Meetkunde II

Wie al eens examen meetkunde heeft gehad weet waaraan zich te verwachten: een uitputtingsstrijd die gemakkelijk een achttal uur kan duren, met een deel theorie, mondeling te verdedigen, en een deel oefeningen die enkel schriftelijk uit te werken zijn. Het examen is openboek. Dillen is hierbij zeer los: je kan steeds gewoon rechtstaan om naar het toilet te gaan, of om drinken of eten uit een nabije automaat te halen.
Examens
2006-06-28
Theorie
- Definieer het begrip harmonisch puntenviertal. Definieer vervolgens de poollijn van een punt P ten opzichte van twee rechten. Geef een alternatieve definitie voor poollijn. Bespreek vervolgens de meetkundige constructie voor de poollijn van een punt.
- Beschouw een oppervlak en een oppervlaksegment van M. Zij
- Als een kromme is en , toon dan aan dat er een open deel met en een kromme bestaat zodat voor elke . (Hint: Gebruik dat x op een diffeomorfisme na lokaal van de vorm (u,v,f(u,v)) is.)
- Zij het eenheidsnormaal vectorveld. We noteren de beperking ook door . Toon aan dat .
- Beschouw twee oppervlakken en die elkaar snijden in een reguliere kromme. Zij Fout bij het parsen (onbekende functie "\alfa"): {\displaystyle \alfa:I \to U} een parametrisatie van deze kromme. We zeggen dat een hoofdkromme is van een oppervlak als en slechts als een eigenvector is van de Shape-operator S. Veronderstel dat de normalen en van de oppervlakken op een constante hoek maken.
Oefeningen
2006-06-19
Theorie
- Definieer de begrippen enkelvoudig en meervoudig punt voor een willekeurig punt P van een algebraïsche kromme C = V(F) in aan de hand van het begrip snijpuntsmultipliciteit. Voer ook het begrip hoofdraaklijn in. Bespreek het geval dat P een dubbelpunt is grondig.
- Beschouw een oppervlak en een oppervlaksegment van M. Zij
- Als een kromme is en , toon dan aan dat er een open deel met en een kromme bestaat zodat voor elke .
- Zij het eenheidsnormaal vectorveld. We noteren de beperking ook door . Toon aan dat .
- Zij een raakvector met en zij H het vlak door p, opgespannen door en w. Dan snijdt H het oppervlak M in de omgeving van p in een kromme. Stel dat een booglengteparametrisatie is van deze kromme, dus en stel dat en . Toon aan dat de normale kromming in de richting van w gegeven is door waarbij de kromming is van , , in het bijzonder is als en als , met N het hoofdnormaalveld van α.
- Interpreteer dit resultaat. Geef in het bijzonder commentaar over de normale kromming van minimale oppervlakken.
Oefeningen
- Elke projectieve transformatie heeft minstens 1 vast punt. Bewijs of geef een tegenvoorbeeld.
- Zij een projectieve ruimte. Bewijs de volgende uitspraken (die we in de oefenzittingen gebruikt hebben):
- De doorsnede van 2 lineaire systemen in is opnieuw een lineair systeem, met als as de som van de assen van de oorspronkelijke lineare systemen.
- De som van 2 lineaire systemen in (gedefinieerd door de som van de overeenkomstige projectieve deelruimten van de duale ruimte te nemen) is opnieuw een lineair systeem, met als as de doorsnede van de assen van de oorspronkelijke lineaire systemen.
-
- Zij een natuurlijk getal. Argumenteer dat de verzameling van alle algebraïsche krommen van graad m in de structuur heeft van een projectieve ruimte. Schrijf de dimensie van deze ruimte in functie van m.
- Noteer met de standaard projectieve ijk in . Toon aan dat de verzameling van de vierdegraadskrommen in door en , met keerpunten in en met respectievelijk keerraaklijnen en , een projectieve deelruimte vormt van de vierdegraadskrommen in en bepaal haar dimensie.
- In is een niet-ontaarde parabool P gegeven met daarop 3 onderscheiden punten . Toon aan dat de normalen op P in en concurrent zijn als en slechts als het zwaartepunt van de driehoek op de as van P ligt.
Hint: kies een geschikte Euclidische ijk en werk met een rationele parametervoorstelling voor P. - Zij M het oppervlak in met vergelijking
- Bereken de gemiddelde kromming H en de Gausskromming K van M.
- Bereken en . Worden infimum en supremum bereikt? Zo ja, in welk punt?
2006-08-21
De vragen zijn niet zo volledig als vorige keer, ik had geen tijd om ze over te schrijven nu. Hopelijk zijn ze iets waard. Excuses voor eventuele fouten.
Theorie
- Zelfde als in eerste zit.
- Gegeven een compact oppervlak en een functie . We gaan bewijzen dat er een punt bestaat op het oppervlak zodat de Gausskromming strikt negatief is.
- Definieer . Neem een punt waar maximaal is, met . Bewijs dat .
- Neem . Definieer . Bewijs dat met Let wel dat de uitdrukking in het linkerlid misschien niet volledig correct is, maar het was alleszins iets van die strekking.
- Concludeer hieruit dat de kromming negatief is in dit punt.
Oefeningen
- Zij een projectieve transformatie van zodanig dat , en .
- Bewijs dat de identieke transformatie is.
- Zij een vast punt van . Bewijs dat .
- Zij en 2 lineare systemen van zodat ze geen hypervlak gemeen hebben. Neem een hypervlak uit . Dan bestaat er een bundel hypervlakken die zowel als een exemplaar uit en bevat. (Klopt deze vraag wel?)
- Dualiseer deze stelling naar .
- Dualiseer de stelling naar de assen van de lineaire systemen.
- Bewijs 1 van de 3 stellingen (de anderen volgen uit dualiteit).
- Wat is de meest algemene vergelijking van een kromme in die graad heeft, waarbij het punt een -voudig punt is, en waarvoor de rechten asymptoten zijn?
- Een tractrice is een functie met die voor elk punt voldoet aan de volgende eigenschap: de afstand van naar de x-as, gemeten volgens de raaklijn, is .
- Bewijs dat een tractrice voldoet aan volgende differentiaalvergelijking: .
- Als we het omwentelingslichaam, verkregen door een tractrice te wentelen rond de x-as, beschouwen, dan is de Gausskromming van dit lichaam constant en strikt negatief (denk ik). Bewijs dit.