Algemene Natuurkunde II: verschil tussen versies

Uit Wina Examenwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Pieter Segaert (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(129 tussenliggende versies door 40 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Afbeelding:PietVanDuppen.jpg|right|300px|]]
= Didactisch Team =
 
{|
Om de steeds langere wordende pagina wat in te tomen vind je hier een voorgedefinieerd .txt bestandje om een examen in Latex in te geven. Je kan dan zeer eenvoudig de pdf uploaden.
! Academiejaar
[[Media:Natuurkunde_II.txt‎]]
! Professor(en)
[[Media:Natuurkunde_II.pdf‎]]
! Assistent(en)
 
|-
Helemaal onderaan deze pagina zijn een aantal handige documenten te vinden waaronder een samenvattingen van het deeltje magnetisme in materie. Ook wel hoofdstuk 30b.
| 2019-2020
 
| Professor1, Professor2
 
| Assistent1, Assistent2
==Eerste zit 2008-2009, 11 juni voormiddag==
|-
 
| 2020-2021
[[Media:11_juni_2009_voormiddag.pdf‎]]
| Professor1, Professor2
 
| Assistent1, Assistent2
 
|}
===Theorievraag (8 pt)===
(mondeling na schriftelijke voorbereiding) Bespreek de veralgemening van de wet van Ampère naar de wet van Ampère-Maxwell (opladen van een condensator). Bepaal het magnetisch veld in een vlak evenwijdig met de condensatorplaten en dat zich tussen de platen bevindt. Vergelijk dit resultaat met het magnetisch veld buiten de platen. Wat gebeurt er indien een diëlektricum tussen de platen geschoven wordt?
 
Bijvraagjes:
Zet de curve voor het magnetisch veld buiten de condensator en tussen de condensator op één grafiek. Dit zowel voor de situatie zonder diëlektricum en de situatie met diëlektricum.
 
===Kleine vraagjes===
====Kleine vraag 1 (1 pt)====
Het elektrisch veld in een gebied dat gedefinieerd wordt door het y-z vlak en de negatieve x-as wordt als volgt gegeven: E = -ax (a is een positieve constante en voor positieve x-waarden is er geen elektrisch veld). Wanneer we van x=0, waar we V=0 definiëren, naar meer negatieve x-waarden van x gaan, verandert de elektrische potentiaal als:
# een afnemende functie evenredig met -|x²|
# een afnemende functie evenredig met -|x|
# een constante funtie
# een toenemende functie evenredig met +|x|
# een toenemende functie evenredig met -|x|
====Kleine vraag 2 (1 pt)====
Twee identieke lampen staan in een elektrisch circuit waarin zich een gebied bevindt met een in de tijd toenemend magnetisch veld (B).
 
[[Afbeelding:Algemene_natuurkunde_2_11_6_2009.jpg|200px|]]
 
Wanneer de schakelaar open is:
# gloeit lamp 1, lamp 2 is uit
# gloeit lamp 2, lamp 1 is uit
# gloeien beide lampen even intens
# gloeien beide lampen half zo hard dan wanneer de schakelaar gesloten is
# beide lampen zijn uit
 
Wanneer de schakelaar gesloten wordt:
# gloeit lamp 1 het hardst
# gloeit lamp 2 het hardst
# gloeien beide lampen even intens
# gaat lamp 1 uit
# gaat lamp 2 uit
 
===Oefeningen===
====Oefening 1 (5 pt)====
Stel dat er zich op een niet-geleidende staaf van lengte L een gelijkmatig verdeelde lading Q bevindt. De staaf draait met een hoeksnelheid <math>\omega</math> om een as die er loodrecht op staat en door één van de uiteinden gaat. Bereken het magnetisch dipoolmoment van deze staaf.
Stel verder dat het geheel zich vrij in de ruimte kan bewegen. Hoe zal de staaf zich positioneren ten opzichte van het aardmagnetisch veld (leg uit)? Maak een duidelijke tekening met inbegrip van de nodige vectoren.
====Oefening 2 (5 pt)====
Stel dat we een elektrische keten hebben die uit twee elementen bestaat, maar we weten niet wat die elementen zijn (L,R of C). Wordt de keten op een spanningsbron van 60Hz en 120V aangesloten, dan wordt de stroomsterkte 7,3A waarbij de stroom 13° in fase voorloopt op de spanning. De spanning en de stroom worden met een AC (r.m.s.) meter opgemeten. Uit welke twee elementen bestaat de keten, welke waarde hebben die elementen en bereken de maximale waarde voor de energie die in het elektrische en/of magnetische veld van L of C opgeslagen zijn.
 
==Eerste zit 2008-2009, 8 juni namiddag==
===Theorievraag (8 pt)===
(mondeling na schriftelijke voorbereiding) Beschouw een geleidende bol met straal R en lading Q. Bereken de energie opgeslagen in deze bol op 3 verschillende manieren:
# Met de definitie van elektrische potentiaal (leid eerst de formule voor het elektrisch veld af met de wet van Gauss)
# Door de bol als condensator te beschouwen (leid ook de formule af voor de capaciteit)
# Door de energie in het elektrische veld te berekenen
Bijvraagjes:
#Bij de berekening van de elektrische potentiaal, in welke richting staan E en ds?
#Wat verandert er wanneer de ruimte rond de bol gevuld is met een dielektricum? Waarom gebeurt dit?
 
===Kleine vraagjes===
====Kleine vraag 1 (0,5 pt)====
Een vlak golffront van monocromatisch licht beweegt zich horizontaal voort en botst tegen een schuin oppervlak met een brekingsindex van 1,5. Hoe ziet het golffront er uit wanneer het halfweg in de stof is doorgedrongen? (multiple choice, 5 mogelijke antwoorden)
====Kleine vraag 2 (1,5 pt)====
Een AC-bron (50 Hz) levert een stroom van 50 A aan een spanning van 3600 V. Om dit vermogen te transporteren wordt  de spanning met behulp van een ideale transformator opgevoerd tot 100 kV. De hoogspanningsleidingen hebben een weerstand van 100 Ohm. Bereken het percentage van het vermogen dat wordt omgezet in warmte in de kabels.
 
===Oefeningen===
====Oefening 1 (4 pt)====
Een dunne glasplaat (n=1,5) ligt op een plastic plaat (n=1,6). Voor loodrecht invallend licht wordt er een minimum in intensiteit waargenomen voor lambda = 520 nm en lambda = 635 nm. Dit zijn de enige minima voor het spectrum van het zichtbare licht. Wat is de dikte van de dunne glasplaat?
====Oefening 2 (6 pt)====
Oefening 3 van oefenzitting 5
 
==Eerste zit 2008-2009, 8 juni voormiddag==
===Theorievraag===
(mondeling na schriftelijke voorbereiding) Bereken het vermogen gedissipeerd in een weerstand met lengte l en weerstand R aan de hand van de Poynting vector. Bereken hiervoor het magnetische veld expliciet met de wet van Ampère ''(Ook binnen de geleider, plus een grafiek, dat ziet de prof graag)''. Vermeld wanneer je Poynting vector kan gebruiken om het vermogen te berekenen. (8pt)
 
Bijvraagjes: Waarom vermenigvuldig je S enkel met de oppervlakte van de mantel (en niet de zijvlakken)? Wat betekent S precies (extra tip: bekijk de eenheden)? Stel: je hebt een spoel die een magnetisch veld opwekt die tussen een condensator zit. Mag je hier dan de poynting vector gebruiken?


===Kleine vraagjes===
=Samenvattingen=
====Kleine vraag 1====
[[Algemene Natuurkunde II /Samenvattingen| Klik hier om de samenvattingen te bekijken]]
(schriftelijk) Waarom moet de breedte van de spleten van een buigingsrooster van de orde van de golflengte zijn? (1pt)


====Kleine vraag 2====
Je kan ook deze 'online' samenvatting gebruiken van Serdar Yildiz, deze is gebaseerd op Giancoli en de powerpoints (met uitgeschreven bewijzen en oefeningen). Klik op volgende link: https://herderinc.com/Electromagnetism-9ee5595fbcd24bd9991b5f2904e92633 [of kopieer en plak in browser]
(schriftelijk) We laten een lichtstraal invallen op een wateroppervlak, en de gereflecteerde straal is volledig gepolariseerd. Onder welke hoek staan de gereflecteerde en de gebroken straal? a: 30° b: 45° c: 60° d: 90° e: 180° (0.5pt)


====Kleine vraag 3====
=Algemene Informatie=
(schriftelijk) Welke uitdrukking heeft geen fysische interpretatie van de wet van Gauss voor elektriciteit? (0.5pt)
Algemene natuurkunde II is een vak dat werkt met permanente evaluatie. Net zoals bij Calculus I zal je dus meerdere test doorheen het jaar krijgen. Deze tellen steeds mee voor 2 punten van je eindtotaal. Deze twee punten zijn volledig te verdienen door theorievragen en je kan bonuspunten verdienen door korte vragen en een grotere oefening. De punten zijn dus relatief makkelijk verdiend als je goed studeert doorheen het jaar en vooral als je zorgt dat je steeds mee bent met de les en zo ook mee bent met de leerstof die aan bod komt in de oefenzittingen.  
{| class="wikitable" border=1
|<math> 4 \pi R^2 \varepsilon_0 E = Q </math>
|<math> 2\pi r l E = \frac Q{\varepsilon_0}</math>
|<math>\varepsilon_0 \int{EdA} = \int \rho dV</math>
|<math>\varepsilon_0 \int{EdA} = \rho</math>
|<math> \int{EdA} = \int\frac{\sigma dA}{\varepsilon_0}</math>
|}


===Oefeningen===
De lessen zijn niet noodzakelijk, alles is steeds terug te vinden op Toledo. Toch is het wel handig om de lessen bij te wonen omdat Wagner sommige uitwerkingen iets anders doet dan in Giancoli. Hij geeft bovendien zeer sterke hints naar wat de theorievraag zal zijn, en hij zegt ook welke stukken hij leuker vindt. Die komen dan ook vaak terug op de testen. Oefenzittingen zijn zoals altijd zeer sterk aanbevolen, hieruit kan je het meeste leren. Aan te raden is wel dit vak goed bij te houden en dit niet te laten vallen tot het weekend voor de testen.
====Oefening 1====
(schriftelijk) Bij een parallelleplatencondensator met vierkante platen met oppervlakte A die op een afstand d van elkaar staan kantelen we één van de platen naar buiten onder een kleine hoek theta. Laat zien dat de nieuwe capaciteit gegeven wordt door
<math>\frac{\varepsilon_0 A}{d}\left( 1 - \frac{\sqrt{A}\theta}{2d} \right)</math>. (6pt)


[[Afbeelding:ANII_08062009_voormiddag_condensator.jpg]]
=Handige documenten=
Twee samenvattingen van "theoretische" stukken uit Serway, misschien heeft iemand er iets aan: [[Media:Bronnen van magnetische velden.pdf|Bronnen van magnetische velden]] en [[Media:Emg.pdf|Elektromagnetische golven]].


====Oefening 2====
En mijn (uitgebreide) samenvatting van hoofdstukken 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 35 en 36 (onvolledig): [[Media:Cursus_natuurkunde_II.pdf| cursus AN2]].
(schriftelijk) Een wig uit doorzichtig materiaal heeft een lengte l en een maximale hoogte h. De hoek tussen de zijden van de wig is klein. Hierop laten we loodrecht stralen invallen met golflengte lambda. We kijken vervolgens langs boven naar de wig. Hoe ziet het interferentiepatroon eruit? Bereken de minima en maxima ifv x. (4pt)
[[Afbeelding:ANII_08062009_voormiddag_wig.png]]


== Tweede zit 2007-2008, 27 augustus voormiddag==
Je kan ook deze 'online' samenvatting gebruiken van Serdar Yildiz, deze is gebaseerd op Giancoli en de powerpoints (met uitgeschreven bewijzen en oefeningen). Klik op volgende link: https://herderinc.com/Electromagnetism-9ee5595fbcd24bd9991b5f2904e92633 [of kopieer en plak in browser]
===Theorievraag===
=Examens - Prof. Wagner=
Bespreek de Frauenhoferdiffractie. Bereken de intensiteit met behulp van fazoren. Wat gebeurt er als het eerste maxima de ruimte volledig inneemt. Teken de grafiek voor de intensiteit van een twee-spleten buigingspatroon en leg kwalitatief uit.


===Oefening 1===
== 2023-2024 ==
28.58 in Serway
=== Deelexamen 2 ===
[[Media: AN2 TTT2 vragen.pdf |Tweede deelexamen]]


===Oefening 2===
== 2021-2022 ==
30.57 in Serway
=== Deelexamen 2 ===
[[Media: Deelexamen_2_AN2.pdf |Tweede deelexamen]]


==Eerste zit 2007-2008, 30 juni voormiddag==
== 2020-2021 ==
===Theorievraag===
Dit jaar was een coronajaar dus alle liep een beetje anders dan normaal. Bovendien gaat professor Wagner waarschijnlijk de inhoud van het vak wat aanpassen. Hou hier dus rekening mee als je met deze vragen oefent.
Leid de uitdrukking van het magnetische veld van een oneindig lange geleider af met behulp van de vergelijkingen van Maxwell.  Bepaal vervolgens de kracht tussen twee parallelle stroomvoerende geleiders (uitdrukking afleiden!). Gebruik deze uitdrukking om de potentiële energie van het systeem te bepalen en maak een grafische tekening van de potentiële energie als functie van de afstand tussen de twee geleiders en bespreek hierbij het geval dat de elektrische stroom in beide geleiders dezelfde zin heeft en tegengesteld is.
=== Deelexamen 1 ===
Hieronder vind je een korte beschrijving van de vragen van de eerste evaluatie. Het was niet zeer nuttig om de exacte vragen te uploaden, omdat de puntenverdeling en het gewicht van de vragen niet adequaat waren. Sommige vragen stonden namelijk in verhouding op te veel punten.


===Oefeningen===
#Theorievraag (Hall-spanning)
====Oefening 1====
#*Maak een grondige schets van de situatie van Hall-spanning. Vermeld ook de stroomrichting in geval van negatieve ladingsdragers.
Een lichtstraal komt binnen in de atmosfeer van een planeet, verticaal naar beneden tot aan het planeetoppervlak, een afstand h lager. De brekingsindex waar de straal de atmosfeer binnenkomt is gelijk aan die van het vacuüm. De brekingsindex neemt echter lineair toe naarmate de lichtstraal het planeetoppervlak nadert, en op het oppervlak zelf is deze gelijk aan n. Hoe lang duurt het voor de lichtstraal het planeetoppervlak bereikt? Vergelijk de bekomen uitkomst met het tijdsinterval in de afwezigheid van een atmosfeer.
#*Leid een uitdrukking voor de driftsnelheid van de ladingsdragers af in de veronderstelling dat het elektronen zijn.
#*Leid een uitdrukking voor de Hall-spanning af. Geef ook de polarisatie in geval van negatieve ladingsdragers en duid deze aan op de tekening.
#* Blijft de polarisatie hetzelfde in geval van positieve ladingsdragers?
#Korte vragen
#*Giancoli Hoofdstuk 24 probleem 63 c) + wat getalletjes invullen voor de variabelen.
#*Een schakeling met Kirchhoff.
#*Giancoli Hoofdstuk 28 probleem 39 b) maar met x=0. Het was dus de bedoeling om het magnetisch veld in het middelpunt van de schijf te berekenen [Meerkeuze].
#*Giancoli Hoofdstuk 24 probleem 5 maar met andere getallen [Meerkeuze].
#Oefening (Magnetische kracht op een bewegende staaf in een magnetisch veld). Dit was een redelijk letterlijke oefening. Er waren wat getallen gegeven en die moest je in de formules invullen.


====Oefening 2====
=== Deelexamen 2 ===
Een bol met straal R heeft een uniforme ladingsdichtheid rho. Bepaal het magnetisch dipoolmoment van de bol wanneer deze roteert als een vast lichaam met hoeksnelheid omega rond een as door zijn middelpunt. Wat zijn richting en zin van dit magnbetisch dipoolmoment?
[[Media: AN2_Examen.pdf |Vragen tweede evaluatiemoment]] en de .tex-file [[Media: AN2_Examen_tex.tex |.tex-bestand]]


De bol wordt in een homogeen uitwendig magnetisch veld B geplaatst dat loodrecht staat op de rotatie-as van de bol. Bespreek vwat er gebeurt als de bol vrij kan bewegen (de bol blijft roteren met hooksnelheid omega en wrijving mag verwaarloosd worden) en leg de beweging uit op basis van energie overwegingen.
Opm.: 't Is 4.62 10^14 Hz in plaats van -14.
Opm (2): 't Is volgens mijn berekeningen bij kleine vraag 2) 3,27 µJ/m³, aangezien men E_rms en B_rms moet gebruiken ipv de E_0 en B_0 waarden (dit kan je verifiëren door de energie die door een oppervlak A gaat in een tijdsduur T = 1/frequentie gelijk te stellen aan de energie die in een balk zit met grondvlak A en lengte ?.


==Eerste zit 2007-2008, 20 juni namiddag==
=Examens - Prof. Van Haesendonck=
===Theorievraag===
== 2019-2020==
Je hebt een ideale spoel met n windingen per lengte eenheid, waar een stroom <math>I=I_0 sin(\omega t)</math>. Bereken het geinduceerde elektrisch veld buiten en binnen de spoel, leg de wetten van Maxwell die je gebruikt uit. Bijvraag: vergelijk deze spoel met een dipoolantenne.
[[Media: Antwoordformulier_met_de_vragen_-_09032020.pdf |Vragen eerste evaluatiemoment]]


===Oefeningen===
[[Media: Antwoord_op_de_vragen_-_09032020.pdf |Oplossingen eerste evaluatiemoment]]
===Oefening 1===
Een supergeleider, in de vorm van een coaxiale kabel, kan een vermogen van 1000MW over een bronspanning van 200kV creëeren.
De stralen van de binnenste en buitenste geleider zijn gegeven (0.02 en 0.05). Bereken het magnetisch veld op enkele plaatsen. Hoeveel energie is er opgeslagen in zo'n coaxiale kabel van 1000km?


===Oefening 2===
== 2018-2019==
Optica: een bron zend licht door 2 spleten ééntje op dezelfde hoogte als de bron, één spleet ligt wat lager, de afstand tussen bron en spleten is L = 1.2m. Op een wand achter de spleten neem je het punt P met als hoogte het midden van de 2 spleten. Als je één spleet afdekt is de intensiteit telkens I, hoe ver moeten de spleten uit elkaar liggen, zodat de intensiteit met 2 open spleten gelijk is aan 3I?
[[Media: vragenANII_februari_2018-2019.pdf|Vragen eerste evaluatiemoment]]


==Eerste zit 2007-2008, 20 juni voormiddag==
[[Media:Oplossing11032019.pdf |Oplossingen eerste evaluatiemoment]]
===Theorievraag===
Bespreek de veralgemening van de wet van Ampère naar de wet van Ampère-Maxwell (opladen van een condensator). Bereken het magnetisch veld op een vlak evenwijdig met de platen van de condensator. (Dus je moet gewoon een punt nemen dat tussen de twee platen ligt, waarbij je de platen als oneindige vlakken beschouwt, en daar het magnetisch veld berekenen.) Vergelijk het magnetisch veld binnen en buiten de condensator. (+grafieken!)
Wat gebeurt er als je een diëlektricum tussen de plaatsen steekt?


===Oefeningen===
[[Media:Antwoordformulier_met_de_vragen_-_29042019.pdf|Vragen tweede evaluatiemoment]]
===Oefening 1===
(Oefening 11 uit oefenzitting 4. Ook in Serway: oefening 53, hoofdstuk 27. 5 punten.) Een materiaal met uniforme resistiviteit <math>\rho</math> heeft de vorm van een wig, zoals in onderstaande figuur. Je mag aannemen dat de stroomdichtheid uniform is op elk vlak evenwijdig met A. Bepaal de weerstand tussen de vlakken A en B.
Toon aan dat als <math>y_1-y_2\to 0</math>, dat de formule die je gevonden hebt zich herleidt tot de klassieke formule <math>R = \rho l/A</math> (met A de dwarsdoorsnede). Gebruik hiertoe de taylor expansie <math>f(x+dx) = f(x)+f' (x)dx</math>.
[[Afbeelding:Wigvorm_weerstand.jpg]]


===Oefening 2===
[[Media: Oplossing29042019.pdf | Oplossingen tweede evaluatiemoment]]
(Oefening 52, hoofdstuk 31 in Serway. 5 punten.) Een deeltje met massa 2*10^(-16) kg en lading 30 nC wordt vanuit rust versneld door een elektrisch veld. Het komt terecht in een magneetveld van 0.6 T en begint rond te draaien in een cirkelbeweging. De flux door deze cirkel is gelijk aan 1.5*10^(-5).
# Bepaal de snelheid van het deeltje.
# Bepaal het potentiaalverschil waarover het deeltje versneld is.
# Bepaal de grootte van het magnetisch veld in het midden van de cirkel, ten gevolge van het ronddraaiend deeltje. Werkt dit het aangelegd magnetisch veld tegen?


==Eerste zit 2007-2008, 9 juni namiddag==
== 2017-2018 ==
===Theorievraag===
[[Media:Antwoordformulier_met_de_vragen_-_12032018.pdf|Vragen eerste evaluatiemoment]]
Beschouw een geleidende bol met straal R. Bereken de energie die nodig is om deze bol met een bepaalde lading Q op te laden vanaf nul. Doe dit op drie manieren; met de potentiële energie (en leg uit wat potentiële energie is), door het systeem als capaciteit te beschouwen, en door de energie van de ruimte erond te berekenen.
Wat verandert er als we de lege ruimte waarin de bol zich bevindt, vervangen door een diëlectricum??


===Oefeningen===
[[Media:Antwoord_op_de_vragen_-_12032018.pdf|Oplossingen eerste evaluatiemoment]]
===oef 1 (5punten)===
Voorbeeld 30.7 uit Serway (nieuwste versie), met als bijvraag het bepalen van de stroom in de winding (met numerieke gegevens gegeven, als I varieert met I=a+bt).


===oef 2 (5 punten)===
[[Media:Antwoordformulier_met_de_vragen_-_27042018.pdf|Vragen tweede evaluatiemoment]]
Beschouw een lange geleidende strook metaal met breedte w, waarover een stroom I in de lengterichting is uitgezet. Bereken het magnetisch veld in een punt P op een afstand b van de rand van de strook (P ligt in het vlak van de strook). Wat is het magnetisch veld in het centrum van de geleider?


==Eerste zit 2007-2008, 9 juni voormiddag==
[[Media:Antwoord_op_de_vragen_-_27042018.pdf|Oplossingen tweede evaluatiemoment]]
===Theorievraag===
Bespreek de energiedichtheid van het magnetisch veld aan de hand van het opladen van een RL-keten die aan een batterij wordt gekoppeld. Toon aan dat de energie in de inductor volledig gedissipeerd wordt in de weerstand na het omschakelen van de schakelaar. Bespreek de gelijkenissen en de verschillen tussen de RC-keten en de RL-keten.


===Oefeningen===
[[Media:AN_II_Evaluatie_3_17_18.pdf|Vragen derde evaluatiemoment]]
===oef 1 (4 punten) ===
Oefening 27 uit H31 uit Serway (laatste editie): Twee rails waartussen een weerstand van <math>5 \Omega</math>, en twee staven die voortbewegen met een constante snelheid.


===oef 2 (6 punten) ===
== 2016-2017 ==
Een cilindrische schil met binnenstraal ''a'', buitenstraal ''b'' heeft een uniforme ladingsdichtheid <math>\rho</math>. Op de as van de schil bevindt zich een oneindig lange staaf met ladingsdichtheid <math>\lambda</math>. Bereken het elektrische veld. Maak ook grafieken van het elektrisch veld versus ''r'', de radiele afstand, voor verschillende waarden voor <math>\rho</math> en <math>\lambda</math> (positief/negatief).
[[Media:Vragen maart.pdf|Vragen eerste evaluatiemoment]]


==Tweede zit 2006-2007, 31 augustus voormiddag==
[[Media:oplossingen maart.pdf|Oplossingen eerste evaluatiemoment]]
===Theorievragen===
===Hoofdvraag===
(Mondeling met schriftelijke voorbereiding, 8 punten)
Beschouw een stroomvoerende geleider met lengte l en een weerstand R. Gebruik het concept van de Poynting-vector om de energie te berekenen die wordt gedissipeerd over de draad.
===kleine vraagjes===
(schriftelijk, max 1/2blz , samen op 2ptn)
* Als we een nagel naderen met een magneet wordt die aangetrokken, onafhankelijk van de kant vanwaar we de magneet in de buurt brengen bij de nagel. Daarentegen als we een magneet in de buurt brengen van een andere magneet hebben we slechts in een richting aantrekking en in de andere afstoting. Verklaar dit fenomeen.
* Verklaar waarom we verschillende kleuren zien in een zeepbel
===oefening 1===
oef 51 uit H26 in Serway


===oefening 2===
[[Media:Vragen mei.pdf|Vragen tweede evaluatiemoment]]
Beschouw een kegel met lengte L en uniforme ladingsdichtheid rho en met een grondvlak met straal R. Veronderstel dat de kegel als een vormvast object roteert rond zijn as met een constant hoeksnelheid omega. Bereken dan het magnetisch dipoolmoment. (analoog als oef 72 in H30 in Serway)


==Eerste zit 2006-2007, Liesje, 29 juni namiddag==
[[Media:oplossingen mei.pdf|Oplossingen tweede evaluatiemoment]]
===Theorievragen===
====Hoofdvraag====
(Mondeling met schriftelijke voorbereiding, 7 punten)
Bespreek het aan en uit zetten van een RLketen. Leidt de formule voor de energiedichtheid van een magnetisch veld af aan de hand van de energiebalansen.


====Kleine vraagjes====
[[Media:Antwoordformulier_met_de_vragen_-_06062017.pdf|Vragen eindevaluatiemoment]]
( schriftelijk, 3punten)
* Twee lampen, de ene 60W, de andere 100W. We schakelen ze eerst parallel en dan in serie, bespreek afzonderlijk welke lamp het hardste brandt.


* Als je een stroomgebruikend apparaat (bv. electrische kachel) uit het stopcontact trekt kan dit een vonk geven. Bespreek dit fenomeen.
[[Media:Antwoord_op_de_vragen_-_06062017.pdf|Oplossing + vragen eindevaluatiemoment]]


* (figuur 35.20 in Serway) Welk soort zou je kiezen voor een camera en waarom?
== 2015-2016 ==
[[Media:Vragen1.pdf|Vragen eerste evaluatiemoment]]


===Oefeningen===
[[Media:Oplossingen1.pdf|Oplossingen eerste evaluatiemoment]]
* Zoek de equivalenten weerstand voor de oneidige keten in de tekening als we tussen a en b een bron aanleggen. (Tip: zou het misschien kunnen dat de equivalente weerstand van het stuk rechts van c en d gelijk is aan de equivalente weerstand tussen a en b?)
[[afbeelding: natuurkundeexamen.JPG]]


* Een straal licht valt loodrecht in op een atmossfeer van een planeet. Als de straal binnenkomt is de brekingsindex gelijk aan die van vacuum, maar deze neemt lineair toe naarmate we dichter bij de planeet komen. De straal moet een afstand h afleggen in de atmosfeer. Als de straal bij de planeet is, is de brekingsindex gelijk aan n. Hoelang duurt het eer de straal op het opp van de planeet aankomt?
[[Media:Vragen2.pdf|Vragen tweede evaluatiemoment]]


==Eerste zit 2006-2007, 1eBach Wis, 22 juni voormiddag==
[[Media:Oplossingen2.pdf|Oplossingen tweede evaluatiemoment]]
===Theorievragen===
====Hoofdvraag====
(Mondeling met schriftelijke voorbereiding, 8 punten)
De binnenste geleider van een coaxiale kabel heeft een straal <math>R_1</math>, de buitenste geleider heeft een straal <math>R_2</math>. Het ene uiteinde van de kabel wordt verbonden met een batterij met spanning <math>V_0</math>, en aan het andere uiteinde worden de twee geleiders via een weerstand R aan elkaar verbonden.  Bereken voor het gebied tussen de geleiders E, B en S.  Laat door de poyntingvector te integreren over het oppervlak tussen de twee cilinders zien dat er door de lege ruimte tussen <math>R_1</math> en <math>R_2</math> energie stroomt van de bron naar de weerstand en dit in een tempo van <math>V_0^2/R</math>.  Is deze uitkomst verrassend?  (Maak een duidelijke tekening en verklaar)


====Kleine vraagjes====
[[Media:Vragen3.pdf|Vragen derde evaluatiemoment]]
(Schriftelijk, 2 punten, maximum een halve bladzijde per vraag)
*Wat gebeurt er met het beeld in I indien het voorwerp van op een verre afstand (p>>R) naar het oppervlak bewogen wordt?  Is het reëel, virtueel of verandert het, geef de plaats t.o.v. het scheidingsoppervlak. (Met hierbij figure 36.18 uit Serway)
*Wat gebeurt ermet de capaciteit van een condensator met diëlektricum indien de temperatuur stijgt.  Leg uw antwoord uit.


===Oefeningen===
[[Media:Oplossingen3.pdf|Oplossingen derde evaluatiemoment]]
*(6 punten) Door een vierkante draadwinding met zijden L loopt een stroom I.  Bereken de sterkte van het magnetisch veld B in punten op de lijn die loodrecht op het vierkant staat, en door het middelpunt gaat.  Geef B als functie van x, waarbij x de afstand tot het middelpunt is, gemeten langs de loodlijn.  In welke mate lijkt de vierkante stroomwinding vanaf zeer grote afstand (x >> L) op een magnetische dipool?  Hoeveel bedraagt hier het dipoolmoment?
[[Afbeelding:Natuurkunde examen.JPG]]
*(4 punten) Een laserstraal valt in op één eind van een stuk materiaal, zoals getoond wordt op de figuur.  De brekingsindex van het materiaal is gelijk aan 1,48. Bepaal het aantal reflecties van de straal binnen het materiaal alvorens de straal er langs de andere kant weer uitkomt.  Invalshoek 50°, korte zijde 3.10mm en lange zijde 42.0cm.  (Met hierbij figure P35.55 uit Serway) (antwoord = 82 keer)


==Eerste zit 2006-2007, 1eBach Wis/Fys, 12 juni voormiddag==
== 2013-2014 ==
Vanaf het jaar 2013-2014 is het vak permanente evaluatie.


===Theorievragen===
[[Media:Vragenan2.pdf|Vragen eerste evaluatiemoment ]]
====Hoofdvraag====
We laden een geleidende bol met straal R op van lading 0 tot Q. Bepaal de energie van het systeem, en dit op drie manieren. Ten eerste met behulp van de definitie van potentiaalverschil, ten tweede door de bol te beschouwen als deel van een condensator en ten derde met behulp van het elektrisch veld.


(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 6 punten)
[[Media:oplossingan2.pdf|Oplossingen eerste evaluatiemoment]]


====Kleine vraagjes (maximum 1/2 pagina per vraag)====
[[Media:Opgave-ANII-evaluatie2.pdf|Vragen tweede evaluatiemoment]]
* Een gloeilamp in een circuit met een spanningsbron. Vier grafieken gegeven van I(U). Zeggen welke de juiste is.
* Twee condensatoren gegeven met links en rechts ervan een bepaalde spanning. Op zo een manier verbinden dat de equivalente condensator een zo hoog mogelijke spanning heeft.
* Drie formuleringen. Bij elke formulering zeggen welke wet van Maxwell erbij hoort en de grootheden uitleggen.
** In een spoel die ronddraait in een uniform magnetisch veld wordt een veranderende emf geinduceerd.
** De veldlijnen rond een lange geleider zijn cirkelvormig
** Het statische elektrisch veld in een geleider is nul.


(alles samen op 4 punten)
[[Media:Oplossingen-ANII-evaluatie2.pdf|Oplossingen tweede evaluatiemoment]]


===Oefeningen===
== 25 juni 2013 voormiddag ==
# Theorievraag (schriftelijk). Leg uit hoe je elektrische stoom kan verklaren aan de hand van "driftsnelheid" van ladingsdragers. Gebruik de uitdrukking van deze driftsnelheid om de geleidbaarheid en resistiviteit van een metaal af te leiden. Hoe varieert de resistitiveit in functie van de temperatuur?
# Oefening. Oefening op het Dopplereffect. Je kreeg een tekening gegeven en de frequentie (5.0 MHz) waarmee de bron geluidsgolven uitzond. Deze werden teruggekaatst door het bewegende object met een Dopplerverschuiving van 780 Hz. Je moest de snelheid van het bewegende deeltje bepalen, indien de hoek tussen de invallende/gereflecteerde geluidsgolven en de richting van beweging 45° was.
# Meerkeuzevragen (mondeling)
#* Gegeven 2 ladingen waarvoor geldt dat <math>Q_{2} = 5 \cdot Q_{1}</math>. Wat is de uitdrukking van de elektrische kracht die erop inwerkt?
#* Een condensator is gekoppeld aan een spanningsbron. Initieel heeft de condensator een lading <math>Q_{0}</math>, de spanningsbron heeft potentiaalverschil van V0. Terwijl de condensator aan de bron gekoppeld is wordt er een diëlektricum tussen de condensator geschoven (k = 3). Hoe verandert het spanningsverschil/lading?
#* Een staande golf heeft vergelijking 2[sin(Pi*x)]cos(2Pi*t). Wat is de afstand tussen twee buiken (in m)?
#* Een zonnecel met oppervlakte 10 cm² wordt bestraald door zonlicht met een vermogen van S = 1000 W/m². Er wordt een stroom van 0.2 A en een spanning van 0.8 V geproduceerd. Wat is de efficiëntie van de cel?
#Bijvragen bij de meerkeuze:
#* Eerste vraag: Hoe ben je tot dit resultaat gekomen?
#* Tweede vraag: Wat gebeurt er precies tussen de platen van de condensator na toevoegen van het diëlektricum? Hoe zou de (het) lading/potentiaalverschil veranderen indien de condensator losgekoppeld zou worden?
#* Derde vraag: Leg je redenering uit.
#* Vierde vraag: Hoe komt het dat er energieverlies optreedt? Hoe kan dit verholpen worden? Daarna nog bijvragen over faseverschuiving van gereflecteerde stralen en constructieve/destructieve interferentie.


====Oefening 1====
== 18 juni 2013 namiddag ==
[[Media:Examen AN2 18-06-13.pdf|Examen 18/06/13]]


Twee oneindig lange solenoïdes bevinden zich in een stroomkring zoals op figuur (nog toe te voegen!!!!!!!). De grootte van B binnen elke solenoïde is dezelfde en stijgt met een snelheid van 100 T/s. De nodige gegevens zijn aangeduid op de figuur. Wat is de stroom in iedere weerstand?
== 22 juni 2012 namiddag ==
(op 5 punten)


====Oefening 2====
[[Media:Examen 22 juni namiddag.pdf]]


Een bol met straal R heeft een uniforme ladingsdichtheid rho. Bepaal het magnetisch dipoolmoment van de bol wanneer die draait met een hoeknsnelheid omega rond de as door zijn oorsprong. Bepaal de ligging van het magnetisch dipoolmoment.
== 19 juni 2012 voormiddag==
(op 5 punten)
# Theorievraag.
#* Bereken de arbeid geleverd op condensatoren met evenwijdige platen en bereken met die uitdrukking de energiedichtheid van een elektrisch veld.
#* Bereken de energie de een spoel met zelfinductie L bevat in een magnetisch veld en leid met die uitdrukking de energiedichtheid van een magnetisch veld af
# Oefening op interferentie, moeilijk om uit te leggen zonder tekening
# Meerkeuzevragen:
#* Ggegeven 2 ladingen waarvoor geldt dat Q2 = 5*Q1. Wat is de uitdrukking van de elektrische kracht die er op in werken? Antwoord: F12 = -F21 (als vector)
#* Gegeven een kubus (er was een figuur bij geleverd) Het elektrisch veld wordt gegeven door E = 4i + 2yj met y in meters. Bereken de flux doorheen de bovenkant van de kubus
#* Gegeven een lading van +2.0 mC die een kinetische energie bezit van 5 J op punt A. Punt B heeft een potentiaal van +1.5V tov A. Wat is de kinetische energie van de lading in punt B?
#* Condensatoren vraag met schakelschema gegeven.
#* Bereken de stralingsdruk op een zwart oppervlak met S gegeven.


==Eerste zit 2006-2007, 1eBach Wis/Fys, 11 juni voormiddag==
== 19 juni 2012 namiddag==
Aangezien ik de gegeven waardes (bv R=.. \omega) niet meer vanbuiten weet zijn deze niet altijd correct en zijn dus gewoon verzonnen ter aanvulling.


===Theorievragen===
[[Media:AN2 190612 namiddag.pdf| Vragen AN2]]
====Hoofdvraag====
Bespreek de veralgemening van de wet van Ampère naar de wet van Ampère-Maxwell (opladen van een condensator).


(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 6 punten)
==7 september 2011 voormiddag ==
*Theorie
Zie 28 juni 2011
*Oefeningen
# Een deeltje met lading +q en massa m beweegt in een uniform magneetveld '''B''' = B0 '''k'''. Op tijdstip t = 0 bedraagt de snelheid van het deeltje v0 en maakt de snelheidsvector een hoek van 30° met de y-as (dus magneetveld komt uit het blad en snelheidsvector is links van de positieve y-as met aangrijpingspunt in de oorsprong). Op een later tijdstip t = t(alfa) zal het deeltje de x-as snijden in x = alfa. Bepaal alfa en t(alfa) in functie van q, m, v0 en B0.
# Een zeer reflexieve spiegel voor een bepaalde golflengte lambda bij loodrechte inval (hoek = 0°!). De spiegel bestaat uit twee dunne lagen van transparante materialen met brekingsindices n1 en n2 (1 < n1 < n2) die op de oppervlakte van glas zijn aangebracht (brekingsindex van glas is n met n > n2). Bepaal de minimale diktes d1 en d2 van de lagen in functie van de invallende golflengte lambda zodat de reflectie maximaal is.


====Kleine vraagjes (maximum 1/2 pagina per vraag)====
==22 augustus 2011 voormiddag ==
* Teken het intensiteit verloop van het spletenexperiment van Young, toegepast op 4 spleten, met behulp van fasoren.
*Theorie
Bespreek de energiedichtheid van het magnetisch veld aan de hand van het opladen van een RL-keten die aan een batterij wordt gekoppeld. Toon aan dat de energie in de inductor volledig gedissipeerd wordt in de weerstand na het omschakelen van de schakelaar. Vergelijk RL-ketens en RC-ketens.
*Oefeningen
# Serway editie 8 oefening 28.71 / editie 7 oefening 28.57
# Serway editie 8 oefening 29.41 / editie 7 oefening 29.29


* Bespreek het fenomeen dat de lampjes niet branden als de uitzendende en de ontvangende dipoolantenne in de ruimte loodrecht op elkaar staan.
==28 juni 2011 voormiddag==
[[Media:AN II ex 28.06.11 vrmd.pdf]]
==24 juni 2011==
[[Media:examen 24-06-2011.pdf]]
==20 juni 2011 namiddag==
[[Media:AN2-20juni2011.pdf]]


* Een vliegtuig krijgt, door het aardmagnetisch veld, een opgewekt potentiaalverschil over de vleugels. Kan dit gebruikt worden om een lamp te doen branden, door met een koperdraad de uiteinden van de vleugels met elkaar te verbinden?
==Woensdag 25 augustus 2010==
*Theorie.
Je hebt een ideale spoel met n windingen per lengte eenheid, waar een stroom I = I0 sin(!t).
Bereken het geinduceerde elektrisch veld buiten en binnen de spoel, leg de wetten van Maxwell
die je gebruikt uit. Maakt grafiekjes van E/x, E/t, B/t


(alles samen op 4 punten)
*Oefeningen
**twee kleine vraagjes:
***waarom is het bij een buigingsrooster belangrijk dat de opening van de orde van de golflengte is?
***wit licht gaat van medium 1 naar medium 2 met n1>n2: vlak voor het moment dat totale interne reflectie voorkomt is de hoek ~90°. welke kleur zie je het laatst en waarom?
**Oefening van een oneindig lange combinatie condensatoren.
afbeelding: [http://img688.imageshack.us/img688/7771/condensatorenschakeling.png]


===Oefeningen===
**Magnetisch dipool moment zoeken van een stuk taart (schijfsegment met een dikte) met een lading op die rond een as draait, bevestigd aan de "punt".


====Oefening 1====
(Iemand anders de tekeningen erbij zetten? Ik heb geen idee hoe je dat moet doen)


Twee loodrecht op elkaar staande geleiders, met een minimale afstand 0.5 cm ertussen (dus waar ze elkaar kruisen, aan het uiteinde van de korte geleider) bevatten elk een stroom: de ene 100A, de andere 200A. De ene is oneindig lang, de andere 0.1 m. Bereken de magnetische kracht op de geleider van 0.1 m.
==Vrijdag 3 september 2010==
*Theorie
Bespreek de frauenhoferbuiging anan een nauwe spleet en bereken het intensiteitsprofiel aan de hand van fazoren (Maak een duidelijke tekening). Bepaal de hoekbreedte van het centrale maximum en bepaal wanneer het centrale maximum de ganse ruimte bedekt. Teken het intensiteitspatroon van een twee spleten buigingspatroon en verklaar kwalitatief.(8punten)


(op 6 punten)
*Theorie schriftelijk
Van welk materiaal zou je op basis van de gegeven figuur een fototoestel lens maken en verklaar. (afbeelding pagina 160 van de slides)(1 punt)


====Oefening 2====
Als de ontvanger en uitzender van een dipoolantenne loodrecht op elkaar staan, brandt er geen enkel lichtje. Verklaar dit fenomeen.(1punt)


Onder welke voorwaarden van de invalshoek komt een lichtstraal die invalt op een driehoekig prisma met bovenhoek phi er langs de andere kant weer uit?
*Oefeningen 3
We willen een resonante keten maken die bij 18,0 MHz resonantie vertoont. In onze keten gebruiken we een condensator van 220pF en als spoel gebruiken we een solenoïde(gevuld met lucht) met dicht aaneengesloten windingen die uit 12,0 m geïsoleerde draad met een diameter van 1,1 mm zijn gemaakt. Hoeveel windingen heeft deze spoel? (3punten)


(op 4 punten)
*Oefeningen 4
Een stuk draad wordt tot een regelmatige veelhoek met n zijden gebogen, waarvan de hoekpunten een aftand R tot het middelpunt hebben. Er loopt een stroom I door de draad. Bereken de sterkte van het magnetisch veld in het middelpunt van de veelhoek. Toon aan dat de formule die je hebt afgeleid overgaat in de formule voor een cirkelvormige winding wanneer n zeer groot wordt. (7 punten)


== Eerste zit 2004 - 2005, Versie 1 ==
==Maandag 21 juni 2010 - Voormiddag==
[[Media:Examen_juni_2010.pdf]]


=== Theorievraag ===
==Maandag 14 juni 2010==
*Theorie (mondeling met schriftelijke voorbereiding)
Bespreek de energiedichtheid van het magnetisch veld aan de hand van het opladen van een RL-keten die aan een batterij wordt gekoppeld. Toon aan dat de energie in de inductor volledig gedissipeerd wordt in de weerstand na het omschakelen van de schakelaar. Wat verandert aan je berekeningen als er ferromagnetisch materiaal in de spoel zit? (ook de min-tekens kunnen verklaren als je Kirchoff gebruikt)


Leg het spletenexperiment van Young uit. Vermeld zeker de beginvoorwaarden en de interferentievoorwaarden. Bereken met behulp van fasoren het intensiteitsverloop voor 2 spleten en voor 3 spleten.
*Theorie, schriftelijk
# Verklaar waarom je soms een vonk ziet als je de stekker van een stroomgebruikend apparaat uit het stopcontact trekt.
# Hoe komt het dat lichtgolven buigen als ze door een nauwe spleet gaan? Komt dit fenomeen alleen voor bij lichtgolven, of kunnen andere golven ook buigen?


*Oefeningen
# (+tekening) Je hebt een lange cilindrische buis van lengte l = 1.0 km, diameter 75,0 micro-meter, en refractie-index n=1,465. Hierdoor gaan 2 lichtstralen. Straal A loopt altijd rechtdoor, in het midden van de cilinder. Straal 2 wordt telkens gereflecteerd aan de mantel van de buis onder de kritische hoek Thèta. (dus straal B zigzagt zijn weg door de buis). Wat is het verschil in tijd dat de twee stralen nodig hebben om zich door de buis te bewegen. Bereken dit verschil in tijd voor de volgende twee gevallen
#a) als de buis zich in lucht bevindt met n=1
#b) als de buis zich in een materiaal bevindt met n=1,460
# (+tekening) Gegeven is een hemisfeer (halve bol) met straal R. Er staat een homogeen elektrisch veld E loodrecht op het grondvlak van de hemisfeer, naar boven gericht. E staat dus evenwijdig met de centrale as van de hemisfeer en gaat dus eerst door het grondvlak van de hemisfeer en dan door de schil van de hemisfeer. Bereken de elektrische flux door de schil van de hemisfeer (dus niet door het grondvlak) uitdrukkelijk aan de hand van een fluxintegraal. (Op de tekening: kies thèta als de hoek tot de centrale as, en deel de schil op in verschillende schijfjes)


=== Oefeningen ===
Is er een makkelijkere manier om deze flux te berekenen?


==== Oefening 1 ====
==Academiejaar 2008-2009==
Uit de eerste zittijd voor fysici en wiskundigen:
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_8_06_2009v.pdf]]
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_8_06_2009n.pdf]]
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_11_06_2009.pdf]]
Uit de tweede zittijd:
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_2_09_2009v.pdf]]


# Kan een statisch magneetveld een puntlading in beweging zetten? Waarom (niet)? Kan een in de tijd variërend magneetveld een puntlading in beweging zetten? Verklaar kort je antwoord.
==Academiejaar 2007-2008==
# Waarom wordt een ijzeren nagel aangetrokken door een magneet?
Uit de eerste zittijd:
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_9_06_2008v.pdf]]
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_9_06_2008n.pdf]]
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_20_06_2008v.pdf]]
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_20_06_2008n.pdf]]
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_30_06_2008v.pdf]]


==== Oefening 2 ====
Uit de tweede zittijd:
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_27_08_2008v.pdf]]


Neem een cilindrische condensator met binnenstraal a en buitenstraal b. Bewijs dat de helft van de energie opgeslagen door de condensator zich bevindt tussen de stralen a en <math>\sqrt{ab}</math>.


==== Oefening 3 ====
==Academiejaar 2006-2007==
(oefening 31.63 uit de serway)
Referenties naar oefeningen in Serway kunnen niet meer overeenkomen met de huidige nummering van oefeningen en hoofdstukken in Serway. Er is ondertussen een nieuwe herziene uitgave.


Beschouw een lange stroomvoerende geleider waar een stroom I door vloeit. Een kort stukje geleider met lengte a bevindt zich op afstand b van de lange geleider en beweegt met een snelheid v. Veronderstel dat de lengte van de lange geleider veel groter is dan a + b. Bepaal de emf die geïnduceerd wordt in de korte geleider. Valt het stukje na een tijdje stil? Waarom (niet)?
Uit de eerste zittijd:
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_11_06_2007v.pdf]]
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_12_06_2007v.pdf]]
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_22_06_2007v.pdf]]
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_29_06_2007n.pdf]]


  ...----------------------------------------------------------------> I
Uit de tweede zittijd:
                            .
# [[Media:Examen_natuurkunde_II_31_08_2007v.pdf]]
    (deze afstand is b)    .               
                            .  
                            |
    (de lengte is a)        |    -> v
                            |


== Eerste zit 2005 - 2006, Versie 1 ==
== Eerste zit 2005 - 2006, Versie 1 ==
Regel 331: Regel 272:
=== Theorievraag ===
=== Theorievraag ===


Bespreek de veralgemening van de wet van Ampère naar de wet van Ampère-Maxwell (opladen van een condensator).
Bespreek de veralgemening van de wet van Ampère naar de wet van Ampère-Maxwell (opladen van een condensator).


Bijvragen:
Bijvragen:
# Leg de wet van Ampère uit.
# Leg de wet van Ampère uit.
# Vanwaar komt de uitdrukking voor Id
# Vanwaar komt de uitdrukking voor Id
# Wat als je een diëlektricum tussen de platen steekt? En wat bij een magnetische stof?(ervan uitgaande dat deze niet geleid)
# Wat als je een diëlektricum tussen de platen steekt? En wat bij een magnetische stof?(ervan uitgaande dat deze niet geleid)


(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 8 punten)
(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 8 punten)
Regel 344: Regel 285:
==== Oefening 1 ====
==== Oefening 1 ====


# Wat gebeurt er met de capaciteit van een condensator met diëlektricum indien de temperatuur stijgt? Leg je antwoord uit.
# Wat gebeurt er met de capaciteit van een condensator met diëlektricum indien de temperatuur stijgt? Leg je antwoord uit.
# De demonstratie met de dipoolantenne toonde aan dat indien de uitzendende en de ontvangende antenne loodrecht op elkaar stonden, er geen enkel lampje brandde. verklaar dit fenomeen.
# De demonstratie met de dipoolantenne toonde aan dat indien de uitzendende en de ontvangende antenne loodrecht op elkaar stonden, er geen enkel lampje brandde. verklaar dit fenomeen.


Regel 359: Regel 300:
==== Oefening 3 ====
==== Oefening 3 ====


Een oneindig lange, geïsoleerde cilinder met straal ''R'', bestaande uit een isolerend materiaal, heeft een niet-homogene volumeladingsverdeling <math>\rho</math>:
Een oneindig lange, geïsoleerde cilinder met straal ''R'', bestaande uit een isolerend materiaal, heeft een niet-homogene volumeladingsverdeling <math>\rho</math>:


<math>\rho = \rho_0 \cdot (a - r/b)</math>
<math>\rho = \rho_0 \cdot (a - r/b)</math>
Regel 384: Regel 325:
# "Maak uw tekening eens wat groter"
# "Maak uw tekening eens wat groter"
# Bij elke tussenstap kunnen uitleggen waarom je het doet, en wat het resultaat fysisch voorstelt
# Bij elke tussenstap kunnen uitleggen waarom je het doet, en wat het resultaat fysisch voorstelt
# Wat zegt de wet van Ampère nu precies?
# Wat zegt de wet van Ampère nu precies?


Opmerking:
Opmerking:
Regel 395: Regel 336:
==== Oefening 1 ====
==== Oefening 1 ====


# Wat is het verschil tussen een reëel en een virtueel beeld? Hoe kan je dit concreet testen?
# Wat is het verschil tussen een reëel en een virtueel beeld? Hoe kan je dit concreet testen?
# Waarop is het principe van Fermat gebaseerd?
# Waarop is het principe van Fermat gebaseerd?


Regel 442: Regel 383:
(schriftelijk - 6 punten)
(schriftelijk - 6 punten)


Neem een oneindig isolerend vlak met variërende oppervlakteladingsdichtheid <math>\sigma</math>. Hierbij is <math>\sigma = \sigma_0  \cdot \sin(\omega t)</math>, met dus frequentie f (<math>f=2 \pi \omega</math>). Neem een cirkelvormig pad, evenwijdig met het vlak, met straal a en op afstand d van het vlak. Bepaal dan het magnetisch veld op het pad en zet E en B uit in functie van t.
Neem een oneindig isolerend vlak met variërende oppervlakteladingsdichtheid <math>\sigma</math>. Hierbij is <math>\sigma = \sigma_0  \cdot \sin(\omega t)</math>, met dus frequentie f (<math>f=2 \pi \omega</math>). Neem een cirkelvormig pad, evenwijdig met het vlak, met straal a en op afstand d van het vlak. Bepaal dan het magnetisch veld op het pad en zet E en B uit in functie van t.


== Tweede zit 2005 - 2006, 28 augustus voormiddag ==
== Tweede zit 2005 - 2006, 28 augustus voormiddag ==
Regel 451: Regel 392:
(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 8 punten)
(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 8 punten)


Bespreek de energiedichtheid van het magnetisch veld van een RL-keten die aan een batterij wordt gekoppeld (hint I epsilon = I²R + LI dI/dt, verklaar deze uitdrukking). Bespreek ook dat als de RL-keten wordt uitgeschakeld dat de energie van de zelfinductie volledig over de weerstand wordt gedissipeerd.  
Bespreek de energiedichtheid van het magnetisch veld van een RL-keten die aan een batterij wordt gekoppeld (hint I epsilon = I²R + LI dI/dt, verklaar deze uitdrukking). Bespreek ook dat als de RL-keten wordt uitgeschakeld dat de energie van de zelfinductie volledig over de weerstand wordt gedissipeerd.  


==== Theorie 2 ====
==== Theorie 2 ====
Regel 478: Regel 419:
(mocht iemand me uit mijn gepieker kunnen verlossen of het gewoon berekenen was voor wat er op de tekening stond, zou ik het leuk vinden, dus een horizontaal draadje dat met snelheid v naar beneden ging)
(mocht iemand me uit mijn gepieker kunnen verlossen of het gewoon berekenen was voor wat er op de tekening stond, zou ik het leuk vinden, dus een horizontaal draadje dat met snelheid v naar beneden ging)
+ extra vragen: duid de polarisatie (+ en - aan) en stopt het draadje ooit met bewegen
+ extra vragen: duid de polarisatie (+ en - aan) en stopt het draadje ooit met bewegen
== Eerste zit 2004 - 2005, Versie 1 ==
=== Theorievraag ===
Leg het spletenexperiment van Young uit. Vermeld zeker de beginvoorwaarden en de interferentievoorwaarden. Bereken met behulp van fasoren het intensiteitsverloop voor 2 spleten en voor 3 spleten.
=== Oefeningen ===
==== Oefening 1 ====
# Kan een statisch magneetveld een puntlading in beweging zetten? Waarom (niet)? Kan een in de tijd variërend magneetveld een puntlading in beweging zetten? Verklaar kort je antwoord.
# Waarom wordt een ijzeren nagel aangetrokken door een magneet?
==== Oefening 2 ====
Neem een cilindrische condensator met binnenstraal a en buitenstraal b. Bewijs dat de helft van de energie opgeslagen door de condensator zich bevindt tussen de stralen a en <math>\sqrt{ab}</math>.
==== Oefening 3 ====
(oefening 31.63 uit de serway)
Beschouw een lange stroomvoerende geleider waar een stroom I door vloeit. Een kort stukje geleider met lengte a bevindt zich op afstand b van de lange geleider en beweegt met een snelheid v. Veronderstel dat de lengte van de lange geleider veel groter is dan a + b. Bepaal de emf die geïnduceerd wordt in de korte geleider. Valt het stukje na een tijdje stil? Waarom (niet)?
  ...----------------------------------------------------------------> I
                            .
    (deze afstand is b)    .               
                            .
                            |
    (de lengte is a)        |    -> v
                            |
==Tussentijdse toets 29/03/10==
[[Media:Proefexamen_algemene_natuurkunde_II_2010.pdf]]


==Tussentijdse toets 23/04/07==
==Tussentijdse toets 23/04/07==
Regel 498: Regel 473:


Nu zijn <math>C_1, R, C_2</math> in serie geplaatst, in die volgorde, aan een spanningsbron van <math>12V</math>. Bepaal de tijdsevolutie van de ladingen opgeslagen in de condensatoren wanneer zij opladen.
Nu zijn <math>C_1, R, C_2</math> in serie geplaatst, in die volgorde, aan een spanningsbron van <math>12V</math>. Bepaal de tijdsevolutie van de ladingen opgeslagen in de condensatoren wanneer zij opladen.
== Handige documenten ==
Twee samenvattingen van "theoretische" stukken (nou ja) uit Serway, mss heeft iemand er iets aan:
[http://examens.wina.be/images/Emg.pdf Elektromagnetische golven]
[http://examens.wina.be/images/Bronnen_van_magnetische_velden.pdf Magnetische materialen]
Oplossings gidsen van de serway te vinden op:
[http://users.telenet.be/fysica/ oplossingsgidsen Serway]
mijn (uitgebreide) samenvatting van hoofdstukken 23,24,25,26,27,28,29,30,35 en 36(onvolledig) [[Gebruiker:Inge|Inge]]
[http://www.wina.be/~inge/Cursus%20natuurkunde%20II.pdf Samenvatting Inge]


[[Categorie:1bf]]
[[Categorie:1bf]]
[[Categorie:1bw]]
[[Categorie:1bw]]
[[Categorie:2bi]]

Huidige versie van 11 jan 2025 18:48

Didactisch Team

Academiejaar Professor(en) Assistent(en)
2019-2020 Professor1, Professor2 Assistent1, Assistent2
2020-2021 Professor1, Professor2 Assistent1, Assistent2

Samenvattingen

Klik hier om de samenvattingen te bekijken

Je kan ook deze 'online' samenvatting gebruiken van Serdar Yildiz, deze is gebaseerd op Giancoli en de powerpoints (met uitgeschreven bewijzen en oefeningen). Klik op volgende link: https://herderinc.com/Electromagnetism-9ee5595fbcd24bd9991b5f2904e92633 [of kopieer en plak in browser]

Algemene Informatie

Algemene natuurkunde II is een vak dat werkt met permanente evaluatie. Net zoals bij Calculus I zal je dus meerdere test doorheen het jaar krijgen. Deze tellen steeds mee voor 2 punten van je eindtotaal. Deze twee punten zijn volledig te verdienen door theorievragen en je kan bonuspunten verdienen door korte vragen en een grotere oefening. De punten zijn dus relatief makkelijk verdiend als je goed studeert doorheen het jaar en vooral als je zorgt dat je steeds mee bent met de les en zo ook mee bent met de leerstof die aan bod komt in de oefenzittingen.

De lessen zijn niet noodzakelijk, alles is steeds terug te vinden op Toledo. Toch is het wel handig om de lessen bij te wonen omdat Wagner sommige uitwerkingen iets anders doet dan in Giancoli. Hij geeft bovendien zeer sterke hints naar wat de theorievraag zal zijn, en hij zegt ook welke stukken hij leuker vindt. Die komen dan ook vaak terug op de testen. Oefenzittingen zijn zoals altijd zeer sterk aanbevolen, hieruit kan je het meeste leren. Aan te raden is wel dit vak goed bij te houden en dit niet te laten vallen tot het weekend voor de testen.

Handige documenten

Twee samenvattingen van "theoretische" stukken uit Serway, misschien heeft iemand er iets aan: Bronnen van magnetische velden en Elektromagnetische golven.

En mijn (uitgebreide) samenvatting van hoofdstukken 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 35 en 36 (onvolledig): cursus AN2.

Je kan ook deze 'online' samenvatting gebruiken van Serdar Yildiz, deze is gebaseerd op Giancoli en de powerpoints (met uitgeschreven bewijzen en oefeningen). Klik op volgende link: https://herderinc.com/Electromagnetism-9ee5595fbcd24bd9991b5f2904e92633 [of kopieer en plak in browser]

Examens - Prof. Wagner

2023-2024

Deelexamen 2

Tweede deelexamen

2021-2022

Deelexamen 2

Tweede deelexamen

2020-2021

Dit jaar was een coronajaar dus alle liep een beetje anders dan normaal. Bovendien gaat professor Wagner waarschijnlijk de inhoud van het vak wat aanpassen. Hou hier dus rekening mee als je met deze vragen oefent.

Deelexamen 1

Hieronder vind je een korte beschrijving van de vragen van de eerste evaluatie. Het was niet zeer nuttig om de exacte vragen te uploaden, omdat de puntenverdeling en het gewicht van de vragen niet adequaat waren. Sommige vragen stonden namelijk in verhouding op te veel punten.

  1. Theorievraag (Hall-spanning)
    • Maak een grondige schets van de situatie van Hall-spanning. Vermeld ook de stroomrichting in geval van negatieve ladingsdragers.
    • Leid een uitdrukking voor de driftsnelheid van de ladingsdragers af in de veronderstelling dat het elektronen zijn.
    • Leid een uitdrukking voor de Hall-spanning af. Geef ook de polarisatie in geval van negatieve ladingsdragers en duid deze aan op de tekening.
    • Blijft de polarisatie hetzelfde in geval van positieve ladingsdragers?
  2. Korte vragen
    • Giancoli Hoofdstuk 24 probleem 63 c) + wat getalletjes invullen voor de variabelen.
    • Een schakeling met Kirchhoff.
    • Giancoli Hoofdstuk 28 probleem 39 b) maar met x=0. Het was dus de bedoeling om het magnetisch veld in het middelpunt van de schijf te berekenen [Meerkeuze].
    • Giancoli Hoofdstuk 24 probleem 5 maar met andere getallen [Meerkeuze].
  3. Oefening (Magnetische kracht op een bewegende staaf in een magnetisch veld). Dit was een redelijk letterlijke oefening. Er waren wat getallen gegeven en die moest je in de formules invullen.

Deelexamen 2

Vragen tweede evaluatiemoment en de .tex-file .tex-bestand

Opm.: 't Is 4.62 10^14 Hz in plaats van -14. Opm (2): 't Is volgens mijn berekeningen bij kleine vraag 2) 3,27 µJ/m³, aangezien men E_rms en B_rms moet gebruiken ipv de E_0 en B_0 waarden (dit kan je verifiëren door de energie die door een oppervlak A gaat in een tijdsduur T = 1/frequentie gelijk te stellen aan de energie die in een balk zit met grondvlak A en lengte ?.

Examens - Prof. Van Haesendonck

2019-2020

Vragen eerste evaluatiemoment

Oplossingen eerste evaluatiemoment

2018-2019

Vragen eerste evaluatiemoment

Oplossingen eerste evaluatiemoment

Vragen tweede evaluatiemoment

Oplossingen tweede evaluatiemoment

2017-2018

Vragen eerste evaluatiemoment

Oplossingen eerste evaluatiemoment

Vragen tweede evaluatiemoment

Oplossingen tweede evaluatiemoment

Vragen derde evaluatiemoment

2016-2017

Vragen eerste evaluatiemoment

Oplossingen eerste evaluatiemoment

Vragen tweede evaluatiemoment

Oplossingen tweede evaluatiemoment

Vragen eindevaluatiemoment

Oplossing + vragen eindevaluatiemoment

2015-2016

Vragen eerste evaluatiemoment

Oplossingen eerste evaluatiemoment

Vragen tweede evaluatiemoment

Oplossingen tweede evaluatiemoment

Vragen derde evaluatiemoment

Oplossingen derde evaluatiemoment

2013-2014

Vanaf het jaar 2013-2014 is het vak permanente evaluatie.

Vragen eerste evaluatiemoment

Oplossingen eerste evaluatiemoment

Vragen tweede evaluatiemoment

Oplossingen tweede evaluatiemoment

25 juni 2013 voormiddag

  1. Theorievraag (schriftelijk). Leg uit hoe je elektrische stoom kan verklaren aan de hand van "driftsnelheid" van ladingsdragers. Gebruik de uitdrukking van deze driftsnelheid om de geleidbaarheid en resistiviteit van een metaal af te leiden. Hoe varieert de resistitiveit in functie van de temperatuur?
  2. Oefening. Oefening op het Dopplereffect. Je kreeg een tekening gegeven en de frequentie (5.0 MHz) waarmee de bron geluidsgolven uitzond. Deze werden teruggekaatst door het bewegende object met een Dopplerverschuiving van 780 Hz. Je moest de snelheid van het bewegende deeltje bepalen, indien de hoek tussen de invallende/gereflecteerde geluidsgolven en de richting van beweging 45° was.
  3. Meerkeuzevragen (mondeling)
    • Gegeven 2 ladingen waarvoor geldt dat Q2=5Q1. Wat is de uitdrukking van de elektrische kracht die erop inwerkt?
    • Een condensator is gekoppeld aan een spanningsbron. Initieel heeft de condensator een lading Q0, de spanningsbron heeft potentiaalverschil van V0. Terwijl de condensator aan de bron gekoppeld is wordt er een diëlektricum tussen de condensator geschoven (k = 3). Hoe verandert het spanningsverschil/lading?
    • Een staande golf heeft vergelijking 2[sin(Pi*x)]cos(2Pi*t). Wat is de afstand tussen twee buiken (in m)?
    • Een zonnecel met oppervlakte 10 cm² wordt bestraald door zonlicht met een vermogen van S = 1000 W/m². Er wordt een stroom van 0.2 A en een spanning van 0.8 V geproduceerd. Wat is de efficiëntie van de cel?
  4. Bijvragen bij de meerkeuze:
    • Eerste vraag: Hoe ben je tot dit resultaat gekomen?
    • Tweede vraag: Wat gebeurt er precies tussen de platen van de condensator na toevoegen van het diëlektricum? Hoe zou de (het) lading/potentiaalverschil veranderen indien de condensator losgekoppeld zou worden?
    • Derde vraag: Leg je redenering uit.
    • Vierde vraag: Hoe komt het dat er energieverlies optreedt? Hoe kan dit verholpen worden? Daarna nog bijvragen over faseverschuiving van gereflecteerde stralen en constructieve/destructieve interferentie.

18 juni 2013 namiddag

Examen 18/06/13

22 juni 2012 namiddag

Media:Examen 22 juni namiddag.pdf

19 juni 2012 voormiddag

  1. Theorievraag.
    • Bereken de arbeid geleverd op condensatoren met evenwijdige platen en bereken met die uitdrukking de energiedichtheid van een elektrisch veld.
    • Bereken de energie de een spoel met zelfinductie L bevat in een magnetisch veld en leid met die uitdrukking de energiedichtheid van een magnetisch veld af
  2. Oefening op interferentie, moeilijk om uit te leggen zonder tekening
  3. Meerkeuzevragen:
    • Ggegeven 2 ladingen waarvoor geldt dat Q2 = 5*Q1. Wat is de uitdrukking van de elektrische kracht die er op in werken? Antwoord: F12 = -F21 (als vector)
    • Gegeven een kubus (er was een figuur bij geleverd) Het elektrisch veld wordt gegeven door E = 4i + 2yj met y in meters. Bereken de flux doorheen de bovenkant van de kubus
    • Gegeven een lading van +2.0 mC die een kinetische energie bezit van 5 J op punt A. Punt B heeft een potentiaal van +1.5V tov A. Wat is de kinetische energie van de lading in punt B?
    • Condensatoren vraag met schakelschema gegeven.
    • Bereken de stralingsdruk op een zwart oppervlak met S gegeven.

19 juni 2012 namiddag

Aangezien ik de gegeven waardes (bv R=.. \omega) niet meer vanbuiten weet zijn deze niet altijd correct en zijn dus gewoon verzonnen ter aanvulling.

Vragen AN2

7 september 2011 voormiddag

  • Theorie

Zie 28 juni 2011

  • Oefeningen
  1. Een deeltje met lading +q en massa m beweegt in een uniform magneetveld B = B0 k. Op tijdstip t = 0 bedraagt de snelheid van het deeltje v0 en maakt de snelheidsvector een hoek van 30° met de y-as (dus magneetveld komt uit het blad en snelheidsvector is links van de positieve y-as met aangrijpingspunt in de oorsprong). Op een later tijdstip t = t(alfa) zal het deeltje de x-as snijden in x = alfa. Bepaal alfa en t(alfa) in functie van q, m, v0 en B0.
  2. Een zeer reflexieve spiegel voor een bepaalde golflengte lambda bij loodrechte inval (hoek = 0°!). De spiegel bestaat uit twee dunne lagen van transparante materialen met brekingsindices n1 en n2 (1 < n1 < n2) die op de oppervlakte van glas zijn aangebracht (brekingsindex van glas is n met n > n2). Bepaal de minimale diktes d1 en d2 van de lagen in functie van de invallende golflengte lambda zodat de reflectie maximaal is.

22 augustus 2011 voormiddag

  • Theorie

Bespreek de energiedichtheid van het magnetisch veld aan de hand van het opladen van een RL-keten die aan een batterij wordt gekoppeld. Toon aan dat de energie in de inductor volledig gedissipeerd wordt in de weerstand na het omschakelen van de schakelaar. Vergelijk RL-ketens en RC-ketens.

  • Oefeningen
  1. Serway editie 8 oefening 28.71 / editie 7 oefening 28.57
  2. Serway editie 8 oefening 29.41 / editie 7 oefening 29.29

28 juni 2011 voormiddag

Media:AN II ex 28.06.11 vrmd.pdf

24 juni 2011

Media:examen 24-06-2011.pdf

20 juni 2011 namiddag

Media:AN2-20juni2011.pdf

Woensdag 25 augustus 2010

  • Theorie.

Je hebt een ideale spoel met n windingen per lengte eenheid, waar een stroom I = I0 sin(!t). Bereken het geinduceerde elektrisch veld buiten en binnen de spoel, leg de wetten van Maxwell die je gebruikt uit. Maakt grafiekjes van E/x, E/t, B/t

  • Oefeningen
    • twee kleine vraagjes:
      • waarom is het bij een buigingsrooster belangrijk dat de opening van de orde van de golflengte is?
      • wit licht gaat van medium 1 naar medium 2 met n1>n2: vlak voor het moment dat totale interne reflectie voorkomt is de hoek ~90°. welke kleur zie je het laatst en waarom?
    • Oefening van een oneindig lange combinatie condensatoren.

afbeelding: [1]

    • Magnetisch dipool moment zoeken van een stuk taart (schijfsegment met een dikte) met een lading op die rond een as draait, bevestigd aan de "punt".

(Iemand anders de tekeningen erbij zetten? Ik heb geen idee hoe je dat moet doen)

Vrijdag 3 september 2010

  • Theorie

Bespreek de frauenhoferbuiging anan een nauwe spleet en bereken het intensiteitsprofiel aan de hand van fazoren (Maak een duidelijke tekening). Bepaal de hoekbreedte van het centrale maximum en bepaal wanneer het centrale maximum de ganse ruimte bedekt. Teken het intensiteitspatroon van een twee spleten buigingspatroon en verklaar kwalitatief.(8punten)

  • Theorie schriftelijk

Van welk materiaal zou je op basis van de gegeven figuur een fototoestel lens maken en verklaar. (afbeelding pagina 160 van de slides)(1 punt)

Als de ontvanger en uitzender van een dipoolantenne loodrecht op elkaar staan, brandt er geen enkel lichtje. Verklaar dit fenomeen.(1punt)

  • Oefeningen 3

We willen een resonante keten maken die bij 18,0 MHz resonantie vertoont. In onze keten gebruiken we een condensator van 220pF en als spoel gebruiken we een solenoïde(gevuld met lucht) met dicht aaneengesloten windingen die uit 12,0 m geïsoleerde draad met een diameter van 1,1 mm zijn gemaakt. Hoeveel windingen heeft deze spoel? (3punten)

  • Oefeningen 4

Een stuk draad wordt tot een regelmatige veelhoek met n zijden gebogen, waarvan de hoekpunten een aftand R tot het middelpunt hebben. Er loopt een stroom I door de draad. Bereken de sterkte van het magnetisch veld in het middelpunt van de veelhoek. Toon aan dat de formule die je hebt afgeleid overgaat in de formule voor een cirkelvormige winding wanneer n zeer groot wordt. (7 punten)

Maandag 21 juni 2010 - Voormiddag

Media:Examen_juni_2010.pdf

Maandag 14 juni 2010

  • Theorie (mondeling met schriftelijke voorbereiding)

Bespreek de energiedichtheid van het magnetisch veld aan de hand van het opladen van een RL-keten die aan een batterij wordt gekoppeld. Toon aan dat de energie in de inductor volledig gedissipeerd wordt in de weerstand na het omschakelen van de schakelaar. Wat verandert aan je berekeningen als er ferromagnetisch materiaal in de spoel zit? (ook de min-tekens kunnen verklaren als je Kirchoff gebruikt)

  • Theorie, schriftelijk
  1. Verklaar waarom je soms een vonk ziet als je de stekker van een stroomgebruikend apparaat uit het stopcontact trekt.
  2. Hoe komt het dat lichtgolven buigen als ze door een nauwe spleet gaan? Komt dit fenomeen alleen voor bij lichtgolven, of kunnen andere golven ook buigen?
  • Oefeningen
  1. (+tekening) Je hebt een lange cilindrische buis van lengte l = 1.0 km, diameter 75,0 micro-meter, en refractie-index n=1,465. Hierdoor gaan 2 lichtstralen. Straal A loopt altijd rechtdoor, in het midden van de cilinder. Straal 2 wordt telkens gereflecteerd aan de mantel van de buis onder de kritische hoek Thèta. (dus straal B zigzagt zijn weg door de buis). Wat is het verschil in tijd dat de twee stralen nodig hebben om zich door de buis te bewegen. Bereken dit verschil in tijd voor de volgende twee gevallen
  2. a) als de buis zich in lucht bevindt met n=1
  3. b) als de buis zich in een materiaal bevindt met n=1,460
  4. (+tekening) Gegeven is een hemisfeer (halve bol) met straal R. Er staat een homogeen elektrisch veld E loodrecht op het grondvlak van de hemisfeer, naar boven gericht. E staat dus evenwijdig met de centrale as van de hemisfeer en gaat dus eerst door het grondvlak van de hemisfeer en dan door de schil van de hemisfeer. Bereken de elektrische flux door de schil van de hemisfeer (dus niet door het grondvlak) uitdrukkelijk aan de hand van een fluxintegraal. (Op de tekening: kies thèta als de hoek tot de centrale as, en deel de schil op in verschillende schijfjes)

Is er een makkelijkere manier om deze flux te berekenen?

Academiejaar 2008-2009

Uit de eerste zittijd voor fysici en wiskundigen:

  1. Media:Examen_natuurkunde_II_8_06_2009v.pdf
  2. Media:Examen_natuurkunde_II_8_06_2009n.pdf
  3. Media:Examen_natuurkunde_II_11_06_2009.pdf

Uit de tweede zittijd:

  1. Media:Examen_natuurkunde_II_2_09_2009v.pdf

Academiejaar 2007-2008

Uit de eerste zittijd:

  1. Media:Examen_natuurkunde_II_9_06_2008v.pdf
  2. Media:Examen_natuurkunde_II_9_06_2008n.pdf
  3. Media:Examen_natuurkunde_II_20_06_2008v.pdf
  4. Media:Examen_natuurkunde_II_20_06_2008n.pdf
  5. Media:Examen_natuurkunde_II_30_06_2008v.pdf

Uit de tweede zittijd:

  1. Media:Examen_natuurkunde_II_27_08_2008v.pdf


Academiejaar 2006-2007

Referenties naar oefeningen in Serway kunnen niet meer overeenkomen met de huidige nummering van oefeningen en hoofdstukken in Serway. Er is ondertussen een nieuwe herziene uitgave.

Uit de eerste zittijd:

  1. Media:Examen_natuurkunde_II_11_06_2007v.pdf
  2. Media:Examen_natuurkunde_II_12_06_2007v.pdf
  3. Media:Examen_natuurkunde_II_22_06_2007v.pdf
  4. Media:Examen_natuurkunde_II_29_06_2007n.pdf

Uit de tweede zittijd:

  1. Media:Examen_natuurkunde_II_31_08_2007v.pdf

Eerste zit 2005 - 2006, Versie 1

Theorievraag

Bespreek de veralgemening van de wet van Ampère naar de wet van Ampère-Maxwell (opladen van een condensator).

Bijvragen:

  1. Leg de wet van Ampère uit.
  2. Vanwaar komt de uitdrukking voor Id
  3. Wat als je een diëlektricum tussen de platen steekt? En wat bij een magnetische stof?(ervan uitgaande dat deze niet geleid)

(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 8 punten)

Oefeningen

Oefening 1

  1. Wat gebeurt er met de capaciteit van een condensator met diëlektricum indien de temperatuur stijgt? Leg je antwoord uit.
  2. De demonstratie met de dipoolantenne toonde aan dat indien de uitzendende en de ontvangende antenne loodrecht op elkaar stonden, er geen enkel lampje brandde. verklaar dit fenomeen.

(schriftelijk - max 1/2 bladzijde per antwoord - 2 punten)

Oefening 2

Van een kegel, bestaande uit een materiaal met resistiviteit rho, werd de top afgesneden. Boven- en ondervlak zijn evenwijdig, en hebben respectievelijke straal a en straal b. De hoogte van de kegel is h. We veronderstellen dat een circulaire doorsnede een uniforme stroomdichtheid heeft. Bereken de weerstand tussen het boven- en het ondervlak.

Welke hoogte moet een cilinder met straal a hebben, om dezelfde weerstandswaarde te hebben?

(schriftelijk - 5 punten)

Oefening 3

Een oneindig lange, geïsoleerde cilinder met straal R, bestaande uit een isolerend materiaal, heeft een niet-homogene volumeladingsverdeling ρ:

ρ=ρ0(ar/b)

waarbij ρ0, a en b positieve constanten zijn. Gebruik de wet van Gauss om het elektrisch veld te bepalen voor:

  1. r<R
  2. r>R

Maak een grafische voorstelling.

Bereken het elektrische veld als de cilinder "plots" geleidend werd en alle lading behouden bleef. Zet deze waarden ook uit op de grafische voorstelling.

(schriftelijk - 5 punten)

Eerste zit 2005 - 2006, Versie 2

(kan iemand die dit examen had (14/06/06 NM) dit eens nakijken aub? Ik heb ze niet 100% exact)

Theorievraag

Beschouw een opladende condensator in een RC keten.

Bepaal met behulp van de Poynting vector de energiedichtheid van het elektrisch veld in de condensator.

Bijvragen:

  1. "Maak uw tekening eens wat groter"
  2. Bij elke tussenstap kunnen uitleggen waarom je het doet, en wat het resultaat fysisch voorstelt
  3. Wat zegt de wet van Ampère nu precies?

Opmerking: dit is een heel erg moeilijke vraag. Soms geeft Van Duppen hier een hint bij over welk oppervlak je S moet integreren - een niet zo evidente stap - maar soms doet hij dat ook niet.

(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 8 punten)

Oefeningen

Oefening 1

  1. Wat is het verschil tussen een reëel en een virtueel beeld? Hoe kan je dit concreet testen?
  2. Waarop is het principe van Fermat gebaseerd?

(schriftelijk - max 1/2 bladzijde per antwoord - 2 punten)

Oefening 2

Een rechthoekig geleidend kader (afmetingen w x l) met weerstand R en massa M valt onder invloed van de weerstand vanuit rust in een magnetisch veld B loodrecht op het vlak van het kader. Hierdoor zal het een opwaartse kracht ondervinden. Bereken de eindsnelheid van het vallende kader. Waarom is deze snelheid recht evenredig met R en omgekeerd evenredig met B2?

(schriftelijk - 6 punten)

Oefening 3

Een stuk plastiek met brekingsindex n wordt in wigvorm (lengte L, hoogte h, θ klein) uitgesneden. Er valt monochromatisch licht met golflengte λ loodrecht op het bovenvlak. Beschrijf wat je ziet en hoe de interferentiepatronen ontstaan. Geef de maxima en minima in functie van x.

(schriftelijk - 4 punten)

Eerste zit 2005 - 2006, 23 juni voormiddag

Theorie

Theorie 1

(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 8 punten)

We laden een geleidende bol met straal R op van lading 0 tot Q. Bepaal de energie van het systeem, en dit op drie manieren. Ten eerste met behulp van de definitie van potentiaalverschil, ten tweede door de bol te beschouwen als deel van een condensator en ten derde met behulp van het elektrisch veld.

Theorie 2

(schriftelijk - max 1/2 bladzijde per antwoord - 2 punten)

a) Bespreek de Poynting vector.

b) Waarop is het principe van Huygens gebaseerd?

Oefeningen

Oefening 1

(schriftelijk - 4 punten)

Neem een homogeen magnetisch veld B dat in de tijd afneemt met dB/dt=-K (met K een positieve constante). Neem een circulaire kring, loodrecht op B, met straal a, met daarop een weerstand R en een condensator C. Bepaal de maximale lading die op de condensator komt. Stel dat er op tijdstip t=0s geen lading op de condensator zit. Bepaal dan de tijd die nodig is om de helft van de maximale lading op de condensator te krijgen. Bepaal ook de hoeveelheid ernergie die in de weerstand gedissipeerd is nadat de condensator volledig opgeladen is.


Oefening 2

(schriftelijk - 6 punten)

Neem een oneindig isolerend vlak met variërende oppervlakteladingsdichtheid σ. Hierbij is σ=σ0sin(ωt), met dus frequentie f (f=2πω). Neem een cirkelvormig pad, evenwijdig met het vlak, met straal a en op afstand d van het vlak. Bepaal dan het magnetisch veld op het pad en zet E en B uit in functie van t.

Tweede zit 2005 - 2006, 28 augustus voormiddag

Theorie

Theorie 1

(mondeling na schriftelijke voorbereiding - 8 punten)

Bespreek de energiedichtheid van het magnetisch veld van een RL-keten die aan een batterij wordt gekoppeld (hint I epsilon = I²R + LI dI/dt, verklaar deze uitdrukking). Bespreek ook dat als de RL-keten wordt uitgeschakeld dat de energie van de zelfinductie volledig over de weerstand wordt gedissipeerd.

Theorie 2

(schriftelijk - max 1/2 bladzijde per antwoord - 2 punten)

a) Bespreek het fenomeen dat de lampjes niet branden als de uitzendende en de ontvangende dipoolantenne in de ruimte loodrecht op elkaar staan.

b) Bespreek de wet van Faraday in woorden (aan de hand van de formule in het formularium).

Oefeningen

Oefening 1

(schriftelijk - 4 punten)

oefening over optica voor een deel uit serway h37 nr 37 Het ging over twee glasplaten die een kleine afstand d van elkaar verwijderd waren. De eerste straal ging gewoon volledig rechtdoor terwijl de andere straal eerst reflecteerde aan het rechteroppervlak en dan aan het linkeroppervlak en dan uit de glasplaat ging. De vraag was bereken de minimale afstand d waarvoor er helder licht wordt waargenomen. Hebben we in de glasplaten een andere golflengte, frequentie, snelheid? Is de elektrische veldvector van doorgaand licht in mat glas anders dan die van gewoon glas?

Oefening 2

(schriftelijk - 6 punten)

oefening over magnetisme ook voor een deel uit serway h31 nr 63 (enige verschil was dat staafje langs andere kant van draad lag en de snelheidsvector v naar beneden was) alleen vraag ik me nog af er stond lijk iets van verticaal draadje en ik vroeg me nu af of dat op die stroomdraad sloeg of op dat klein draadje, in ieder geval op de tekening stond het lijk in de serway (en ook op oefn 3 van oefenzitting 10) (mocht iemand me uit mijn gepieker kunnen verlossen of het gewoon berekenen was voor wat er op de tekening stond, zou ik het leuk vinden, dus een horizontaal draadje dat met snelheid v naar beneden ging) + extra vragen: duid de polarisatie (+ en - aan) en stopt het draadje ooit met bewegen

Eerste zit 2004 - 2005, Versie 1

Theorievraag

Leg het spletenexperiment van Young uit. Vermeld zeker de beginvoorwaarden en de interferentievoorwaarden. Bereken met behulp van fasoren het intensiteitsverloop voor 2 spleten en voor 3 spleten.


Oefeningen

Oefening 1

  1. Kan een statisch magneetveld een puntlading in beweging zetten? Waarom (niet)? Kan een in de tijd variërend magneetveld een puntlading in beweging zetten? Verklaar kort je antwoord.
  2. Waarom wordt een ijzeren nagel aangetrokken door een magneet?

Oefening 2

Neem een cilindrische condensator met binnenstraal a en buitenstraal b. Bewijs dat de helft van de energie opgeslagen door de condensator zich bevindt tussen de stralen a en ab.

Oefening 3

(oefening 31.63 uit de serway)

Beschouw een lange stroomvoerende geleider waar een stroom I door vloeit. Een kort stukje geleider met lengte a bevindt zich op afstand b van de lange geleider en beweegt met een snelheid v. Veronderstel dat de lengte van de lange geleider veel groter is dan a + b. Bepaal de emf die geïnduceerd wordt in de korte geleider. Valt het stukje na een tijdje stil? Waarom (niet)?

 ...----------------------------------------------------------------> I
                            .
    (deze afstand is b)     .                 
                            . 
                            |
    (de lengte is a)        |    -> v
                            |

Tussentijdse toets 29/03/10

Media:Proefexamen_algemene_natuurkunde_II_2010.pdf

Tussentijdse toets 23/04/07

1) Een condensator die gebruikt wordt in de radiotechniek bestaat uit N halve schijfjes met straal R op dezelfde as, geplaatst op een afstand d van mekaar en elektronisch met elkaar verbonden. Deze opstelling vormt de ene helft van de condensator. Zoals te zien is op de figuur wordt er een zelfde constructie tussengeschoven, waarvan de plaatjes zich halfweg de afstand d bevinden. Dit vormt de andere helft van de condensator. De tweede reeks plaatjes kan roteren in haar geheel. Bepaal de capaciteit in functie van de rotatiehoek θ, waar θ=0 overeenkomt met de maximale capaciteit. (deze vraag staat ook in serway pagina 823 oefening 10, zie aldaar voor de tekening).

2) Een cirkelvormige schijf met straal r en dikte d is gemaakt uit een materiaal met resistiviteit ρ. Er wordt een uniforme stroomdichtheid verondersteld voor elke doorsnede loodrecht op het lijnstuk ab. Bereken de elektrische weerstand tussen a en b en merk op dat deze onafhankelijk is van de straal.

Fout bij het aanmaken van de miniatuurafbeelding: Bestand is zoek

3) Beschouw een condensator C1 zoals in vraag 1 met volgende eigenschappen:

  • N=100
  • θ=π/2
  • d=1cm
  • R=10cm

Bedenkt ook dat ϵ0=8,85x1012C2/Nm2 is. Beschouw een tweede condensator C2 waarbij be hoek θ=0. Beschouw een weerstand R zoals in vraag 2 met:

  • d=1cm
  • ρ=0,05Ωm

Nu zijn C1,R,C2 in serie geplaatst, in die volgorde, aan een spanningsbron van 12V. Bepaal de tijdsevolutie van de ladingen opgeslagen in de condensatoren wanneer zij opladen.