Kansrekenen en statistiek I: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 8: Regel 8:
==Academiejaar 2013-2014==
==Academiejaar 2013-2014==
Vragen en oplossing proefexamen: [[Media:tussentijdsetoets.pdf]]
Vragen en oplossing proefexamen: [[Media:tussentijdsetoets.pdf]]
[[Media:Bestand Bestandsgeschiedenis Bestandsverwijzingen|Examenvragen juni 2014]]
[[Media:Bestand Bestandsgeschiedenis Bestandsverwijzingen|Examenvragen juni 2014]]



Versie van 28 jun 2014 18:31

Algemeen

Vanaf 2011-2012 zijn de vakken 'Statistiek' en 'Kansrekenen' samengevoegd tot 'Statistiek en Kansrekenen I en II'. Hierin is de vakinhoud lichtjes gewijzigd en wordt er meer aandacht besteed aan de theoretische achtergrond.

Kansrekenen en Statistiek I wordt gedoceerd door professor A. Van Messem.

Het examen is volledig schriftelijk, waarvan 1/20 voor 2 kleine taakjes, 3/20 voor het R-project (beide gedurende het jaar) en 16/20 verdeeld over theorie en oefeningen.

Examens

Academiejaar 2013-2014

Vragen en oplossing proefexamen: Media:tussentijdsetoets.pdf

Examenvragen juni 2014

Academiejaar 2012-2013

Examen 2 september 2013

Examen 2 september 2013

Examen 10 juni 2013 (VM)

Examen 10 juni 2013 (VM)

Academiejaar 2011-2012

11 juni 2012

Theorie

  • Geef de ongelijkheid van Chebyshev en bewijs een van deze twee ongelijkheden.
  • Bepaal de momentgenererende functie van de poissonverdeling met parameter $\lambda$. Bepaal vervolgens door middel van deze functie de verwachtingswaarde en de variantie.
  • Waar of niet waar. Leg uit indien juist en verbeter als de uitspraak fout is.
  1. Als Cov(X,Y)=0, dan zijn X en Y onafhankelijk.
  2. Gegeven zijn universum Ω={α,β,γ,δ,ϵ} en 𝒞={{α,β,δ},{δ,ϵ},{γ,ϵ}}. Er werd een verzameling gegeven σ(𝒞) en de vraag was of dit een sigma-algebra was.
  3. Indien X en Y normaal verdeeld zijn, dan is de stochastische vector (X,Y) bivariaat normaal verdeeld.

Oefeningen

  • Deze oefening was opgebouwd uit verschillende kleine berekeningen waarbij telkens de kans naar een speciefieke gebeurtenis gevraagd werd.
  • Deze vraag was gebaseerd op hypothesetesten, type-I en type-II fouten, schatters en betrouwbaarheidsinterval. Met behulp van de uitvoer van R-code (bijgevoegd in het examen) konden deze 4 zaken berekend worden. Het statistisch probleem onderzocht de invloed van een bloeddrukverlagend medicijn. Hierbij waren er 2 groepen, de eerste kreeg het medicijn toegediend en het tweede was de testgroep met een placebo.