Statistiek en Data-Analyse

Uit Wina Examenwiki
Versie door Giel.dops (overleg | bijdragen) op 9 sep 2013 om 20:58 (Nieuwe pagina aangemaakt met '=Samenvattingen= Klik hier om de samenvattingen te bekijken =Inleiding= Dit vak wordt sinds het academiejaar 2009-2010 ...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Samenvattingen

Klik hier om de samenvattingen te bekijken

Inleiding

Dit vak wordt sinds het academiejaar 2009-2010 gegeven door prof. Mia Hubert aan tweedejaars informatici. Hiervoor kregen de informatici het vak Statistiek samen met de wiskundigen en fysici.

Examens

2012-2013

Vrijdag 18/01/2013 voormiddag

Dit is wat ik er mij nog van herinner, de vragen zijn dus niet precies dezelfde.

  1. Thomas Van Den Spiegel is 214 cm groot. Leg uit hoe men kan bepalen hoe groot (of hoe normaal) dit is.
  2. Gegeven een tabel met daarin de absolute frequenties van een steekproef naar het spijbelgedrag van leerlingen uit het ASO, BSO en TSO: nooit, soms, vaak. Dit is dus een 3x3 tabel.
    1. Test: meer dan 50% van de leerlingen uit het ASO spijbelt nooit.
      1. Geef H0.
      2. Geef de teststatistiek onder H0 en de testwaarde.
      3. Geef de P-waarde.
      4. Besluit.
    2. Ga na of er een verband is tussen de waarden.
      1. Geef H0.
      2. Geef de teststatistiek onder H0 en de testwaarde.
      3. Geef de P-waarde.
      4. Besluit.
      5. ???
  3. Gegeven de functie y=34(x0.5)(2.5x) als x[0.5,2.5] en anders 0. Deze stelt de tijd voor die ik nodig heb om op mijn werk te geraken.
    1. Ik moet om 9u op mijn werk zijn, wat is de kans dat ik te laat kom als ik om 7u40 vertrek?
    2. Over 200 dagen gezien als ik opnieuw om 7u40 vertrek: wat is de kans dat ik hoogstens 20 keer op die 200 dagen te laat kom?
  4. Voor een nieuw soort roomijs hebben 9 mensen geproefd en een score tussen 1 en 20 (kan ook tussen 0 en 20 zijn, ik hoop van niet). Er waren 2 scores onder 10 en 7 scores boven 10.
    1. Bepaal met een teststatistiek of het ijs lekker is (dus een score groter dan 10).
      1. Geef H0.
      2. Geef de teststatistiek onder H0 en de testwaarde.
      3. Geef de P-waarde.
      4. Besluit.
    2. Wat is het 95% betrouwbaarheidsinterval van de mediaan? Wat betekent dit interval concreet voor dit voorbeeld?
  5. Een lineair verband tussen de maandelijkse productie van windmolens en de hoeveelheid wind, gezien over 32 maanden. Gegeven de output van de lm-functie uit R, een paar Shapiro-Wilk tests, enkele QQ-plots en de residuplot.
    1. ???
    2. ???
    3. Is het een goed model? (of zoiets)
    4. Vul de ANOVA tabel in (enkel 1 en F zijn gegeven).
    5. Wat betekent Std. Error in die lm-functie?