Logica voor Informatici

Uit Wina Examenwiki
Versie door Mick (overleg | bijdragen) op 15 jun 2008 om 16:55
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Fout bij het aanmaken van de miniatuurafbeelding: Bestand is zoek
Prof. Jan Denef

SINDS 2007 WORDT DIT VAK NIET MEER GEDOCEERD. HET IS UITEENGEVALLEN EN ONDERVERDEELD IN ZOWEL WISKUNDIG REDENEREN ALS FUNDAMENTEN VAN DE INFORMATICA

Dit vak wordt gedoceerd in het eerste semester van eerste Bachelor met in januari een schriftelijk examen.

Inleiding

Onderschat dit toch niet, en vooral het logica-gedeelte niet! Je moet vlot oefeningen kunnen maken in de stijl van de oefenzittingen, maar altijd van de moeilijkste soort (meestal erg lange zinnen). Panikeer dus niet als je net je examen krijgt, en het ziet ernaar uit dat je nog geen halve vraag van de 7 vragen kan, begin er gewoon aan en dat loopt wel los. Oefeningen zijn dus bewijzen of iets al dan niet logisch waar is, een logisch gevolg van een (verzameling) zin(nen) is, WinKe-bewijzen, beweringen uit Tarski-werelden, e.d... niks dat je niet gezien hebt. Voor structuren komt het grotendeels op hetzelfde neer.

De algemene regel is dat als je dit vak goed kon in de oefenzittingen, dat de examens ervan geen probleem zullen zijn om te maken. Let wel op: prof. Denef verbetert vrij streng, dus zorg ervoor dat alles zeker correct genoteerd is (niet al té intuïtief, maar in de juiste taal van de propositie- of predikatenlogica). Dit kan wel eens zorgen voor verrassende (in de negatieve zin) resultaten als je je punten krijgt.

De puntenverdeling is als volgt:

  • Theorie: 4 punten
  • Oefeningen: 16 punten

Examens

Vorige examens zijn te bezichtigen op de toledo-site voor het vak.

2006-06-19

Deel 1:

  1. (2p) Bewijs de onvolledigheidsstelling van Gödel (voor een theorie met een eindig aantal zinnen).
  2. (5p) Geef een trouwe vertaling van de volgende naar de Tarski-pred-taal van de volgende uitspraken:
    • Er staat juist één grote driehoek op het bord. (Relatie-identifiers: Triangle, Large)
    • Er staat juist één grote driehoek op het bord, en die staat achter alle vierkanten die links van alle vijfhoeken staan. (Relatie-identifiers: Triangle, Large, Square, LeftOf, Pentagon, BackOf)
  3. (3p) Gegeven de zinnen
    • (1)  (x)[U(x)(y)R(y,x)]
    • (2)  (x)[U(x)(y)(R(x,y)P(x,y))]
    • (3)  (x)(y)[R(x,y)(R(y,x)¬U(y))]
    • (4)  (x)(y)P(x,y)
    Bewijs dat zin 4 een logisch gevolg is van de eerst drie met een WinKE-bewijs, waarbij je elke stap motiveert.
  4. (2p) Vervang in de vorige vraag zin 3 door
    • (3)  (x)(y)R(x,y)
    Bewijs dat zin 4 geen logisch gevolg is van 1, 2 en 3' door een DecaWorld te construeren die een tegenvoorbeeld vormt.

Deel 2:

  1. (2p) Bewijs dat een groep waarvan de orde een priemgetal is, cyclisch is.
  2. (3p)
    • (Wiskunde) Beschouw een pred-taal . We definieren een equivalentierelatie op de verzameling van alle zinnen van , door AB als en slechts als AB logisch waar is. We definieren de klasse van A als [A]={X|XA}. Zij 𝒜 de verzameling van alle klassen. Definieer een bewerking als *:𝒜×𝒜𝒜:([A],[B])[(AB)]. Bewijs dat * goed gedefinieerd is, en dat 𝒜,* een commutatieve groep is met als neutraal element de klasse van een logisch ware zin. Bepaal ook de orde van elk element van de groep.
    • (Fysica en co) Bewijs dat er geen punt (x, y) met gehele coördinaten op de rechte met vergelijking ax + by = c ligt (waarbij a, b en c gehele getallen zijn) als en slechts als ggd(a, b) geen deler is van c.
  3. (3p) Jan Denef en Evariste Galois spelen een wiskundige Russische roulette. Hierbij gebruiken ze een ronde kogelhouder met 257 kogelgaten. We nummeren het bovenste kogelgat met 0, en vervolgens met de klok mee van 1 tot 256. Het bovenste kogelgat blijft dus steeds nummer 0, ook al is de kogelhouder gedraaid en is dit een andere kogelgat geworden. Om de beurt schieten Jan en Evariste een keer op de ander, waarbij Jan als eerste schiet. Het zijn goede schutters, dus als ze schieten, raken ze hun doel ook. Er is echter slechts één kogel. Voor de eerste beurt bevindt die zich in het gat met nummer 256. Er wordt enkel geschoten als de kogel zich in het gat met nummer 0 bevindt.
    • Na elke beurt wordt de kogelhouder vijf eenheden gedraaid. Dus na n beurten bevindt de kogel zich in het kogelgat met nummer 256+5n(mod257). Wie wordt als eerste geraakt, en na hoeveel beurten gebeurt dit?
    • Beschouw nu het geval waarbij de kogel na n{0} in het kogelgat met nummer 256+5n(mod257) bevindt. Wie wordt nu als eerste geraakt?


EXAMENVRAGEN 16-06-2005

1. In de onvolledigheidsstelling van Gödel wordt een voorwaarde gegeven ivm berekenbaarheid. Formuleer deze voorwaarde, geef uitleg, en geef een tegenvoorbeeld wanneer deze voorwaarde niet voldaan is.

2. Vertaal naar Tarski-predtaal: Zin 1: Er ligt hoogstens één driehoek achter alle vierkanten. Zin 2: Er ligt hoogstens één figuur achter alle vierkanten die er links van liggen.

3. Gegeven (1): (V x) { V(x) -> (V y) ( ~W(y) -> R(x,y) ) } (2): (V x) { V(x) -> (E y) ( S(y) /\ ~R(x,y) ) } Bewijs dat (3): (E x) { V(x) -> ( S(x) /\ W(x) ) } een logisch gevolg is van (1) en (2) mbv een winKE-waarheidsboom.

4. Gegeven: (1): (V y) { (E x) ( R(x,y) \/ V(x) ) -> (V x) ( V(x) /\ R(y,x) ) } (2): (V y) { (E x) ( R(x,y) /\ V(x) ) -> (V x) ( V(x) /\ R(y,x) ) } (3): (V x)(V y) { V(x) /\ R(y,x) } \/ (V x)(V y) { ~R(x,y) /\ ~V(y) } Kijk of (3) een gevolg is van (1) en (2), zo ja, geef een WinKE-bewijs, zo nee, geef een tegenvoorbeeld.

5. Formuleer en bewijs: de orde van een deelgroep van een eindige groep is…

6. Waar of niet waar en leg uit. (1) Zij K en L cyclische deelgroepen van een groep G. Dan is ( K(doorsnede)L ) ook cyclisch. (2) Zij G een eindige groep met minstens 2 elementen, en elk element heeft orde 1 of 2. Dan is G (=~) Z_(2,+)

7. Zij n € N, dan ‘bestaat er een n-voud dat in decimale schrijfwijze enkel uit 9’s bestaat’ <=> ‘ggd(n,10)=1’.