Kans en maat: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 8: Regel 8:
* Toon aan dat in het algemeen geldt dat <math>\ \mu(S^c) = 0</math>. Gebruik hiervoor (mag je aannemen) de inwendige regulariteit: <math>\mu(E) = \sup\{K\subset \mathbb{R}, K \ \textrm{compact}\ ,\ K\subset E\}</math>. We vinden dat S de kleinste gesloten borelverzameling is, waarvan het complement maat nul heeft.
* Toon aan dat in het algemeen geldt dat <math>\ \mu(S^c) = 0</math>. Gebruik hiervoor (mag je aannemen) de inwendige regulariteit: <math>\mu(E) = \sup\{K\subset \mathbb{R}, K \ \textrm{compact}\ ,\ K\subset E\}</math>. We vinden dat S de kleinste gesloten borelverzameling is, waarvan het complement maat nul heeft.
* Toon aan dat er in het algemeen geen kleinste Borelverzameling bestaat zodat de maat van het complement 0 is (hierbij veronderstellen we dus niet dat de borelverzameling gesloten is!).
* Toon aan dat er in het algemeen geen kleinste Borelverzameling bestaat zodat de maat van het complement 0 is (hierbij veronderstellen we dus niet dat de borelverzameling gesloten is!).
* Definieer de stijgende rechtscontinue functie <math>$F$</math> zodanig dat <math>\mu((a,b]) = F(b) - F(a)</math>. Bewijs dat <math>S = \{x\in \mathbb{R}\ | \ \forall \varepsilon > 0: F(x-\varepsilon) < F(x+ \varepsilon) \}</math>
* Definieer de stijgende rechtscontinue functie <math>\ F</math> zodanig dat <math>\ \mu((a,b]) = F(b) - F(a)</math>. Bewijs dat <math>S = \{x\in \mathbb{R}\ | \ \forall \varepsilon > 0: F(x-\varepsilon) < F(x+ \varepsilon) \}</math>
2)
2)



Versie van 17 jun 2008 07:05

Inleiding

Dit vak wordt gegeven door professor Quaegebeur.

maandag 16/06/08

1) Beschouw met de Borel sigma algebra. We definiëren S:={G | G gesloten, μ(Gc)=0}

  • Berekenen S voor diracmaat in 0 en voor de Lebesguemaat
  • Toon aan dat in het algemeen geldt dat  μ(Sc)=0. Gebruik hiervoor (mag je aannemen) de inwendige regulariteit: μ(E)=sup{K,K compact , KE}. We vinden dat S de kleinste gesloten borelverzameling is, waarvan het complement maat nul heeft.
  • Toon aan dat er in het algemeen geen kleinste Borelverzameling bestaat zodat de maat van het complement 0 is (hierbij veronderstellen we dus niet dat de borelverzameling gesloten is!).
  • Definieer de stijgende rechtscontinue functie  F zodanig dat  μ((a,b])=F(b)F(a). Bewijs dat S={x | ε>0:F(xε)<F(x+ε)}

2)

3) Zij X1,X2,X3 onderling onafhankelijke toevalsvariabelen. Toon aan dat X1+X2,X3 ook onafhankelijk zijn.

4) een aantal vragen over absolute continuiteit en singulier zijn

5)