Getaltheorie

Uit Wina Examenwiki
Versie door Daan.michiels (overleg | bijdragen) op 11 jun 2011 om 14:31 (toevoeging examen juni 2011)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Getaltheorie wordt gegeven door prof. Jan Denef aan 3BW/MW

Examen juni 2011

Getaltheorie juni 2011

Examen September 2010

Getaltheorie September 2010

Examen juni 2010

Getaltheorie 2010

  1. Theorie-vraag, mondeling te verdedigen.
    1. In het bewijs van de reciprociteitswet van Gauss, op pagina 26, de voorlaatste regel, staat er "De te bewijzen gelijkheid volgt nu direct.". Leg dat in detail uit.
    2. Aangaande Eigenschap 6.44, op pagina 37: bewijs in detail waarom dicht ligt in p. (Dat wordt in de cursustekst niet volledig uitgelegd.)
  2. Zij p een oneven priemgetal en q>1 het kleinste kwadratisch nonresidu modulo p. Toon aan dat q priem is, en dat q<p+1.
  3. Zij m>1 een natuurlijk getal waarvoor geldt dat m× niet cyclisch is. Toon aan dat aφ(m)21 mod m voor elke a met ggd(a,m)=1.
  4. Beschrijf alle gehele oplossingen van x22x6y2=9, zodanig dat elke oplossing precies eenmaal voorkomt in je beschrijving.
  5. Zij a>2 een oneven kwadraatvrij geheel getal. We ontbinden a in priemfactoren als a=r1r2rm. Zij q1,q2,,qk onderling verschillende oneven priemgetallen zodanig dat (aqi)=1 voor elke i. Kies tenslotte c zodat (crm)=1 en neem b>1 als oplossing van het stelsel van volgende k+1+m congruenties

{x1 mod qivoor i=1,,kx1 mod 4x1 mod rivoor i=1,,m1xc mod rm

Toon aan dat b een priemfactor p heeft waarvoor geldt dat (ap)=1 en leid hieruit af dat er oneindig veel priemgetallen q bestaan met (aq)=1.

Voor de ongelijkheid in vraag (2) kon een hint gevraagd worden: Bekijk de rij q,2q,,(q1)q.

Examen van 2009

Dit jaar waren er 6 vragen. De eerste drie waren mondeling te verdedigen, de andere 3 schriftelijk. Na ongeveer een uur moest de eerste afgegeven worden. Indien hij daar vragen bij had riep hij je bij hem en mocht je, indien je er al mee klaar was, de tweede en derde vraag ook meenemen. In principe hadden we 4u en 45 minuten de tijd maar hier zijn nog 45 extra minuten bijgekomen

  1. (5pt) Theorie:
    1. Onderaan blz 61 van de cursus staat "N(s) is een factor van N(p)=p2 dus N(s)=p". Leg dit uit.
    2. In eig 6.3.3. staat dat 𝐙p gesloten is in p. Bewijs dit.
    3. Is {n2|n} gesloten in p?
  2. (3pt) Zij f(x) een veelterm in [x]. We noemen een priemgetal p een priemdeler van f(x) indien er een n bestaat zodat p een deler is van f(n).
    1. Bepaal de priemdelers van x2+1 en x22.
    2. Toon aan dat elke priemdeler van x4x2+1 congruent is met 1 modulo 12.
  3. (3pt) Vind alle oplossingen van x4+2x+360 mod 875.
  4. Zij p>5 een priemgetal.
    1. Bewijs dat 2, 5 of 10 een kwadratisch residu is modulo p
    2. Gebruik dit om aan te tonen dat er steeds twee opeenvolgende natuurlijke getallen (niet deelbaar door p) kwadratisch residu zijn modulo p
  5. Er was een bewijs gegeven van een stelling (er zijn oneindig veel p zodat a een kwadratisch niet-residu is modulo p) met bijna elke zin schuingedrukt, je moet de schuingedrukte zinnen verklaren.
  6. Vind alle gehele oplossingen van de vergelijking x2+y2=z3 waarbij x en y relatief priem zijn en waarbij x en y verschillende pariteit hebben. Dat wil zeggen: x is even en y is oneven of vice-versa. Geef een gesloten formule voor de oplossingen.

Examen van 23 juni 2008

  1. Theorie:
    1. Bewijs de laatste congruentie in lemma 4.6.3
    2. (Eigenschap 6.3.4) Bewijs dat i=rci met cip, r convergeert naar een element in p indien limici=0.
  2. Neem p3(mod8) met p priem en q=(p1)/2 ook priem. Is q altijd een kwadratisch residu modulo p?
  3. Beschouw Fn=2(2n)+1, het n-de Fermat-getal. Beschouw een k>2, onderling ondeelbaar met $F_n$. Bewijs:kFn121(modFn)Fn is priem en (kFn)=1
  4. Toon aan dat het Hasse-principe van toepassing is op de volgende vergelijking: x2+2xz2+z4+3y2=q met q priem waarbij de oplossingen (x,y,z) in moeten liggen. Bereken vervolgens de q waarvoor de bovenstaande vergelijking een oplossing heeft.
  5. Zoek de gehele oplossingen van x211y2=5

Examen van 9 juni 2008

  1. (Mondeling te verdedigen.)
    1. In het bewijs van stelling 3.1.1: leg uit waarom R(t) coefficiënten in heeft.
    2. In het bewijs van stelling 6.1.3, de vierde regel van het bewijs: leg uit waarom φ2(a2)=a1.
  2. (Mondeling te verdedigen.) Toon aan dat 5 nooit een kwadratisch residu is modulo een priemgetal p van de vorm p=6n+1 (waarbij n en n1).
  3. Zij n:=3100+2. Stel dat je weet dat x253 geen wortels heeft in n. Toon aan dat n niet priem is.
  4. Zij P een verzameling van priemgetallen en π:P een willekeurige afbeelding. Dan bestaat er een rij (an)n in zodat pP:(an)n convergeert naar π(p) in 𝐙p. Toon dit aan. Eventueel kan je eerst met P eindig proberen.
  5. Zij R de ring van de algebraische gehelen van (2/3). Bepaal de verzameling van alle eenheden van R. Wees nauwkeurig in je bewijs.

Examen van 29 juni 2007

  1. Werk de volgende citaten uit de cursustekst heel nauwkeurig uit:
    1. Algoritme 4.1.7 op pagina 15: De kans dat c+bcb geen kwadraat is in (/p)* is minstens 1/2, aangezien de afbeelding cc+bcb een bijectie is van (/p)*{b,b} naar (/p)*{1,1}.
    2. Eigenschap 6.3.5 op pagina 38: Dit is onafhankelijk van de keuze van n en m omdat de te bewijzen beweringen gelden voor de p-adische gehelen in .
    3. Eigenschap 8.5.1 op pagina 64: Omdat +2 een uniek factorizatiedomein is, en omdat y+2 en y2 onderling ondeelbaar zijn, volgt uit (y+2)(y2)=x3 dat y+2 het product is van de derde macht van een element van +2 en een eenheid in +2.
  2. Noteer met V de verzameling van alle natuurlijke getallen die op "2007" eindigen in hun decimale voorstelling. Bepaal alle priemgetallen p zodat de verzameling V dicht is in p, de ring van de p-adische gehelen met de p-adische metriek.
  3. Zij p een willekeurig priemgetal. We noemen X𝐙p de Teichmüller lift van x𝔽p (het veld met p elementen) indien het beeld van X in 𝔽p gelijk is aan x en Xp=X.
    1. Bewijs dat elke a𝔽p een unieke Teichmüller lift A heeft.
    2. Stel p=5 en a=2¯. Bepaal de waarde van A modulo 125.
  4. Deze vraag bestaat uit drie deeltjes:
    1. Zij p priem. Bewijs dat (3p)=(1)[p3][p6], met [x] het grootste geheel getal kleiner dan of gelijk aan x.
    2. Zij m0 een geheel getal. Bewijs dat 12m21 een priemdeler p heeft met p11(mod12).
    3. Bewijs dat er oneindig veel priemgetallen p bestaan met p1(mod3). (Hint: wanneer is (3p)=1?)
  5. Beschouw voor een gegeven priemgetal p de vergelijking x2xy+2y2=p.
    1. Bewijs dat de vergelijking een gehele oplossing (x,y) heeft als p1(mod7).
    2. Bepaal alle gehele oplossingen (x,y) voor p=29.

Examen van 23 juni 2006 (NIET MEER RELEVANT)

  1. gegeven een getal p=3mod4, q=2p+1, q is priem.
    Bewijs: q|2p1
  2. Beschrijf met één congruentierelatie alle priemgetallen p, die in decimale schrijfwijze niet eindigen op 1 of 6, en waarvoor p volgende eigenschappen heeft:
    • Er bestaat een getal a dat a+1 als multiplicatieve inverse heeft.
    • Er bestaan getallen a en b die zowel elkaars multiplicatieve als additieve inverse zijn.
    • Er bestaat een getal xpx waarvan de derde macht gelijk is aan het drievoud.
  3. Neem E het ontbindingsveld van de veelterm x3+5[x]
    Bewijs: E=(3,53)
    Met welke gekende groep is de Galois-groep van E over isomorf?
    Beschrijf ten slotte alle tussenvelden tussen E en met behulp van een primitief element.
  4. Gegeven: E is een eindige normale velduitbreiding van F.
    VEE[x] is een vectorruimte over E, die gesloten is onder de actie van Gal(E,F), d.w.z.
    fσVE  fVE,σGal(E,F)
    Stel VF=VEF[x].
    Bewijs dat een F-basis van VF ook een E-basis is van VE