Religie, zingeving & levensbeschouwing

Uit Wina Examenwiki
Versie door XavierT (overleg | bijdragen) op 15 jun 2008 om 12:07 (New page: right|200px| == Voorbeeld examenvragen == '''...bij het inleidend hoofdstuk''' <br/> 1. a) Wat is het verschil tussen 'godsdienstwetenschappen' (in strikte...)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Fout bij het aanmaken van de miniatuurafbeelding: Bestand is zoek

Voorbeeld examenvragen

...bij het inleidend hoofdstuk
1. a) Wat is het verschil tussen 'godsdienstwetenschappen' (in strikte zin) en 'theologie'?
b) Illustreer je antwoord aan de hand van het geheel van de cursus.
2. Antoon Vergote geeft aan dat er een verschuiving is (of mogelijk is) in het christendom van een culturele naar een geloofsreligie.
a) Licht dit toe
b) Illustreer je antwoord vanuit het geheel van de cursus.
3. Becommentarieer volgende tekst vanuit de lijnen uitgezet in de colleges:
"Impliciet pluralisme houdt in dat op elk vlak kwaliteit moet primeren, en dat deze kwaliteit hét structurerend principe wordt van de Vlaamse universitaire ruimte [...]. Ook de curriculumopbouw mag enkel op kwaliteit gestoeld zijn. Verborgen ideologische agenda's moeten te vuur en te zwaard uitgedreven worden. De K.U. Leuven mag haar studenten immers geen katholieke lijn opdringen. Dit past niet in een studentgerichte visie op onderwijs. Een op kwaliteit geïnspireerde curriculumopbouw impliceert dan ook onvermijdelijk een diepgaande reflectie over het licentieplichtvak 'Vraagstukken uit de Godsdienstwetenschap' [nu: Religie, zingeving en levensbeschouwing] (Studententoespraak bij de opening van het academiejaar 1998-1999, Veto, 29 september 1998).

...bij hoofdstuk 1
4. Licht toe: "Het christendom is een traditie-gebonden godsdienst"; of, met andere woorden, wat is traditie en wat heeft christelijk geloof met traditie te maken?
5. a) Verklaar de term recontextualisering.
b) Geef een aantal voorbeelden (uit je dagelijkse omgeving).

...bij hoofdstuk 2
6. a) Wat zijn 'moderne grote verhalen'? Wat is hun functie?
b) Welke verhouding nemen ze aan tot de traditionele religie?
Werk beide deelvragen uit via een sprekend voorbeeld.
7. Waarom wordt het christelijke geloof in de moderne tijd verleid tot 'theologische conformering' en 'theologische recuperatie'? Leg ook uit wat deze termen betekenen en geef telkens een welgekozen voorbeeld.

...bij hoofdstuk 3
8. Toon aan dat de eerste reactie vanuit het christendom op de postmoderne pluralisering en individualisering analoog is aan haar reactie op de moderne traditie- en religiekritiek.
9. a) Hoe kan in de postmoderne context de traditiebetrokkenheid van de christen gepast reflexief geduid worden?
b) Welke traditie-opvattingen doen ofwel de context, ofwel het christendom zelf, daarentegen onrecht aan?

...bij hoofdstuk 4
10. a) Waarom hebben we het verhaal van de economisering een postmodern, sluipend, groot verhaal genoemd?
b) Illustreer je antwoord met enkele sprekende voorbeelden
11. Becommentarieer het volgend tekstfragment uit De Standaard Magazine (03.04.98) n.a.v.het succes van de New Age bestsellers van James Redfield, De celestijnse belofte en Het tiende inzicht, en de werkboeken die er in het Nederlands bij verschenen zijn, vanuit de cursus:
"Al één miljoen boeken worden verkocht: ook de lage landen zijn in de ban van de celestijnse rage, op gang getrokken door het succesboek van James Redfield. De kerken lopen leeg, maar het heimwee naar de Hof van Eden blijft. Vandaag knutselt iedereen aan zijn geloofje voor eigen gebruik. 'We zijn allemaal zielen op zoek naar onszelf'.".

...bij hoofdstuk 5
12. a) Wat bedoelen we met de 'cultuur van de kick'?. Hoe past deze binnen onze bredere analyze van de postmoderne context?
b) Is dit de enige ervaringsmodus die werkelijk postmodern te noemen is?

...bij hoofdstuk 6
13. a) Wat bedoelen we met het model van het 'open verhaal'?
b) Is dergelijke open-verhaal-structuur herkenbaar voor christenen?

...bij hoofdstuk 7
14. Becommentarieer volgende teksten: Joh 2,13-25; Lc 16,19-31; Mt 23, 13-36
15. "Na [a] de paaservaring is het voor [b] de eerste kerk blijkbaar enkel in de modus van het [c] open verhaal mogelijk het Jezus-verhaal, [d] als open verhaal, ter sprake te brengen". Licht deze zin als geheel en in de onderscheiden zinsdelen (a,b,c,d) toe.

Hoofdstuk 8 is geen examenstof dit academiejaar (2005)

...hoofdstuk 9
Zie hierbij ook de zelftest bij de module begeleide zelfstudie 'christendom en wereldreligies' (die actief zal zijn als dit hoofdstuk wordt gezien in de colleges). De vragen die daar opgenomen zijn, gelden eveneens als voorbeeldexamenvragen.
16. Verklaar volgende parabel:
"Een groep van zeven leerlingen maakten samen met de meesten komen wellicht ergens in het Verre Oosten, een ochtendwandeling. In het prille zonlicht schitterden de dauwdruppels... "
17. Kan de christen Jezus van Nazaret begrijpen als van hetzelfde religieuze genie als Mozes, Mohammed of Boeddha?

...bij hoofdstuk 10
18. a) Hoe verhouden geloof en wetenschap zich tot elkaar in het conflictmodel? Licht je antwoord met een eigen voordeel toe.
b) Werk op basis van dit voorbeeld de positie die in de colleges werd ingenomen uit.
19. Beoordeel het volgende:
"Paus Johannes-Paulus II verleende onlangs Galileo Galilei (1564-1642, veroordeeld in 1633) met drieëneenhalve eeuw eerherstel, alhoewel deze zelfde paus -naar het getuigenis van Stephen Hawking- de astrofysici in 1981 bij je een audiëntie te Castel Gandolfo vermaande hun onderzoek te limiteren tot de Big Bang en wat erna komt; wat de Big Bang zelf betrof: dat was Gods werk, de scheppingsact, en dus geen onderzoeksobject."
20. Becommentarieer volgend tekstfragment (met commentaar) van Blaise Pascal (1623-1692), wetenschapper, filosoof en gelovige, die zijn ideeën stellingmatig uitgeschreven heeft in zijn postuum uitgegeven Pensées (de Standaard der Letteren, 19.06.1997, p. 14, recensie van P De Martelaere bij de Nederlandse vertaling van 1997) vanuit de cursus:
"In meer filosofische milieus [...] wordt vooral Pascals beruchte weddenschap of gok aangehaald, waarbij het erom gaat de voor- en nadelen van het geloof in [de christelijke] God voor het leven van de mens tegen elkaar af te wegen. Met rationele zekerheid kan het bestaan van God immers niet worden bewezen: als oneindig wezen is God volkomen onvatbaar in categorieën, zoals ook in de wiskunde het begrip van het oneindige niet aan de hand van bekende getallen kan worden voorgesteld. In het geval van God moet dus op zijn bestaan worden 'gewed', maar dan een weddenschap zonder rationele basis, een sprong in het luchtledige. 'Laten we dit punt eens nader onderzoeken en zeggen "God bestaat of hij bestaat niet". Voor welk standpunt zullen we kiezen? Het verstand kan hierop geen uitsluitsel geven. Er is oneindige chaos die ons daarvan scheidt. Aan het uiteinde van deze oneindige afstand gooit men een munt op en die valt kruis of munt. Waarop gaat U wedden? Op redelijke gronden. U kunt noch het ene noch het ander doen, en op redelijke gronden kunt U geen van beide uitsluiten.' (citaat van Pascal) ".

...bij hoofdstuk 11
21. Beoordeel volgende tekst uit de Standaard Magazine, 06.02.98, p. 6. Gebruik hiertoe de diverse ethische denkinstrumenten geboden in de colleges.
"We moeten voorzichtig zijn met onze geconditioneerde reflex tegen alles wat onnatuurlijk is. Klonen is voor mensen uiteraard onnatuurlijk. Maar niet natuurlijk is daarom nog geen synoniem van niet goed. Boeken lezen is ook onnatuurlijk. Wat we onnatuurlijk of onmenselijk vinden, verandert bovendien door gewenning. Slechts enkele decennia geleden werd kunstmatige inseminatie van mensen als moreel verwerpelijk gezien. Het wegnemen van hoornvlies bij doden om het zicht van levenden te redden is ooit illegaal geweest, vandaag word het immoreel gevonden om het niet te doen ".
22. Hoe kan een probleemstelling als wetenschappelijk onderzoek met proefdieren in ethisch perspectief reflexief aangepakt worden?
23. Geef de diverse aspecten aan waarmee een ethische daad kan geanalyseerd worden, en licht toe met een eigen voorbeeld.
24. Becommentarieer volgend tekstfragment (de Standaard, 10.12.1998, p.2) vanuit de cursus:
"De dertig artikelen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vormen de bouwstenen van een discours dat steeds meer dienst doet als een 'universele ethiek'. Maar gaat het toch niet om een specifiek Europees-Amerikaans verhaal dat het Westen -dankzij zijn technologisch-economisch-politieke hegemonie- aan de rest van de wereld opdringt?".