een open deel I~I met t0I~ en een kromme β:I~IU2:tβ(t)=(u(t),v(t)) bestaat zodat α(t)=x(u(t),v(t)) voor elke tI~.
    2. Zij ξ het eenheidsnormaal vectorvold. We noteren de beperking ξ:I~T𝔼3:tξ(u(t),v(t)) ook door ξ. Toon aan dat ξ(t0)=S(α(t0)).
    3. Zij wTpM een raakvector met ||w||=1 en zij H het vlak door p, opgespannen door ξ(u0,v0) en w. Dan snijdt H het oppervlak M in de omgeving van p in een kromme. Stel dat α:IM een booglengteparametrisatie is van deze kromme, dus α(I)MH en stel dat p=α(t0) en w=α(t0). Toon aan dat de normale kromming in de richting van w gegeven is door k(w)=ϵκ(t0) waarbij κ de kromming is van α, ϵ=±1, in het bijzonder is ϵ=1 als ξ(t0)=N(t0) en ϵ=1 als ξ(t0)=N(t0), met N het hoofdnormaalveld van α.
    4. Interpreteer dit resultaat. Geef in het bijzonder commentaar over de normale kromming van minimale oppervlakken.

Oefeningen

  1. Elke projectieve transformatie φ:P2006P2006 heeft minstens 1 vast punt. Bewijs of geef een tegenvoorbeeld.
  2. Zij Pn een projectieve ruimte. Bewijs de volgende uitspraken (die we in de oefenzittingen gebruikt hebben):
    1. De doorsnede van 2 lineaire systemen in Pn is opnieuw een lineair systeem, met als as de som van de assen van de oorspronkelijke lineare systemen.
    2. De som van 2 lineaire systemen in Pn (gedefinieerd door de som van de overeenkomstige projectieve deelruimten van de duale ruimte te nemen) is opnieuw een lineair systeem, met als as de doorsnede van de assen van de oorspronkelijke lineaire systemen.
    1. Zij m0 een natuurlijk getal. Argumenteer dat de verzameling van alle algebraïsche krommen van graad m in P2 de structuur heeft van een projectieve ruimte. Schrijf de dimensie van deze ruimte in functie van m.
    2. Noteer met E0,E1,E2,E de standaard projectieve ijk in P2. Toon aan dat de verzameling van de vierdegraadskrommen in P2 door E0,E1 en E2, met keerpunten in E0 en E1 met respectievelijk keerraaklijnen E0E en E1E, een projectieve deelruimte vormt van de vierdegraadskrommen in P2 en bepaal haar dimensie.
  3. In 𝔼2 is een niet-ontaarde parabool P gegeven met daarop 3 onderscheiden punten X1,X2,X3. Toon aan dat de normalen op P in X1,X2 en X3 concurrent zijn als en slechts als het zwaartepunt van de driehoek X1X2X3 op de as van P ligt.
    Hint: kies een geschikte Euclidische ijk en werk met een rationele parametervoorstelling voor P.
  4. Zij M het oppervlak in 𝔼3 met vergelijking z=12(x2+y2)
    1. Bereken de gemiddelde kromming H en de Gausskromming K van M.
    2. Bereken infpMH en suppMH. Worden infimum en supremum bereikt? Zo ja, in welk punt?