Kansrekenen: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hanshooyberghs (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
examen van vandaag
Regel 1: Regel 1:
== Eerste zit 2006-2007 ==
=== Theorie ===
We hadden een uur en drie kwartier de tijd voor de theorievragen: doorwerken dus.
==== Vraag 1 ====
Zijn <math>X_n,Y_n,X,Y</math> stochastische variabelen zodat <math>X_n \to X,\ Y_n \to Y</math>, waarbij we <math>\to</math> noteren voor convergentie in kans.
Bewijs dat <math>X_n + Y_n \to X + Y</math> en <math>X_nY_n \to XY</math>.
==== Vraag 2 ====
Zij <math>\Omega</math> een verzameling en zij <math>B</math> een sigma-algebra op <math>\Omega</math>. Geef de definitie van een kansmaat op <math>(\Omega,B)</math>.
Zij <math>(\Omega,B,P)</math> een kansruimte. Bewijs de volgende uitspraken:
*Als <math>A_1,A_2,\cdots,A_N</math> paarsgewijs disjuncte elementen van <math>B</math> zijn, dan is <math>P\left(\cup_{1 \leq j \leq N} A_j\right) = \sum_{1 \leq j \leq N} P\left(A_N\right)</math>.
*Zij <math>A \in B</math>. Bewijs dat <math>P\left(A^c\right) = 1 - P(A)</math>.
*Zij <math>\left(A_n\right)</math> een monotone rij van elementen van <math>B</math>. Bewijs dat <math> \lim_n P\left(A_n\right) = P\left(\lim_n A_n\right)</math>.
==== Vraag 3 ====
*Zij <math>X</math> een s.v. met uniforme verdeling op <math>[0,1]</math>. Wat is de verdeling van <math>X^2</math>?
*Stel <math>X_1, X_2</math> zijn onafhankelijke s.v. Hoe zou je te werk gaan om de verdeling van <math>X_1 + X_2</math> te vinden?
*Zijn <math>X_1,X_2,\cdots,X_m</math> onafhankelijke s.v. met een <math>\chi^2</math>-verdeling met <math>n</math> vrijheidsgraden. Wat is de verdeling van <math>\sum_{1 \leq j \leq m} X_j</math>?
==== Vraag 4 ====
Zijn <math>X_1,X_2,\cdots</math> s.v. met dezelfde verdeling als de s.v. <math>X</math>. Stel <math>E(X) = \mu, \textrm{Var}(X) = \sigma^2 < +\infty</math>.
Definieer <math>S_n = \sum_{1 \leq j \leq n} X_j</math>. Bewijs dat <math>\frac{S_n - n \mu}{\sqrt{n}\sigma} \to Z</math> in verdeling, waarbij Z standaard normaal verdeeld is.
=== Oefeningen ===
==== Vraag 1 ====
Zijn <math>X, Y</math> s.v. met gemeenschappelijke dichtheidsfunctie <math>f_{X,Y}(x,y) = \frac{1}{\sqrt{2\pi}}\exp(-x)</math> als <math> x \geq \frac12 y^2</math> en <math>f_{X,Y}(x,y) = 0</math> elders.
* Bewijs dat <math>Y</math> standaard normaal verdeeld is. Bepaal de verwachtingswaarde en variantie.
* Bepaal de marginale verdeling van <math>X</math> en ook <math>E\left(\sqrt{|X|}\right)</math>.
* Stel <math>U = X - \frac12 Y^2</math>. Bewijs dat <math>U \sim \textrm{Exp}(\lambda)</math> voor een zekere  <math>\lambda</math> en bepaal <math>\lambda</math>.
* Druk <math>X</math> uit in functie van <math>Y</math> en <math>U</math> en bepaal zo <math>EX</math>.
* Bewijs dat <math>E(X|Y = y) = 1 + \frac12 y^2</math>.
* Bepaal <math>E\left(\left.XY^{10}\right|Y = \sqrt{2}\right)</math>.
==== Vraag 2 ====
In je jaszak zitten drie munten. Bij munt 1 heb je 0.1 kans om kop te gooien, bij munt 2 bedraagt die kans 0.5 en bij munt 3 is het 0.9.
Veronderstel dat je een willekeurige munt uit je jaszak haalt en dat je hem twee keer opwerpt. Noteer met <math>C_i</math> de gebeurtenis dat je de <math>i</math>-de munt uit je jas haalt (<math>i \in \{1,2,3\}</math>) en met <math>H_j</math> de gebeurtenis dat de <math>j</math>-de worp kop levert (<math>j \in \{1,2\}</math>).
*Bepaal <math>P\left(C_i \cap H_1\right)</math> voor elke <math>i</math>.
*Bepaal <math>P\left(H_1\right)</math>.
*Bepaal <math>P\left(C_i \left| H_1\right.\right)</math> voor elke <math>i</math>.
*Bepaal <math>P\left(H_2 \left|H_1\right.\right)</math>.
==== Vraag 3 ====
Zij <math>X</math> een s.v. met dichtheidsfunctie <math>f_X(x) = 3x^2</math> voor <math>0 \leq x \leq 1</math> en <math>f_X(x) = 0</math> elders.
Zijn <math>X_1,X_2,\,\cdots</math> onafhankelijke s.v. met de verdeling van <math>X</math>.
Noteer voor elke <math>n</math>: <math>X_{1:n} = \min\left(X_1,\cdots,X_n\right)</math> en <math>X_{n:n} = \max\left(X_1,\cdots,X_n\right)</math>.
*Toon aan dat <math>X_{n:n} \to 1</math>, waarbij we convergentie in kans bedoelen.
*Toon aan dat <math>X_{1:n} \to 0</math>, waarbij we opnieuw convergentie in kans bedoelen.
*Toon aan dat <math>X_{n:n} + \cos X_{1:n} \to 2</math>, waarbij we nog maar eens convergentie in kans bedoelen.
*Bepaal constanten <math>a_n</math> zodat <math>\frac{a_n X_{1:n}}{\cos X_{1:n}}</math> in verdeling convergeert naar een s.v. met een niet-ontaarde verdeling.
== Eerste zit 2005-2006, KULAK ==  
== Eerste zit 2005-2006, KULAK ==  


(aan de KULAK wordt Kansrekenen gegeven door Van Assche, niet door Gijbels)
(aan de KULAK wordt Kansrekenen gegeven door Van Assche, niet door Gijbels, dus geen relevant examen)
 
(met dank aan Xander Verbeke, 2BW, Kulak :D)


=== Vraag 1 ===
==== Vraag 1 ====


Bereken de voorwaardelijke dichtheid van de bivariate normale verdeling.
Bereken de voorwaardelijke dichtheid van de bivariate normale verdeling.


=== Vraag 2 ===
==== Vraag 2 ====


Stel <math> X,Y </math> onafhankelijk en identiek met dichtheidsfunctie <math> \frac{1}{x^{2}}, x \geq 1 </math>. Bepaal de dichtheidsfunctie van <math> \frac{X}{Y} </math>.
Stel <math> X,Y </math> onafhankelijk en identiek met dichtheidsfunctie <math> \frac{1}{x^{2}}, x \geq 1 </math>. Bepaal de dichtheidsfunctie van <math> \frac{X}{Y} </math>.


=== Vraag 3 ===
==== Vraag 3 ====


# Zij <math> X_{1}, X_{2}, \ldots </math> een rij van Bernoulli experimenten met kans <math> p </math> op succes. Wat is de kans om oneindig vaak het patroon <math>\left(X_{k},X_{k+1},X_{k+2},X_{k+3}\right) = (1,0,0,1)</math> tegen te komen.
# Zij <math> X_{1}, X_{2}, \ldots </math> een rij van Bernoulli experimenten met kans <math> p </math> op succes. Wat is de kans om oneindig vaak het patroon <math>\left(X_{k},X_{k+1},X_{k+2},X_{k+3}\right) = (1,0,0,1)</math> tegen te komen.
# Zij <math> X_{1}, X_{2}, \ldots </math> een rij van Bernoulli experimenten met kans <math> p </math> op succes. Zij <math> B_{n} </math> de gebeurtenis die <math> n </math> opeenvolgende keren succes in het <math> X_{2^{n}}, X_{2^{n}+1}, \ldots , X_{2^{n+1} -1} </math> beschrijft. Toon aan dat <math> P(B_{n}) </math> o.v. gelijk is aan <math> 0 </math> als <math> p < \frac{1}{2} </math> en <math> P(B_{n}) </math> o.v. gelijk is aan 1als <math> p \geq \frac{1}{2}</math>. (Tip: Toon aan: <math> P(B_{n}) \leq 2^{n}p^{n}</math> en <math> P(B_{n}) \geq 1 - (1 - p^{n})^{\frac{2^{n}}{n}}</math>)
# Zij <math> X_{1}, X_{2}, \ldots </math> een rij van Bernoulli experimenten met kans <math> p </math> op succes. Zij <math> B_{n} </math> de gebeurtenis die <math> n </math> opeenvolgende keren succes in het <math> X_{2^{n}}, X_{2^{n}+1}, \ldots , X_{2^{n+1} -1} </math> beschrijft. Toon aan dat <math> P(B_{n}) </math> o.v. gelijk is aan <math> 0 </math> als <math> p < \frac{1}{2} </math> en <math> P(B_{n}) </math> o.v. gelijk is aan 1als <math> p \geq \frac{1}{2}</math>. (Tip: Toon aan: <math> P(B_{n}) \leq 2^{n}p^{n}</math> en <math> P(B_{n}) \geq 1 - (1 - p^{n})^{\frac{2^{n}}{n}}</math>)


=== Vraag 4 ===
==== Vraag 4 ====


Welke verdelingen komen op natuurlijke wijze te voorschijn uit Bernoulli experimenten? Leg ook het verband met Poissonprocessen.
Welke verdelingen komen op natuurlijke wijze te voorschijn uit Bernoulli experimenten? Leg ook het verband met Poissonprocessen.


=== Vraag 5 ===
==== Vraag 5 ====


Waarom zijn karakteristieke functies zo nuttig? Leg uit aan de hand van enkele stellingen.
Waarom zijn karakteristieke functies zo nuttig? Leg uit aan de hand van enkele stellingen.


=== Vraag 6 ===
==== Vraag 6 ====


Bespreek de Cauchy verdeling.  
Bespreek de Cauchy verdeling.  

Versie van 18 jun 2007 17:22

Eerste zit 2006-2007

Theorie

We hadden een uur en drie kwartier de tijd voor de theorievragen: doorwerken dus.

Vraag 1

Zijn Xn,Yn,X,Y stochastische variabelen zodat XnX, YnY, waarbij we noteren voor convergentie in kans.

Bewijs dat Xn+YnX+Y en XnYnXY.


Vraag 2

Zij Ω een verzameling en zij B een sigma-algebra op Ω. Geef de definitie van een kansmaat op (Ω,B).

Zij (Ω,B,P) een kansruimte. Bewijs de volgende uitspraken:

  • Als A1,A2,,AN paarsgewijs disjuncte elementen van B zijn, dan is P(1jNAj)=1jNP(AN).
  • Zij AB. Bewijs dat P(Ac)=1P(A).
  • Zij (An) een monotone rij van elementen van B. Bewijs dat limnP(An)=P(limnAn).

Vraag 3

  • Zij X een s.v. met uniforme verdeling op [0,1]. Wat is de verdeling van X2?
  • Stel X1,X2 zijn onafhankelijke s.v. Hoe zou je te werk gaan om de verdeling van X1+X2 te vinden?
  • Zijn X1,X2,,Xm onafhankelijke s.v. met een χ2-verdeling met n vrijheidsgraden. Wat is de verdeling van 1jmXj?

Vraag 4

Zijn X1,X2, s.v. met dezelfde verdeling als de s.v. X. Stel E(X)=μ,Var(X)=σ2<+.

Definieer Sn=1jnXj. Bewijs dat SnnμnσZ in verdeling, waarbij Z standaard normaal verdeeld is.

Oefeningen

Vraag 1

Zijn X,Y s.v. met gemeenschappelijke dichtheidsfunctie fX,Y(x,y)=12πexp(x) als x12y2 en fX,Y(x,y)=0 elders.

  • Bewijs dat Y standaard normaal verdeeld is. Bepaal de verwachtingswaarde en variantie.
  • Bepaal de marginale verdeling van X en ook E(|X|).
  • Stel U=X12Y2. Bewijs dat UExp(λ) voor een zekere λ en bepaal λ.
  • Druk X uit in functie van Y en U en bepaal zo EX.
  • Bewijs dat E(X|Y=y)=1+12y2.
  • Bepaal E(XY10|Y=2).

Vraag 2

In je jaszak zitten drie munten. Bij munt 1 heb je 0.1 kans om kop te gooien, bij munt 2 bedraagt die kans 0.5 en bij munt 3 is het 0.9.

Veronderstel dat je een willekeurige munt uit je jaszak haalt en dat je hem twee keer opwerpt. Noteer met Ci de gebeurtenis dat je de i-de munt uit je jas haalt (i{1,2,3}) en met Hj de gebeurtenis dat de j-de worp kop levert (j{1,2}).

  • Bepaal P(CiH1) voor elke i.
  • Bepaal P(H1).
  • Bepaal P(Ci|H1) voor elke i.
  • Bepaal P(H2|H1).

Vraag 3

Zij X een s.v. met dichtheidsfunctie fX(x)=3x2 voor 0x1 en fX(x)=0 elders.

Zijn X1,X2, onafhankelijke s.v. met de verdeling van X.

Noteer voor elke n: X1:n=min(X1,,Xn) en Xn:n=max(X1,,Xn).

  • Toon aan dat Xn:n1, waarbij we convergentie in kans bedoelen.
  • Toon aan dat X1:n0, waarbij we opnieuw convergentie in kans bedoelen.
  • Toon aan dat Xn:n+cosX1:n2, waarbij we nog maar eens convergentie in kans bedoelen.
  • Bepaal constanten an zodat anX1:ncosX1:n in verdeling convergeert naar een s.v. met een niet-ontaarde verdeling.


Eerste zit 2005-2006, KULAK

(aan de KULAK wordt Kansrekenen gegeven door Van Assche, niet door Gijbels, dus geen relevant examen)

Vraag 1

Bereken de voorwaardelijke dichtheid van de bivariate normale verdeling.

Vraag 2

Stel X,Y onafhankelijk en identiek met dichtheidsfunctie 1x2,x1. Bepaal de dichtheidsfunctie van XY.

Vraag 3

  1. Zij X1,X2, een rij van Bernoulli experimenten met kans p op succes. Wat is de kans om oneindig vaak het patroon (Xk,Xk+1,Xk+2,Xk+3)=(1,0,0,1) tegen te komen.
  2. Zij X1,X2, een rij van Bernoulli experimenten met kans p op succes. Zij Bn de gebeurtenis die n opeenvolgende keren succes in het X2n,X2n+1,,X2n+11 beschrijft. Toon aan dat P(Bn) o.v. gelijk is aan 0 als p<12 en P(Bn) o.v. gelijk is aan 1als p12. (Tip: Toon aan: P(Bn)2npn en P(Bn)1(1pn)2nn)

Vraag 4

Welke verdelingen komen op natuurlijke wijze te voorschijn uit Bernoulli experimenten? Leg ook het verband met Poissonprocessen.

Vraag 5

Waarom zijn karakteristieke functies zo nuttig? Leg uit aan de hand van enkele stellingen.

Vraag 6

Bespreek de Cauchy verdeling.

Waar komt deze te voorschijn, geef belangrijke eigenschappen en karakteristieken, wat is er zo speciaal aan de Cauchy verdeling?